De 25 van Bert, een kwarteeuw in cinema: 4) ‘The Master’

De 25 van Bert, een kwarteeuw in cinema: 4) ‘The Master’

Nu 2025 eraan komt, is het tijd om even achterom te kijken. Filmrecensent Bert Potvliege presenteert de vijfentwintig films die hem de afgelopen kwarteeuw het meest beroerden. Een half jaar lang, tot eind december, neemt hij wekelijks de volgende film in de rangschikking onder de loep. Duik mee met hem in al het moois dat Vrouwe Cinema ons geschonken heeft. Deze week, nummer 4: ‘The Master’ (Paul Thomas Anderson, 2012).

HET TOILET MOET ERAAN

Twee geblutste mannen weten geen blijf met zichzelf. De ene wil enkel aanbeden worden door zijn medemens, terwijl de andere zich ervan afwendt. Wat gebeurt er wanneer die twee een vriendschap sluiten? ‘The Master’ brengt met onmeetbare klasse het relaas van de relatie tussen een mentor en zijn leerling, respectievelijk vertolkt door Philip Seymour Hoffman en Joaquin Phoenix. Het zijn twee van de beste acteurs van deze eeuw, met een van de meest befaamde regisseurs ter wereld aan het roer. Cineast Paul Thomas Anderson (PTA) is het wonderkind die deze parel losliet op de wereld.

Hij drinkt je milkshake

Als je zin hebt een bitsige discussie op gang te trekken, vraag een groep cinefielen wat PTA’s beste film is. Zijn output is zo goed als onberispelijk en zijn films worden stuk voor stuk vereerd. Geen enkele filmmaker heeft deze eeuw zo consistent films van smetteloze kwaliteit afgeleverd en hij is veruit de grootste Amerikaanse cineast van zijn generatie. Het is altijd jaren op voorhand reikhalzend uitkijken naar zijn volgende worp. PTA is daarnaast een even getalenteerd scenarist als regisseur. Zijn focus ligt op personages en niemand schetst ze zo filmisch als hij.

Het hyperemotionele ‘Magnolia’ uit 1999 had een immense impact op me. PTA was nog geen dertig jaar oud toen hij die film maakte, wat nauwelijks te geloven valt. Als die film zes maanden later uitgekomen was, zou hij deze top 25 misschien aangevoerd hebben (een vlieger die ook zou opgaan voor ‘Eyes Wide Shut’ en ‘The Insider’). Sinds 2000 heeft PTA zes fenomenale prenten gemaakt. ‘The Master’ blijft me meest bij, al wil ik met de vierde stek voor deze film een dankjewel zeggen voor alle films van Anderson.

En toen liet hij los

PTA’s boezemvriend Quentin Tarantino vertoont – laat ons eerlijk zijn – nauwelijks evolutie in zijn werk en maakt steeds dezelfde (uitstekende) film. Daar is niets fout aan, maar het traject van Anderson fascineert meer. Zijn werken in de jaren negentig waren vrij wild en schatplichtig aan de films van Martin Scorsese. Dat veranderde toen hij begin deze eeuw met het originele ‘Punch-Drunk Love’ zichzelf heruitvond en iedereen met verstomming sloeg. Daarna volgde met ‘There Will Be Blood’ zowat de grootste Amerikaanse klassieker in twintig jaar. Toch werd PTA pas onovertrefbaar toen hij met ‘The Master’ op de proppen kwam. De film was een keerpunt: narratief abstracter en soms tegendraads, maar tegelijkertijd ook stukken relaxter en vooral waanzinnig veel grappiger. We kregen daarna nog het geschifte ‘Inherent Vice’, de komedie van de eeuw ‘Phantom Thread’ en het bitterzoete ‘Licorice Pizza’. Volgend jaar verschijnt zijn nieuwste – een peperdure IMAX-film met Leonardo DiCaprio, so start your hyping.

Ik koos voor ‘The Master’ omdat die als een bevrijding voelt. De film was een nog groter keerpunt in PTA’s loopbaan dan ‘Punch-Drunk Love’ dat was, een ommezwaai waarbij hij een rust gevonden leek te hebben. Weg zijn de onstuimigheid, pathos en megalomanie van eerder werk. Met ‘The Master’ bereikte hij de artistieke piek van relaxerende gezapigheid, dat veel intelligenter is dan het lijkt. Deze invalshoek zou hij resoluut doortrekken in later werk.

Lady’s pussy

De Tweede Wereldoorlog zit er net op. Marinier Freddie Quell (Phoenix) mag terug naar de VSA, maar of de man er zal aarden is nog maar de vraag. Freddie is namelijk een wilde bruut die enkel bekommerd is om zijn eigen hachje en zich geen jota aantrekt van wat anderen denken. Drank stoken is zijn favoriete hobby. Onbezonnen van bil gaan doet hij ook graag. Liefst doet hij beide op hetzelfde moment. Wanneer hij de eerste afbeelding in een Rorschach-inktvlekkentest voorgeschoteld krijgt, antwoordt Freddie op de meest alledaagse toon: “Well, that’s a pussy. Lady’s pussy.” Geen idee waarom hij het nodig acht daar nog die ‘lady’s pussy’ aan te breien, maar ik lag op de grond van het lachen.

Eens terug in Amerika belandt hij op een schip waar een vreemdsoortig congres aan de gang is van The Cause, een sekte (losjes gebaseerd op Scientology) aangevoerd door Lancaster Dodd (Hoffman). Dodd is een flamboyante man die iedereen charmeert. Ook Freddie raakt onder de betovering. Hij wordt langzamerhand naar binnen gezogen door het van de pot gerukte therapeutisch gewauwel van de cultfiguur. Dodds leer spreekt over onze geest die er al triljoenen jaren is en steeds in andere lichamen terechtkomt. Hij beweert met zijn inzicht leukemie te kunnen genezen. Het klinkt allemaal belachelijk, maar de volgelingen zijn devoot.

Dodd is als een vader die een thuis biedt aan zijn nieuwe zoon. Beide mannen zijn getroebleerde zielen die steun vinden bij elkaar (surrogaatfamilies zijn een handelsmerk van PTA), want ze zijn elk op hun eigen manier op de dool in het leven. De sekteleider werd een zwendelaar om van succes te kunnen proeven. Freddie keerde zich af van de samenleving en verloor zich in drank en vrouwen. De film toont hun aantrekken en afstoten.

8

De vorm waarin ‘The Master’ verschijnt, is opmerkelijk. Het verbaast me dat ik nooit iemand hoor spreken over de structuur van deze film, die de perfectie benadert. Voor sommigen lijkt het geheel richtingloos, maar niets is minder waar. ‘The Master’ bestaat uit acht helder gestructureerde hoofdstukken. Het is interessant deze structuur onder de loep te nemen.

De eerste drie hoofdstukken zijn heerlijk divers in hun kennismaking met deze wereld (de zwerftocht van Freddie, de introductie bij de sekte en de ondervraging). Vanaf hoofdstuk vier loopt het een tijdlang fout voor deze gehavende figuren. Freddie gaat buitensporig te werk en Dodd wordt in vraag gesteld. Beide mannen belanden zelfs even in de gevangenis. De laatste drie hoofdstukken zijn vervolgens als een narratief loslaten. Veel kijkers haken hier af door wat lijkt als een afstotende vrijblijvendheid, waarbij het verhaal geen duidelijke progressie meer kent. Zo is het zesde hoofdstuk een magistrale montagesequens waarbij de film voortdurend schippert tussen verschillende therapeutische sessies van The Cause. Op narratief vlak gebeurt hier echter niks. Bij de laatste twee hoofdstukken kan je zelfs de vraag stellen of wat je ziet echt gebeurt of louter een droom is.

De ware meester

PTA is een meesterlijke verteller. In het eerste hoofdstuk van de film zit een zijsprong die zich afspeelt in Salinas, nadat Freddie is moeten vluchten voor een schermutseling in een grootwarenhuis. Hier gaat hij aan de slag als seizoenarbeider en maakt hij vrienden met de alcohol die hij stookt. Het loopt fout wanneer een oude man te veel van het goedje drinkt en op het randje van de dood balanceert. De anderen beschuldigen Freddie, maar uiteraard bijt die van zich af. Hij zet het op een lopen en kan nog net uit de klauwen van zijn achtervolgers blijven. Narratief gebeurt hier net veel. Wat is er bijzonder aan? PTA vertelt dit alles in slechts elf shots, wat onvoorstelbaar is. Het is een spaarzaamheid die een elegante filmische benadering toont. De titel van de film zou zomaar op de regisseur zelf kunnen slaan.

Ik merk graag twee details op die het monstertalent van PTA schetsen. De schermutseling in het grootwarenhuis is uiteraard een ongemakkelijk moment. PTA versterkt dit door gedurende de scène het geluid van een huilende peuter in zijn klankmix te begraven, diep verscholen in de achtergrond. Dit is een heerlijke creatieve ingreep die de onwennigheid van het moment op filmische manier versterkt.

Een tweede detail is dat de mooiste montageknip van de eeuw in deze film zit. Op het einde van de ondervragingsscène – meer daarover iets verderop – knipt PTA, na een tiental minuten in een donkere kombuis gezeten te hebben, naar een muisstil shot van de in een marine-outfit gehesen Freddie die langs kleurrijke bloemen loopt. Het is een zuurstofrijke bevrijding nadat we de opgenaaide man in het duister zagen tieren tegen Dodd, wanneer die vraagt waarom Freddie niet bij zijn liefje Doris is. Die knip is een virtuoze zet van de filmmaker.

65

Het camerawerk in ‘The Master’ is grandioos. De meeste van PTA’s films werden gedraaid door director of photography Robert Elswit, maar sinds ‘Phantom Thread’ doet de cineast het camerawerk doodleuk zelf. ‘The Master’ is een uitzondering, want Mihai Malaimare Jr. (bekend van samenwerkingen met Francis Ford Coppola) stond achter de camera. De film werd gedraaid op zeldzame 65mm-pellicule. Het resultaat is een spectaculair visueel unicum.

Ik weet niet waarom PTA net deze in 65mm wou draaien, terwijl zijn epos ‘There Will Be Blood’ een veel logischere keuze leek voor dergelijke visuele benadering. Net daarom boeit de ingreep me ook. ‘The Master’ is een bescheiden drama, maar de beeldenpracht is zonder weerga. De close-ups zijn prachtig. Je voelt de rasperige stoppel van Dodd en ziet het vuur in Freddie’s ogen oplaaien.

Speeltijd

Aangezien PTA op de meest verrukkelijke wijze personages schetst, heeft hij nood aan klasbakken die zijn figuren tot leven laten komen. Zijn samenwerkingen met Daniel Day-Lewis (‘There Will Be Blood’, ‘Phantom Thread’) spreken enorm tot de verbeelding, maar toch genoot ik meest van het acteerspel in ‘The Master’. Hoofdrolspelers Joaquin Phoenix en Philip Seymour Hoffman zetten glansprestaties neer. Meer nog, ik beschouw Phoenix’ werk hier als de meest formidabele acteerprestatie van afgelopen kwarteeuw. De knappe bijrollen van Amy Adams, Jesse Plemons, Rami Malek en Laura Dern neem ik er met plezier bij.

De fenomenale Joaquin Phoenix is als acteur, net zoals zijn personage, zelf een ongeleid projectiel. Hij is vaak moeilijk om mee samen te werken, net omdat hij zijn eigen ding doet. Hij repeteert niet. Hij houdt zich niet aan regieaanwijzingen. Bij de opnames van ‘Joker’ kroop hij tijdens een scène doodleuk in een koelkast, zonder dat de regisseur op de hoogte was. Het is heerlijk dat PTA hem de rol van een wild om zich heen slaand beest schonk. Phoenix bleek geboren voor de rol.

Let op de lichaamstaal van Phoenix, die hier een kaduke man neerzet: de ene mondhoek opgetrokken, een oog halfdicht, schouders voorovergebogen en met de handen vreemd steunend op de heupen. Soms mompelt hij zich door de scène. Tegelijkertijd is hij hilarisch. Freddie is op roverstocht wanneer hij de parmantige dame Mildred Drummond ontmoet. Hij schudt haar de hand, maar raakt ook op onwennige wijze haar parelsnoer aan, alsof hij op het punt staat de ketting van haar hals te sleuren. Dit is een miniem element maar iedere keer als ik het zie, lig ik dubbel.

Daartegenover staat de betreurde en veel te vroeg overleden Philip Seymour Hoffman – een van Andersons vaste medewerkers, die de ultieme sad boy speelde in ‘Magnolia’. Dat was een acteur die elke rol aankon, wat voor weinigen weggelegd is. Als sekteleider lijkt hij een zorgzame en innemende figuur, maar het is vooral een man die aan zelfpromotie doet. Freddie maakt iets bruisends wakker in hem, maar hij heeft zijn ziel reeds lang geleden verkocht aan de duivel.

Het was ongetwijfeld een moeilijke rol om te spelen wegens het vals enthousiasme dat Dodd voortdurend moet uitstralen, maar Hoffman kwijt zich onwaarschijnlijk goed van zijn taak. Dan zijn er die bijzondere momenten wanneer zijn harnas doorboord wordt, zoals wanneer iemand het aandurft hem kritische vragen te stellen over zijn leer. Dodd verliest zijn geduld en scheldt de man heerlijk uit voor “pig fuck!”. Ik mis Phil zo.

Is your life a struggle?

Ik moet stilstaan bij twee prachtige scènes tussen Phoenix en Hoffman. De ondervragingsscène, die het volledige derde hoofdstuk van de film uitmaakt, is een verbale shootout die zijn gelijke niet kent. PTA knipt heen en weer tussen zijn acteurs, maar hij weet maar al te goed dat de camera ononderbroken houden op een acteur diens prestatie extra in de verf kan zetten, wanneer het moment daarom vraagt. In de scène legt Dodd Freddie het vuur aan de schenen: “Do your past failures bother you? Is your behavior erratic?” Bij de climax van de ondervraging besluit de cineast niet meer te knippen naar Hoffman, maar houdt hij zijn camera gefixeerd op Phoenix. De randen van het beeld kunnen hem nauwelijks houden, terwijl hij tiert: “I don’t know. I DON’T KNOW!

De tweede scène speelt zich af wanneer beide mannen in de gevangenis belanden. Dodd zit rustig in zijn cel, wanneer een troep agenten de razende Freddie naar die ernaast sleept. Phoenix speelt de scène als een woesteling en eens achter slot en grendel slaat hij de toiletpot in zijn cel aan diggelen. Leuk, ware het niet dat dit gefilmd werd in een historisch gebouw en het breken van de pot ook niet in het scenario stond. Phoenix breekt hier à l’improviste doodleuk een ‘beschermd’ toilet – wat hij ook al deed in ‘Walk The Line’ toen hij ongepland een lavabo uit de muur trok. De discussie tussen hem en Dodd die erop volgt, is ontzettend intens. Enkel de tralies beletten hen elkaar te verscheuren. Dat de twee acteurs elkaar de huid volschelden op de meest brute wijze, maakt het feest van de scène compleet.

Giechelen met Paul

Hoe hoger in de top 25, hoe meer er over de films te schrijven valt. Ik heb nog geen woord gerept over Radiohead-wonderkind Jonny Greenwood, die de muziek schreef. Zijn samenwerking met PTA – al gaande sinds 2007 – is de mooiste bromance in de hedendaagse cinema. Na vijftien jaar muziek componeren voor diens films, behoort de muzikant tot de absolute wereldtop filmcomponisten. Zijn score voor ‘Phantom Thread’ is een voorlopig hoogtepunt.

PTA zit halfweg zijn loopbaan en is negen films ver, met een tiende onderweg. Al een kleine dertig jaar kan je aan zijn films zien hoe er een kleine belhamel schuilt in de regisseur. Hij is als een jongetje dat enerzijds hunkert naar liefde, maar het daarnaast ook op een gieren zet met de penismopjes die hij in zijn films steekt. PTA geeft dat kind in zich de grootst mogelijke borstel om op het canvas te schilderen, gefilterd door de geest van iemand die intellectuele cinema maakt. Zijn talent is immens en zijn zelfzekerheid is bewonderenswaardig. Een keuze maken in zijn filmografie was de moeilijkste knoop om door te hakken bij het opstellen van deze lijst, want al zijn films zijn van onschatbaar belang. Ze zijn een constante in mijn leven en spelen vaak in huis. Het voelt alsof PTA een vriend is waarmee ik samen de giecheltrut kan uithangen. Paul is altijd vlakbij, exact waar ik hem nodig heb.

Waar te zien? VOD (AppleTV).

Verscheen in deze reeks:

1) ‘Under The Skin’ (Jonathan Glazer, 2013)

2) ‘The Tree Of Life’ (Terrence Malick, 2011)

3) ‘In The Mood For Love’ (Wong Kar-Wai, 2000)

4) ‘The Master’ (Paul Thomas Anderson, 2012)

5) ‘Miami Vice’ (Michael Mann, 2006)

6) ‘Zama’ (Lucrecia Martel, 2017)

7) ‘Amour’ (Michael Haneke, 2012)

8) ‘Memoria’ (Apichatpong Weerasethakul, 2021)

9) ‘Le Scaphandre Et Le Papillon’ (Julian Schnabel, 2007)

10) ‘Blonde’ (Andrew Dominik, 2022)

11) ‘Oldboy’ (Park Chan-wook, 2003)

12) ‘The Lord Of The Rings: The Fellowship Of The Ring’ (Peter Jackson, 2001)

13) ‘Mulholland Drive’ (David Lynch, 2001)

14) ‘La Grande Bellezza’ (Paolo Sorrentino, 2013)

15) ‘Enter The Void’ (Gaspar Noé, 2009)

16) ‘Suspiria’ (Luca Guadagnino, 2018)

17) ‘Gunda’ (Victor Kossakovsky, 2020)

18) ‘Mandy’ (Panos Cosmatos, 2018)

19) ‘Altiplano’ (Peter Brosens & Jessica Woodworth, 2009)

20) ‘Spirited Away’ (Hayao Miyazaki, 2001)

21) ‘Silence’ (Martin Scorsese, 2016)

22) ‘Hable Con Ella’ (Pedro Almodóvar, 2002)

23) ‘The Rider’ (Chloé Zhao, 2017)

24) ‘Hunger’ (Steve McQueen, 2008)

25) ‘Good Time’ (Josh & Benny Safdie, 2017)

Related Images: