De kogel voor von Weber? Christoph Marthaler haalt ‘Der Freischütz’ uit liefde door de mangel

Opera Ballet Vlaanderen, ‘Der Freischütz’ 
Een bruidegom die zijn wederhelft moet verdienen met het doden van een dier? Hoewel Carl Maria von Webers ‘Der Freischütz’ in de categorie met frequent opgevoerde opera’s thuishoort, staat het narratief diametraal tegenover de realiteit van de 21e eeuw. Christoph Marthaler, die de voorbije drie decennia uitgroeide tot een internationaal icoon van absurdistisch muziektheater, ziet in de verstikkende tradities van een ingedommelde jagersgemeenschap evenwel een treffende parallel met conservatieve politieke strekkingen vandaag. Hij ensceneert ‘Der Freischütz’ in een achterafzaaltje van de lokale parochie, waar geen mens oude mores in vraag mag stellen.
Doorheen zijn carrière heeft Marthaler dikwijls samengewerkt met Anna Viebrock, die ook nu scenografie en kostumering verzorgde. Ze bouwde een kantine na waarin eenzame oude mannen hun eigen gelijk belijden in gezelschap van hun ingelijste voorouders. Slechts de vermeende glorie van gebruiken die al eeuwen lijken mee te gaan, geeft hun leven enige betekenis. Wie aan die geplogenheden morrelt, moet dus wel een vijand zijn… Vestimentaire folklore, antieke liederen en op gezette tijden een glas bier: meer hebben de jagers niet nodig om de werkelijkheid buiten hun refter te houden. Dat net zij, in de verschaalde walm van hun paar vierkante meter wereldbeschouwing, xenofobie vertalen als gezond verstand, maakt Marthaler angstaanjagend duidelijk.
Om dat te laten zien, voegt de regisseur niet alleen nieuwe teksten toe. In wezen haalt hij de hele vertelling overhoop, en ontmantelt hij enkele cruciale passages uit het origineel. Het legendarische smeden van de zogenaamde vrijkogel mondt in deze regie doelbewust uit in een anticlimax. Gordijnen dicht, en klaar ermee: Marthaler interesseert zich niet voor hocus pocus, wel voor sociale dynamieken waardoor morele terreur generatie na generatie overgeleverd geraakt.
Nadrukkelijk verplaatst Marthaler het accent van magische anekdotiek naar een abstract, tijdloos vacuüm, met absurde kolder als stijlmiddel. Zo laat hij personages mediteren over de jacht, een centraal motief dat in het feitelijke libretto nooit in vraag wordt gesteld. Heeft de jager schuld aan de akte van het moedwillig doden? En hoe moet men zich verhouden tot het eten van vlees? Zonder pedanterie stelt deze regie pertinente vragen over de menselijke omgang met de natuur, in wat zonder meer een hilarisch defilé is van geschoten wild op de bühne.
Marthalers oefening is ontzettend delicaat: het oneigentijdse verhaal als onbruikbaar voor het huidige tijdsgewricht fileren, en aan de hand van precies de authentieke partituur toch iets wezenlijk zeggen over deze tijd. De regisseur doet het, vanuit een eigengereide theatertaal die er niet voor terugdeinst om heilige huisjes te slopen. Typerend is dat Marthaler in de partituur knipt waar nodig, en tegelijk de muziek zelf tot personage verheft, door het musiceren effectief uit te beelden op scène. Dit nodigt uit tot aandachtiger luisteren, kortom het maakt dat de meticuleus bewerkte partituur niet als vanzelfsprekend geconsumeerd wordt.
A capella koorzang, morbide gescandeerde teksten, een blaaskapel op de bühne en aan het slot een kakofonie van dissonante stemmen, allemaal versmacht door een uitgeleefde traditie: de regisseur laat geen middel onbenut om ook via een geadapteerde partituur zijn concept uit te dragen. Finaal kan het niemand ontgaan dat Marthaler vanuit de notie dat ‘Der Freischütz’ sinds de première als nationalistische opera te boek staat, nadenkt over de sociale verhoudingen waarbinnen destructief en haatdragend conservatisme kan gisten.
Is Marthalers drastische aanpak een aanslag op of een hommage aan von Webers origineel? Door de opera helemaal te ontrafelen en radicaal opnieuw samen te stellen, zet de regisseur een uitdagende adaptatie in de steigers, waarbinnen de gefragmenteerde benadering van zowel de inhoud als de muziek uitnodigt om dit meesterwerk met frisse ogen en ogen opnieuw te ontdekken. Dat dirigent Stephan Zilias zich bereid toont in dit door sommigen als blasfemie bestempelde procedé mee te stappen, verdient alleszins de loftrompet. Voor een jonge dirigent zijn diens keuze immers uitzonderlijk gewaagd.
In plaats van een uitgesponnen, zeg maar langdradige ervaring, wordt deze ‘Der Freischütz’ betekenisvol van A tot Z. Zilias laat reeds in de ouverture van zich horen met enkele hyperbolische ingrepen voor wat tempo, frasering en dynamiek betreft, hetgeen hij doortrekt naar zijn integrale uitvoering. Enkele schoonheidsfoutjes van het huisorkest staan de overweldigende totaalindruk van het verknipte geheel niet in de weg. Voor de cast, die uitnemend speelt maar niet op wereldniveau zingt, geldt hetzelfde: hun aanvoelen van Marthalers theatrale retoriek blijkt elementair om diens ideeënwereld weergaloos over te brengen.
Alles samen doet deze ‘Der Freischütz’ het origineel op zijn grondvesten daveren. Niet door moderne gimmicks toe te voegen, integendeel: Marthaler ontdoet de inhoud van verhalende ballast, ontstoft de historische context en verwijst het muzikale passagewerk naar de prullenmand, om een productie over te houden die – paradoxaal genoeg vanuit de enscenering van een onleefbaar geworden neurose – opnieuw fabelachtig aandoet, en wel omdat Marthaler de magie van het spel laat zien.
Marthalers grammatica beantwoordt niet aan de geijkte wetmatigheden van de klassieke uitvoeringspraktijk, en via zijn absurde deconstructie evoceert hij exact dezelfde verbeeldingskracht die ooit aan het authentieke werk ten grondslag lag. Hoe pijnlijk de vivisectie van het origineel voor melomanen ook moge lijken, Marthalers nietsontziende toewijding en zorgvuldige de- en remontage vormen een ultiem eerbetoon aan de luister van von Webers meesterwerk. Liefde voor de muziek en liefde voor het theater zijn de funderingen van deze bewerking, die zich werkelijk alles permitteert en het publiek niettemin in volslagen verrukking achterlaat. Een unicum!

Gehoord & gezien in Opera Gent op 19/2/2025.
Copyright foto: Annemie Augustijns