De blinde passie van Des Grieux

Abbé Prévost, ‘Manon Lescaut’ 
‘Manon Lescaut’ van Abbé Prévost is een klassieker waar nu eenmaal niet aan te ontkomen valt. Een roman over een libertijns leven, met alle gevolgen van dien.
Het minste dat je van Antoine François Prévost d’Exiles (1697-1763) – vooral bekend als Abbé Prévost – kunt zeggen is dat hij in alle opzichten een avontuurlijk leven leidde. Hij deserteerde uit het leger, vluchtte uit Frankrijk, keerde nadien terug, en lag met de autoriteiten overhoop. Vervolgens sloeg hij weer op de vlucht naar Londen en Amsterdam, waar hij een relatie had met Lenki Eckhardt. Een meisje dat wellicht model stond voor Manon, een van de hoofdpersonages van ‘Manon Lescaut’, of voluit ‘Het verhaal van chevalier Des Grieux en Manon Lescaut’.
Een roman die zijn grote roem vooral te danken heeft aan de opera van Puccini uit 1893. Voorts werden er ook een toneelstuk, tv-series en maar liefst twaalf speelfilms, van gemaakt. Gustave Flaubert spaarde zijn woorden van lof niet, en typeerde het boek als de argeloosheid van de hartstocht die de twee hoofdpersonages zo levensecht en waardig maakt, hoe schurkachtig ze ook zijn.
Hoe Des Grieux zich in nesten werkt
‘Manon Lescaut’ is het laatste deel van de romancyclus ‘Memoires van een heer van stand’. Een raamvertelling waarin Des Grieux, het hoofdpersonage, door markies de Renoncour – een fictieve schrijver – wordt voorgesteld als een schrikwekkend voorbeeld van de kracht van onze driften. Een man die weigert gelukkig te zijn. Iemand die alles heeft om een schitterend leven te leiden, maar zich voortdurend in nesten werkt.
De dag waarop Des Grieux de mooie Manon ontmoet moet alles voor haar wijken. Een ware coup de foudre. Hij is stapelverliefd op haar, tot hij op een dag ontdekt dat ze vreemd gaat met Monsieur de Bxxx, een rijkaard. De man is zozeer van streek dat hij de hulp inroept van Tiberge, zijn trouwe vriend, die als een hedendaagse privédetective het reilen en zeilen van Manon moet nagaan. Eeuwige trouw aan haar geliefde is kennelijk niet aan haar besteed. Daar is Des Grieux zich dan ook terdege van bewust:
‘Ik kende Manon: ze mocht dan nog zo trouw en aanhankelijk zijn als alles goed ging, ik wist uit ervaring maar al te goed dat ik bij tegenspoed niet op haar hoefde te rekenen. Ze hield te veel van luxe en vermaak om die twee dingen voor mij op te offeren.’
Meer een verhaal over vriendschap dan over liefde
Manon is op de keper beschouwd niet zo’n boeiend personage in vergelijking met Tiberge. Telkens als hij van het rechte pad afwijkt, tot over zijn oren in de miserie zit, daagt hij als een soort reddende engel op. Tiberge – de deugdzaamheid in persoon – is een gelaagd personage in tegenstelling tot Manon, die louter als mooi en charmant wordt neergezet. Interessante informatie over haar komt de lezer uiteindelijk niet te weten, tenzij dat ze haar geliefde laat lijden en hem voortdurend van zijn à propos brengt. Nogmaals het parallelle verhaal over de vriendschap tussen Tiberge en Des Grieux is aanzienlijk boeiender dan het liefdesverhaal waar de hele roman wordt aan opgehangen.
Manon, een vals en ondankbaar schepsel
Beiden zijn er altijd voor elkaar, ofschoon Tiberge af en toe Des Grieux terecht durft te wijzen. Zit hij voor de zoveelste keer in acute geldnood, dan weet hij beter dan wie ook wat hem een donderpreek te wachten staat:
‘Nee, hij zal worden geraakt door mijn armoede – maar hij zal me vermoorden met zijn moralisme en me overspoelen met een golf van verwijten, aansporingen en dreigementen.’
Loyaliteit in de meest brede zin staat dan ook centraal in hun wederzijdse vriendschap. Manon daarentegen bedriegt hem keer op keer, dusdanig dat de lezer de indruk krijgt dat hij, als een soort masochist, ervan geniet om haar de levieten te lezen.
‘Vals, ondankbaar schepsel, waar zijn je plechtige beloften en verklaringen gebleven? Eindeloos wrede, wispelturige vriendin, wat heb je gedaan met de liefde die je me vandaag nog hebt gezworen?’
Ook al vallen er doden, wordt er geduelleerd, is er om de zoveel bladzijden sprake van bedrog, het zorgt er niet voor dat Des Grieux als een zielig personage overkomt. Hij is veeleer het type dat zijn eigen ondergang in de hand werkt, maar het zich niet realiseert. In die optiek is ‘Manon Lescaut’ het verhaal van een man die voor een avontuurlijk leven kiest, hierbij niets ontziet, en zich door blinde passie voor een vrouw in diepe ellende stort. Een roman die volkomen terecht herdrukt werd in een moderne en vlotte vertaling van Martin de Haan.
