‘A Complete Unknown’: Een gitaar zonder gevoelige snaren

‘A Complete Unknown’ (2025) 
De musical biopic charmeert al sinds jaar en dag. Het publiek krijgt mooie meezingers te horen, gekoppeld aan een stukje geschiedenis. Je krijgt wat inzicht in de mens achter de artiest en het is een moment voor de fans om samen te komen in de bioscoop: ‘Elvis’, ‘Bohemian Rhapsody’, ‘Rocketman’ en ga zo maar door. Regisseur James Mangold, die ons al de Johnny Cash-biopic ‘Walk The Line’ schonk, komt op de proppen met ‘A Complete Unknown’ en duikt in het leven van Bob Dylan. De film kan bekoren, maar de duik is ondiep.
Uit liefde voor de muziekscene
Mangold is te laat geboren. Als filmmaker toont hij zich gedreven in het maken van klassieke genrecinema zoals die wekelijks in de bioscoop kwam in de jaren 90. Films als ‘Contact’ en ‘The Fugitive’ zouden zomaar van zijn hand kunnen zijn. Maar het is een filmmaker die pas doorbrak in de jaren 2000, een tijdperk waarin die traditie van kwalitatieve speelfilms langzamerhand (en helaas) terzijde werd geschoven door CGI-spektakelcinema.
Hij heeft zich staande kunnen houden met geslaagde films als ‘3:10 To Yuma’ en ‘Ford v Ferrari’, ook al leek hij soms een fossiel in een moderne wereld. Frappant dat wanneer hij zich toch eens waagde aan een moderne superheldenfilm als ‘Logan’, hij een uitstekend resultaat kon voorleggen. ‘Walk The Line’ blijven we zijn grootste wapenfeit vinden, want die biopic sloeg een gevoelige snaar. Dat vond de filmmaker ongetwijfeld ook, aangezien hij zich met ‘A Complete Unknown’ nogmaals waagt aan het genre en zo zijn eigen werk kannibaliseert.

Het verhaal neemt een vliegende start met de jonge en onbekende Bob Dylan (Timothée Chalamet) die aankomt in de belangrijke New Yorkse muziekscene van de vroege jaren 60. Het succes van zijn folkmuziek komt razendsnel op en het duurt niet lang vooraleer Dylan een heus fenomeen wordt. De film focust zich op zijn relatie met Pete Seeger (Edward Norton), die de jonge muzikant onder de vleugel neemt. Zijn liefdesrelaties met Joan Baez (Monica Barbaro) en Sylvie Russo (Elle Fanning) komen ook uitvoerig aan bod. We volgen Dylan een vijftal jaren, tot zijn baanbrekend elektronisch rock-‘n-rolloptreden op het Newport Folk Festival in 1965.
Geen weggegooide centen
Hulde aan wie hulde toekomt: Chalamet is uitstekend in de hoofdrol. Dat hij het aandurft om zich de stem van Bawb eigen te maken en het zangwerk op zich te nemen, vergt tonnen lef. Het is genieten van wat de nog steeds maar 29-jarige kerel klaarspeelt – van arthousefilms (‘Call Me By Your Name‘) naar een blockbusterfranchise (‘Dune‘), met een heel moedige (en risicovolle) keuze om Dylan te spelen er bovenop. Dat verdient een pluim op de hoed. Hij wordt omringd door goed volk. De grootste prestatie in de cast moeten we toeschrijven aan Edward Norton, een acteur die ons ondertussen al een kleine dertig jaar regelmatig verbaast (‘Fight Club’, ‘Birdman’).
De film oogt uitstekend. Het breedbeeldcamerawerk van Phedon Papamichael is klassiek, gepast en soepel. Het productieontwerp is van hoog niveau, zoals het enkel in Hollywood kan – je krijgt een zicht op de New Yorkse straten met vintagewagens zover het oog reikt en een karrevracht extra’s die het geheel aankleden. De klankband is weelderig en de songs komen prikkelend aan bod. Samengevat: je krijgt waar voor je geld. Net zoals bij ‘Walk The Line’ dus, een project dat Mangold op een gelijkaardige manier benaderde.
Gedateerde trucen
Maar we schrijven twintig jaar na de Cash-film en het filmlandschap is gewijzigd. De zaken die ‘A Complete Unknown’ wél anders aanpakt, lijken te stranden. Het verhaal van Dylan wordt ingetogener gebracht (met een vrij donker kleurenpalet) en onderneemt een (gefaalde) poging het scenario minder oubollig te doen aanvoelen dan dat van ‘Walk The Line’ – terwijl dat conventioneel karakter van die film net zijn charme was.

Het was typerend voor Hollywood om in een klassieke biografische film het leven te deduceren tot een door trauma aangestuurde kwelling, die het kunstenaarschap van de afgebeelde figuur bepaalt (cfr. de dood van Johnny Cash’ broer toen hij een kind was). Dit zorgt voor een empathie bij de kijker, die het publiek doorheen de film draagt. Die simpele verhaaltechniek werkte nog net ten tijde van ‘Walk the Line’, maar kan anno 2025 goedkoop smaken.
Mangold stuurt gelukkig weg van dergelijke scenariotrucjes, maar wegsturen betekent ook dat het ergens anders heen gestuurd moet worden. Hier loopt de film verloren, met een vertelling die het spoor bijster is. ‘A Complete Unknown’ is repetitief en vaak meanderend, gehaast maar toch te lang, en met te weinig narratieve bouwstenen. Het scenario stokt het empathisch vermogen van de kijker, wat een zonde is. We leerden de man achter de zonnebril niet kennen. Als Mangold zou beweren dat dit net de pointe is van het Dylan-fenomeen, dan halen wij onze schouders op. Deze film heeft zijn titel niet gestolen.

De liefdesperikelen van Bob deden ons weinig. De film kent te weinig emotionele hoogtes en laagtes, waardoor het drama onvoldoende opzwepend is en zaken als de climax een euforie missen. ‘Walk The Line’ was in zijn kleurenpallet aangenaam als een Disney-tekenfilm, terwijl de te sombere look van ‘A Complete Unknown’ verveelt – nefast voor een film van 140 minuten. Als Mangold een dinosaurus zou zijn in een moderne Amerikaanse filmwereld, dan was het zelden duidelijker dan bij zijn nieuwe prent, die als een zoektocht zonder vondst voelt.
Opveren bij het omgorden
Ondanks de fundamentele problemen van ‘A Complete Unknown’ valt er genot te halen uit de film. De zelfzekere hand van Mangold aan het roer is duidelijk. De cast is uitstekend. De productie is rijk voor het oog. Maar de mooiste momenten zijn – zoals het hoort in een muzikale biopic – wanneer Dylan de gitaar omgordt en een song brengt. Op die momenten mag je mee met Bob door de wind gedragen worden.

‘A Complete Unknown’ speelt nu in de bioscoop.