Een storm die blijft bestaan

Een storm die blijft bestaan

Peter Handke, ‘Nog altijd storm 4 out of 5 stars

Met ‘Nog altijd storm’ schreef Nobelprijswinnaar Peter Handke een indringend stuk dat zich beweegt op het snijvlak van toneelmonoloog, familie-epos en lecture-performance. De tekst, zorgvuldig vertaald door Mieke Zwamborn, is tegelijk monumentaal en kwetsbaar: een meerstemmige evocatie van herinnering, verlies en morele complexiteit.

Complexiteit als vorm

Handke maakt van complexiteit niet enkel een thematisch onderwerp, maar ook een vormelijk experiment. Zijn protagonist, kind van een Sloveens-sprekende moeder en een Duitstalige soldaat, staat op een existentieel kruispunt. Zijn familiegeschiedenis weerspiegelt de verscheurdheid van Jaunfeld: sommige verwanten kozen voor collaboratie, anderen voor verzet. Handke weigert deze breuklijnen te herleiden tot simplistische tegenstellingen van goed en kwaad, maar biedt complexiteit aan als vorm.

Wat hij biedt, is geen verklaring, maar een literaire ruimte waarin stemmen fluïde, overlappend en soms onverstaanbaar spreken — als echo’s uit een familiegraf.

Een opgevoerde herinnering

De tekst meandert in fragmenten, aarzelingen, stiltes en springt uit in meerstemmigheid. Personages verschijnen en verdwijnen, zonder tijdslijn of causaliteit, alsof de herinnering zelf spreekt. Het is een taal die niet zozeer benoemt, maar zich schurend verhoudt tot het reële. De tekst performt het onvermogen om verleden te fixeren, en toont zo hoe identiteit ontstaat uit hiaten, uit pogingen die nooit volledig slagen.

‘Nog altijd storm’ is geen reconstructie van historische feiten, maar een ritueel van aandacht. Van zintuiglijk verkennen en ervaren. Een opgevoerde tekst. Een literaire performance.

Het verlies van een boomgaard

Tussen de flarden van herinnering sijpelt een zintuiglijk geladen besef van plaats en verleden. De boomgaard uit de jeugd van de verteller – met zijn appel- en perenrassen, de seizoensritmes, de geur van aarde – fungeert niet als decor, maar als geheugenlaag. Dit landschap is niet onschuldig. Het draagt sporen van geweld – en roept zo Armando’s idee van het schuldige landschap op: een plek die zwijgend registreert, en langzaam zijn sporen uitwist.

In een beklemmend fragment wordt het verlies van de boomgaard verbonden met het verlies van bestaansmacht:

‘Nu is ze morsdood, ons boerenbedrijf. Ik ben, wij zijn voorgoed van de macht beroofd. Machteloos. En zo snap ik welke macht ik had, aan de hand van onze fruitgaard daar. Onze laatste macht. Maar wat voor een. Wat een verlies, het verlies van deze macht. Machteloos, hulpeloos. De Duitsers, in de oorlog, hebben onze huizen en schuren afgebrand, maar bleven tenminste van onze fruitbomen af. En nu de bevrijders uit het westen, de Tommies en de Charlies, de Frankies en de Georges, zij maken ons af.’

De boomgaard symboliseert de laatste rest autonomie, een vorm van grondgebonden macht die niet militair of ideologisch is, maar zintuiglijk, cyclisch en geworteld.

Blijven in de storm

De lezer of toeschouwer is geen passieve ontvanger, maar medespeler in een open interpretatief proces. Door elk spoor van moralisering te vermijden, legt Handke de verantwoordelijkheid bij zijn publiek. Hij dwingt de lezer om diens eigen manieren van kijken, herinneren en vergeten onder ogen te zien — niet om ze te beheersen, maar om ze bewust te ervaren.

Het stuk nodigt uit tot traagheid: tot bewuste aanwezigheid in de ruimte van herinnering. ‘Nog altijd storm’ is geen toneeltekst die antwoorden geeft, maar een storm die de stilte niet spaart — een storm die blijft bestaan.

Related Images: