Van communistisch manifest naar klimaatprofetie: bij Opera Ballet Vlaanderen voltrekt zich een heuse coup de théâtre

Opera Ballet Vlaanderen, ‘Intolleranza 1960’ 
Een mijnramp, folteringen in strafkampen, verstikkend nationalisme en de latente dreiging van een ecologische catastrofe: de actualiteit waarop Luigi Nono zich baseerde voor zijn muzikaal-activistisch pamflet ‘Intolleranza 1960’ lijkt pijnlijk veel op de onze. Toch is er sinds de première van de avant-gardistische partituur (1961) maatschappelijk veel veranderd. Geloofde de componist nog in het idee van een collectieve revolte geïnspireerd op communistische principes, dan leven we vandaag met de historische realiteit dat het geweld waarmee een dergelijke ideologie – evenals soortgelijke Grote Verhalen – haar doctrine heeft willen afdwingen, haar ten gronde heeft gericht.
‘We moeten hier blijven, de dingen hier veranderen’, zo lepelt het libretto de boodschap van ‘Intolleranza 1960’ aan het slot in. Kunnen die woorden in een door individualisme gedomineerd tijdperk nog iets betekenen? Wel als de visuele context de handeling uit haar enge historische kader trekt. Regisseur Benedikt von Peter doet dat zonder grote gebaren. Hij zoekt geen hedendaagse parallellen voor nieuwsfeiten van ruim zes decennia geleden, maar destilleert uit reële geschiedkundige tragedies een abstract-universeel portret van de lijdende mens.
De schrijnende elegie speelt zich overigens niet af op veilige afstand van de zaal. Het publiek wordt door von Peter namelijk op de bühne uitgenodigd, om tussen de zangers de handeling aan den lijve mee te maken. Deze keuze definieert de regie in zijn geheel, want men krijgt geen traditioneel narratief te zien dat zich volgens geijkte principes richting een catharsis ontwikkelt. Bezoekers ondergaan integendeel een uitgesponnen coup de théâtre, met georganiseerde chaos als leidend principe. Psychologie en tekst verdwijnen naar het tweede plan, en wel omdat de uitzonderlijke fysieke nabijheid van het lijvige koorapparaat een intuïtieve, viscerale verbinding met het ganse gebeuren katalyseert.
Nog maar eens laat het koor van Opera Ballet Vlaanderen zien hoe ver het buiten haar comfortzone durft te gaan, door het publiek zelfs tactiel in de rumoerige atmosfeer van Nono’s partituur te loodsen. Toeschouwers worden, zonder dat de opvoering zich als grensoverschrijdend immersief opdringt, als vanzelf deelnemers, waarmee von Peter interessante kanttekeningen maakt bij Nono’s dogmatische geloof in de kracht van de gemeenschap. Als de roep van het collectief omslaat in razernij, heeft het individu dan nog de potentie om een persoonlijke ethiek in de praktijk te brengen?
Doelbewust ensceneert von Peter anderhalf uur bloedstollend tumult, waarbij hij het onhandig bij elkaar gebricolleerde verhaal over een emigrant die na een dwaaltocht langs enkele catastrofes uit de jaren ’50 besluit de wereld hier en nu te veranderen, behendig deconstrueert. Zodoende wordt ‘Intolleranza 1960’ veeleer een vitale installatie, een confronterende performance die het publiek verplicht om niet alleen de gedeelde pijn van een getroffen gemeenschap te voelen, maar ook de oerkracht die van een gezamenlijke visie uitgaat.
Hoewel von Peter vakkundig toewerkt naar een modern orgelpunt waarin de dreiging van de klimaatverandering tot een weergaloos tableau wordt omgevormd, laat hij de kans liggen om het publiek nog meer deelgenoot van de ervaring te maken. Het scenografisch concept laat immers nauwelijks ruimte voor wederzijdse uitwisseling tussen spelers en toeschouwers. Een belangrijker struikelblok is bovendien Nono’s partituur. Hoezeer dirigent Stefan Klingele solisten, koor en orkest ook op elkaar weet af te stemmen, ‘Intolleranza 1960’ is en blijft een muzikaal reliek. Zowel de belerende politiek-ideologische bloemlezing die het libretto vormt als het compositorisch idioom zijn met name compleet voorbijgestreefd.
Het pleit voor intendant Jan Vandenhouwe dat hij zich met het hele huis uitdrukkelijk uitspreekt voor sociaal geëngageerde kunst, die zich niet zozeer escapistisch als wel verbindend en misschien zelfs ethisch richtinggevend tot de wereld vandaag wil verhouden. Daarbij stelt zich evenwel de vraag of museale memorabilia zoals ‘Intolleranza 1960’ het ideale instrument zijn om een dergelijke opinie te verkondigen. Als opera actueel mag (of zelfs moet) zijn, zijn actuele stemmen dan niet beter geplaatst om het genre aansluiting te laten vinden bij wat vandaag leeft?

Gezien & gehoord in Opera Gent op 6/5/2025.
Copyright foto: Annemie Augustijns