William Kentridge toont creativiteit en veerkracht in complexe tijden

William Kentridge toont creativiteit en veerkracht in complexe tijden

William Kentridge, ‘Life as a coffee pot’ 5 out of 5 stars

Binnen een veelheid aan (online) platformen die genadeloos de concurrentie met elkaar aangaan, komen we onder meer terecht op het MUBI platform, waar momenteel de uitstékende en hoogst aanbevelenswaardige documentaire ‘Self portrait as a coffee pot‘ van en rond de wereldvermaarde Zuid- Afrikaanse kunstenaar William Kentridge (°1955, Johannesburg) te zien is.

Veelzijdig kunstenaar wiens werk te weinig te zien is

Bijzonder, ook al omdat er, op enkele heel zeldzame voorbeelden na (2021 in het Joods-Historisch Museum, 2015 in EYE Museum), in onze contreien er vooralsnog vrijwel geen werk van Kentridge te zien viel. Dat maakt de kennismaking met zijn werk via deze documentaire best indrukwekkend. Ook al omdat Kentridge een veelzijdig kunstenaar is die heerlijk grossiert in allerlei kunstdisciplines. Schilderwerk, tekenwerk, beeldend werk, theater, film, opera, dans lopen dan ook in deze documentaire kriskras door elkaar.

Speels en vrij

Deze tijdens de COVID periode ontstane negendelige documentaire valt te beschrijven als een multimediale affaire waarin tekeningen, collage, dialoog, muziek en performance een meer dan fraai gesamtkunstwerk vormen. Heel vrij en los uit de pols gemaakt. Zo laat Kentridge in verschillende interviews verstaan dat het met deze documentairereeks vooral de bedoeling was heel vrij zijn impulsen te volgen, daarbij het artistieke proces natuurlijk volgend. Zo is er bijvoorbeeld geen script, daarentegen zijn er wél een breed aantal topics die de kunstenaar in zijn atelier in Johannesburg spontaan aanbrengt.

Tegenstrijdige impulsen en twijfel

In een eerste aflevering werkt hij speels een vrije kennismaking met de kunstenaar, zijn atelier en zijn inspiraties uit. Zo voert hij onder meer een dialoog met zichzelf, waarbij hij ook niet altijd met zichzelf overeenkomt (!). Een meer dan verdienstelijke poging om de kijker duidelijk te maken dat er in zijn praktijk als kunstenaar vaak erg tegenstrijdige, soms zelfs ronduit paradoxale impulsen opduiken. Ook in de verdere afleveringen komt dat aspect duidelijk naar boven. Twijfel is dan ook heel eigen aan het werk in diens eigen atelier. Net zoals hij ook aanbrengt dat niet élk idee dat opduikt daarom ook meteen bruikbaar is. De kijker ziet Kentridge in zijn atelier impulsief tekenend met potlood of met houtskool, dan weer spelend met collages en allerhande tekstfragmenten decouperend, waar uit die ontelbare, overal in zijn studio rondslingerende fragmenten gaandeweg kleinere of soms ook best grotere kunstwerken ontstaan.

Veelzeggend is ook dat hij samen met Bronwyn Lace the ‘Centre For The Less Good Idea’ (Johannesburg) hielp oprichten. Dat maakt ergens zijn soms heerlijk humoristische, surrealistische en relativerende kijk op de wereld mee inzichtelijk. Dat centrum beoogt een ruimte te zijn om allerhande creatieve impulsen en eerste invallen die initieel direct lijken te werken, door te kunnen denken. Waarbij je het initieel impulsief opduikende idee als het ware eerst laat uiteenvallen in samenstellende elementen om vervolgens die dan opnieuw te her- en doordenken.

Korte vignettes, brede inspiraties

Via de afleveringen, korte, op verschillende manieren met elkaar verbonden vignettes die soms breed uitwaaieren, leren we zowel de complexe identiteit van de kunstenaar als diens inspiraties en fascinaties kennen. Zo put hij onder meer uit vroege cinematografische elementen, zoals van (Russische) filmmakers als Dziga Vertov bijvoorbeeld. Maar evengoed merk je de invloed van de coole en zwierige slapstick van Charlie Chaplin of dadaïstische poëzie en deconstructivisme. Op muzikaal vlak horen we in een van de afleveringen zelfs heel even ook de krakende, croonende stem van Tom Waits, terwijl er ook vele Afrikaanse vocalisten, muzikanten en dansers op zijn zelfportret betrokken worden. Een echt breed palet dus. Dat geldt ook voor zijn artistieke, multidisciplinaire praktijk.

Inhoud en vorm gaan samen

Knap is ook hoe inhoud en vorm in deze documentaire met elkaar samengaan. In de chaos en rommel van zijn atelier nodigt Kentridge de kijker uit. Die ervaart hoe Kentridge vrijelijk van de ene kunstdiscipline naar de andere schakelt. Waarbij beetje bij beetje een ronduit indrukwekkend multimediaal spektakel ontstaat. Inhoudelijk verwerkt Kentridge vaak zwaarwichtige onderwerpen zoals oorlog of (de)kolonisatie, terwijl hij die ook heel spontaan en naturel op creatieve wijze vorm weet te geven.

Interessant is ook dat terwijl de kunstenaar in zijn atelier freewheelt en daarbij scriptloos speelt met allerhande thema’s en aspecten, hij de kijker ook aanzet om mee te denken met betrekking tot een reeks vragen rond zijn kunstenaarschap. Zoals in de allereerste aflevering waar het bijvoorbeeld gaat om de begrenzingen van een zelfportret. Bijvoorbeeld: kan een zelfportret zich achter een koffiepot verschuilen? Grappig, maar daarnaast reikt hij de kijker heel andere, soms best moeilijkere vragen aan, zoals zijn politieke verhouding en verstandhouding als ‘witte’ kunstenaar ten overstaan van zijn thuisland (‘De opinie van God is onbekend‘). Evengoed benadrukt hij de wispelturigheid van herinnering en geheugen (“onthoud hoe wispelturig het geheugen is”).

Veerkracht in moeilijke tijden

‘Self portrait as a coffee pot’ is in eerste instantie een natuurlijke, creatieve en uiterst veerkrachtige reactie op de pandemie. Tezelfdertijd is het ook een wonderlijke ode aan het leven, aan de rommel, chaos en tegenstrijdigheid die er inherent mee gepaard gaat. Zijn eigen atelier in Johannesburg beschouwt Kentridge dan ook als een soort ‘safe space van stupiditeit’. Of zoals hij het zelf terloops in zijn documentaire ergens stelt : “het atelier is een ruimte van transformatie // een geluid wordt een lijn // een lijn wordt een tekening // een tekening wordt een schaduw // een schaduw krijgt het gewicht van een presse-papier // een beweging wordt een woord // een woord wordt een kleur // wat we hebben is niet enkel de vertaling maar ook een spoor van de energie van transformatie”.

Daarmee raakt hij de essentie van zijn kunstenaar zijn. Het is een proces, waarbij verandering het sleutelwoord ergens lijkt te zijn. Je kan dan wel pogen de dingen ergens te vatten, te tekenen, te schilderen, vast te leggen op een of andere manier. Dat alles laat sporen na. Daar ligt misschien ook de sleutel van zijn hele oeuvre.

Mooi om te zien ook is hoe Kentridge gaandeweg toewerkt naar een slotmoment waarin een zeker optimistische uitbundigheid overheerst. Om vervolgens bij de gedachte stil te staan dat zelfs in moeilijkere en complexe tijden mensen hoedanook de noodzaak zullen ervaren om te spelen, om te dansen en te zingen. En ja, ook de noodzaak zullen blijven voelen om te creeëren en sporen in de geschiedenis na te laten. En terwijl die gedachte opduikt, zie je als kijker hoe een uitgebreide brass band het hele atelier (inclusief Kentridge) op sleeptouw neemt en op levendige tonen de straten van Johannesburg intrekt.. .

‘Self-portrait of a coffee pot’ is momenteel op Mubi te zien.

Related Images: