The Substance grossiert in glitter, glamour en gore
‘The Substance’ (2024)
Anti-rimpelcrèmes, mascara, fillers, liposucties… Het lijstje met zalfjes, poedertjes en alle andere foefjes die ons de eeuwige jeugd beloven, is lang. Wat als je slechts één schoonheidsproduct nodig had om Vadertje Tijd en Moeder Natuur te verschalken? ‘The Substance’, een groteske bodyhorror van regisseuse Coralie Fargeat, drijft het gedachte-experiment tot het uiterste. De tweede langspeler van de Franse cineaste overrompelde de jury in Cannes met gevoelens van weerzin én bewondering en leverde haar zo het beeldje voor beste scenario op.
Fitfluencer
In ‘The Substance’ staan de schijnwerpers op Elizabeth ‘Liz’ Sparkle (Demi Moore) gericht. Tijdens de hoogdagen van de Zweedse gymnastiek was de populaire aerobicsinstructrice niet weg te slaan van het kleine scherm. Maar nu, vele jaren later, lukt het de inmiddels vijftigjarige Sparkle enkel nog haar benen en niet de kijkcijfers hoog te houden. Tot groot ongenoegen van de slijmerige tv-bons Harvey (Dennis Quaid), die de gymnastiekcoryfee bedankt voor bewezen diensten en onmiddellijk een vacature uitschrijft voor haar jongere troonopvolgster.
Bruusk gekatapulteerd van de spotlight naar de luwte, zit Sparkle plots zonder zendtijd en zelfwaarde. Tot een doktersbezoek een uitweg uit haar existentiële crisis biedt: The Substance. Een experimentele verjongingskuur die middels celdeling een jeugdige kloon van jezelf op de wereld zet. In Liz’ geval heet die Sue (Margaret Qualley), en als nieuwe fitfluencer mag zij de fakkel overnemen van Sparkle als schermgezicht.
Liz ziet in Sue een tweede leven als tv-icoon, maar het Faustiaanse pact komt met één grote voorwaarde: week om week moeten de twee elkaar afwisselen. Die balans moet strikt gerespecteerd worden, want de jeugdigheid van Sue en de ouderdom van Liz werken als communicerende vaten. De spelregels zijn klaar en duidelijk, maar de sirenenzang van succes klonk zelden zo verleidelijk.
Dubieus lichaamsvocht
Vanaf de start regent het oor- en oogsnoep. Dansmontages, zo strak als de billen die erin getoond worden, flitsen voorbij. Composities en kleurenpaletten recht uit modemagazines domineren het scherm. Sounddesign, snedig en sappig, bespeelt het trommelvlies. De mannelijke blik viert hoogtij, maar zienderogen ontspint ‘The Substance’ zich in geriatrische gruwel, om uiteindelijk los te barsten in een wansmakelijk slotakkoord. Passeren de revue: opengereten ruggen, naalden die letterlijk door merg en been gaan, afstervende ledematen, véél bloed, etter en alle andere dubieuze lichaamsvochten denkbaar.
Het moge duidelijk zijn: ‘The Substance’ handelt in extremen en excessen. In dit verhaal over sterren, zowel de rijzende als de tanende, stelt Fargeat op brutale wijze de wegwerpcultuur van Hollywood aan de kaak. Een niet mis te verstane aanklacht tegen de beperkte houdbaarheidsdatum van vrouwelijk schoon en het onbereikbare schoonheidsideaal dat daarbij hoort.
Die kritiek is niet uitsluitend aan het adres van Tinseltown gericht. ‘It gets harder each time to remember that you still deserve to exist,’ krijgt de aftakelende Sparkle toegeworpen ergens in het midden van de film. ‘The Substance’ windt er geen doekjes om: onze samenleving vergaapt zich aan jeugdigheid en gunt al wat grijs oogt geen blik waardig.
Achilleshiel
De sterke kant van de film is ook meteen zijn zwakte. Fargeat zoomt in op elke etterende huidporie, maar als personages ontbreekt het Liz en Sue aan diepgang. Dat maakt de donkere spiraal waarin Sparkle verglijdt meer lachwekkend dan verontrustend.
Al die goorheid zorgt voor zure oprispingen, maar geen krop in de keel of stomp in de maag. Je kijkt naar iets vies, maar voelt je niet zo. De hele kijkervaring blijft daardoor niet lang hangen wanneer je de cinemazaal verlaat, maar de film zelf blijft niettemin een bioscoopbezoek waard. Al doe je dat best op een nuchtere maag.
‘The Substance’ is momenteel te zien in de bioscoop.