Terrin en de geruststelling van het irrationele

Terrin en de geruststelling van het irrationele

Peter Terrin, ‘Nog lang geen winter’ 4 out of 5 stars

Shane Carruths sciencefiction film ‘Primer’ (’04) is opmerkelijk in al zijn onnadrukkelijkheid. Een garage, een vreemdsoortige doos die nog het meeste weg heeft van een oversized magnetron en twee personages. Er komt geen flux capacitator of DeLorean DMC-12 aan te pas. Langzaam worden de twee mannen in de film zich bewust van de ontwrichtende effecten die de tijdmachine op hun levens uitoefent.

Dezelfde verwarring exploreert Terrin in ‘Nog lang geen winter’. De premisse van de roman – een hoofdpersonage dat plotsklaps geconfronteerd wordt met een gigantisch bedrag op zijn bankrekening – doet denken aan Tom McCarthy’s roman ‘Remainder’ (’05). Maar daar stoppen dan ook de vergelijkingen: bij McCarthy gebruikt het hoofdpersonage het geld om één specifieke episode uit zijn bestaan keer na keer te laten naspelen door figuranten, Terrin hanteert de som als een soort symbool voor het raadsel waarmee Simon wordt geconfronteerd.

‘Er leefde een vreemde onder ons dak. We hadden iemand te gast, iemand die een onkenbaar eigen leven leidde. Het was tijd om afstand te nemen, los te laten.’

Stotterende relatie

De vreemde in bovenstaand citaat is Romy. Een kind geboren met een hersenletsel, uit de relatie tussen Simon en Carla. Een koppel dat we reeds kennen uit Terrins eerdere roman ‘Al het blauw’. In ‘Nog lang geen winter’ is Carla overleden en vormt de stotterende relatie tussen vader en dochter het hoofdthema van de roman. Simon neemt een firma in tijdreizen – Quantum – onder de arm. Het doel? Het moment vinden waarop de breuk ontstaat tussen Simon en Romy in de hoop de relatie te herstellen.

Voor een schrijver die vaak getypeerd wordt als producent van een afgemeten, koel en gezandstraald proza is het opvallend hoe vaak hij erin slaagt momenten van intimiteit te capteren. Omdat Simon destijds met Carla de vlucht nam, liet hij zijn ouders achter. Wanneer hij terugdenkt aan zijn moeder, levert dit volgende passage op:

‘Koekjes op een schoteltje op het geruite tafelzeil. Ik hoorde haar plattelandsdialect […] soms hoorde ik haar uitschietende lach. Het lijkt onzinnig om een lach vrolijk te noemen, en toch had zij een vrolijke lach. De vreugde overviel haar, haar lichaam reageerde, ze hield niets achter. Misschien moest je haar zoon zijn om het te horen en er gelukkig van te worden.’

Irrationele redeneringen

Terrins roman ‘Monte Carlo’ (’14) bevat een citaat uit David Bowie’s hit ‘Space Oddity’. Het nummer begeleidde destijds de beelden van de maanlanding op BBC in ’69. Bowie schreef het onder invloed van Kubricks klassieke film ‘2001: A Space Odyssey’ (’68). Echo’s van die film duiken tevens op in ‘Nog lang geen winter’. Doorheen het verhaal van Simon en Romy duikt geregeld de figuur van ruimtevaarder Li op. Een Chinese astronaut die tijdens een ruimtewandeling een foto neemt van een monoliet. En daarna een plotse dood sterft. Wetenschappers pogen vervolgens een rationele verklaring te geven aan zijn dood.

‘Toch drongen verschillende landen erop aan om zijn stoffelijke resten, zolang de doodsoorzaak onbekend was, uit voorzorg niet in onze dampkring toe te laten.’

Het is een voorbeeld van hoe Terrin ruimte geeft aan irrationele redeneringen binnen een fictionele wereld die met de onverbiddelijke logica van een ingenieur in elkaar geschroefd is. Sciencefiction speelt zich af in ons hoofd, niet in de decorstukken. Shane Carruth weet dat, Peter Terrin ook.

Related Images: