‘Al het blauw’ is Peter Terrins portret van een verdwenen generatie

‘Al het blauw’ is Peter Terrins portret van een verdwenen generatie

Peter Terrin, ‘Al het blauw’ 4 out of 5 stars

Driekwart in ‘Al het blauw’ duikt een verwijzing op naar Gerard Reves klassieker ‘De avonden’ (1947). De roman is vooral bekend omwille van het gepieker en getob van hoofdpersonage Frits Van Egters. Minder wordt er stilgestaan bij de manier waarop Reve Van Egters’ ouders neerzette: met oog voor detail.

Detail is ook het fundament waarop het oeuvre van Peter Terrin (1968) geconstrueerd is. Een lepel aardbeienconfituur doet de verbeelding van een personage op hol slaan in Terrins ‘De bewaker’ (2009). Een kroonluchter met kaarslampen brengt een ander personage emotioneel uit balans in de verhalenbundel ‘De bijeneters’ (2006).

In ‘Al het blauw’ stopt hoofdpersonage Simon abrupt met zijn studies. Hij vult zijn dagen met bezoeken aan café Azzurra waar hij met zijn vriend Marc vertoeft, rondrijden met een Mazda 323 en huishoudelijke klussen. Gaandeweg ontwikkelt zich een relatie tussen Simon en de getrouwde Carla, uitbaatster van café Azzurra. Carla schippert tussen rouwdouwer John – een vrachtwagenchauffeur met losse handen – en de frêle Simon. Een ambigue situatie ontstaat.

De wereld aftasten

Simon is een typisch Terrin-personage: iemand die een bijna klinische observatie koppelt aan een teergevoelige manier van in het leven staan. De façade waarmee ze de buitenwereld tegemoet treden is uiterst verzorgd, de contouren van hun geestelijke leven blijven verborgen achter afgemeten zinnen. Zinnen die een documentair karakter bezitten, waarin ze de wereld aftasten:

Hij kijkt om zich heen als om zijn zicht te testen. Witte tafeltjes en oranje plastic stoelen, goedkope asbakken van de brouwer, een bingomachine en een flipperkast, een jukebox. Een café zonder enige pretentie, dat niets van hem verlangt, een onverschilligheid die hem omarmt als een bondgenoot.

Een snapshot uit het recente verleden

Het universum van ‘Al het blauw’ is dat van eind de jaren tachtig. Het bestaan van Simons ouders verloopt via een bijna vastliggend schema. ‘s Ochtends de Opel Ascona uit de garage rijden om kwart na zeven, ‘s zaterdags diezelfde Opel wassen. In tegenstelling tot Simons stormachtige liefdesleven valt de dagelijkse routine van zijn ouders pover uit. En toch zindert er in de passages over Simons ouders sensibiliteit door:

Verschillende keren schiet ze wakker uit een ondiepe slaap (…) Ze heeft geen idee waar haar zoon is (…) Ze heeft geleerd om afstand te bewaren (…) Ze heeft het geprobeerd, jarenlang, te doen zoals de moeders die ze kent of de moeders in de damesbladen, maar de band tussen haar zoon en haar is anders, woorden werken niet.

Terrins roman bevat een portret van een bijna verdwenen generatie. Mensen die verzaakten aan continue zelfexploratie. Maar die op onuitgesproken manier sterk verbonden waren met familie en omgeving.

Omdat ‘Al het blauw’ in eerste instantie een werk is over Simons woelige geestesleven, speelt het verhaal van zijn ouders zich af tegen de achtergrond. Waardoor Simons ouders contradictorisch genoeg scherper in beeld komen. Deze zijdelingse manier van benaderen levert een snapshot uit het recente verleden op.

Peter Terrin evoceert in ‘Al het blauw’ de geest van Gerard Reve. ‘Al het blauw’ is opnieuw een werk van Terrin waarin het detail volledige levens blootlegt.

Related Images: