Dit is de top tien beste films van 2024, volgens Bert Potvliege

Dit is de top tien beste films van 2024, volgens Bert Potvliege

Met ‘De 25 van Bert’ net achter de kiezen is het intussen niet zo stiekem meer, maar wij houden van lijstjes. De aanloop naar het neerschrijven van onze eindejaarslijst is altijd een aangename tijd. Het is een cinefiele denkoefening waarbij we stilstaan bij de zinnenprikkelende ervaringen die de donkere zalen ons geschonken hebben. Dus laat ons het jaar even samenballen met de tien films die ons het meest raakten.

10. Miséricorde (Alain Guiraudie)

Wat houden we van verontrustende cinema. De eerste twintig minuten van ‘Miséricorde’ deden ons weinig – we vonden protagonist Jérémie eruitzien als een saaie IT’er. Maar daarna stelt die kerel merkwaardig gedrag dat ons deed fronsen. Vervolgens ging hij een stapje verder en bekeken we hem met argwaan. Uiteindelijk overschreed hij menigeen grenzen en zaten wij met brede grijns te genieten van de wel heel vreemde capriolen van onze protagonist. Regisseur Alain Guiraudie, van het fantastische ‘L’Inconnu Du Lac’, presenteert een zich heerlijk ontvouwend verhaal over deze ietwat zonderlinge man, die wegens het overlijden van een oude werkgever op bezoek gaat bij de rouwenden in een klein Frans dorpje. Hij zal het leven van de weduwe, de zoon, een oude schoolkameraad en dat van de pastoor op zijn kop zetten. Volgens het toonaangevende Cahiers du Cinema de beste film van het jaar.

9. Emilia Pérez (Jacques Audiard)

We blijven erbij dat Jacques Audiard een van de meest formidabele ambachtelijke filmmakers ter wereld is, waarmee we bedoelen dat hij het vak ontzettend goed in de vingers heeft. Zijn films tonen steevast een zelfzekere hand en een ravissante flair in het presenteren van het verhaal (‘Un Prophète’, ‘Dheepan’). ‘Emilia Pérez’ is tamelijk van de pot gerukt: we hebben te maken met een musical over de leider van een Mexicaans drugkartel die de transitie maakt naar vrouw, om dit gevaarlijke milieu te ontvluchten (moesten wij binnenstappen bij een productiehuis met deze plot, men zou ons de deur wijzen). De film is heerlijk verteld, als musical is het een topper en de drie hoofdactrices zijn uitstekend – met een fenomenale Zoe Saldana op kop. Wij voorspellen voor haar alvast een Oscar voor Beste Vrouwelijke Bijrol.  

8. Maldoror (Fabrice Du Welz)

Deze op ware feiten gebaseerde verfilming van de Dutroux-affaire was niet de beste film die we zagen op Film Fest Gent, maar wel de grootste verrassing. Waalse regisseur Fabrice Du Welz, bekend van het geinige ‘Calvaire’, maakte zowaar het eerste misdaadepos in de vaderlandse filmgeschiedenis. Het is een film die vaak doet denken aan de narratieve drive en grootse vertellingen van de cinema van Martin Scorsese, waarbij de kijker op zijn wenken bediend wordt. ‘Maldoror’ is een film op maat gesneden van een groot publiek en verdient internationaal succes. We krijgen een vlot vertelde kijk op de zaak Dutroux, door de ogen van agent Paul Chartier.

We willen graag een ogenblik het lof bezingen van hoofdrolspeler Anthony Bajon. In het verleden zagen we hem al sterk uit de hoek komen (‘La Prière’) en hij bevestigt met deze rol. Deze kerel heeft tonnen potentieel en we kijken naar de broers Dardenne om hem een hoofdrol te schenken in hun volgende prent. 

7. Vermiglio (Maura Delpero)

Regisseur Maura Delpero kaapte met haar visueel overrompelende prent, ‘Vermiglio‘, de tweede prijs weg op het Filmfestival van Venetië. De film brengt het reilen en zeilen in beeld van een kleine geloofsgemeenschap in het Italiaanse dorpje Vermiglio tijdens de Tweede Wereldoorlog, die zich ver buiten beeld afspeelt. We beleefden de film als cinema die over cinema gaat: een viering van beeldenpracht en karakterschetsen. ‘Das Weiße Bandvan Michael Haneke spookte de hele tijd door ons hoofd. Delpero bereikt niet dezelfde hoogtes als Haneke deed met zijn film, maar een ferme indruk nalaten doet ze wel. Wat hebben we genoten van de aanlokkelijke kijk op de dorpelingen, met die fantastische natuurlijke setting. We raden aan die imposante natuurlijke pracht op het grootst mogelijke scherm te bekijken. De film is in de loop van februari-maart 2025 in onze bioscopen te zien.

6. Megalopolis (Francis Ford Coppola)

Er is veel te doen geweest rond Francis Ford Coppola’s meest recente film – de reviews zijn ook grotendeels vernietigend – maar het is allemaal background noise. We leggen graag de nadruk op het ‘ervaren’ van een film. Boodschappen en thema’s, allemaal best – maar hoe is de ervaring van de film? Goed nieuws, want ‘Megalopolis’ ondergaan was een van de fijnste tijden die we dit jaar in de bioscoop beleefden: ongebreidelde creativiteit, waanzin en furie, pathos, megalomanie, in een peperdure productie.

De film, een zelfbevraging over de aard van creativiteit, is een heerlijke ervaring. Terwijl er duizend dingen aan de gang zijn op het scherm, vult Coppola zijn rijke vertelling aan met wijsheden, inzichten en vragen. Door de ietwat experimentele en improvisatorische aard van de verfilming, moet je als kijker de gewenning om verhalen helder gepresenteerd te krijgen loslaten. Liever dat de waanzin de logica overtreft, in dienst van de ervaring van de film. Wat een pluspunt is voor ons, is de kritiek van een ander. Bij deze bewijzen we nog eens de subjectieve aard van filmkritiek. Ook interessant om mee te geven: het voelt alsof de film slecht onthaald moést worden, opdat Coppola zijn punt zou kunnen maken.

5. Evil Does Not Exist (Ryûsuke Hamaguchi)

Ryûsuke Hamaguchi volgt het indrukwekkende ‘Drive My Car’ op met het uitstekende ‘Evil Does Not Exist‘, over een afgelegen wonende vader en dochter die samen met andere dorpelingen opkomen tegen de plannen van een firma om vlakbij hun thuis een campsite te bouwen. Hamaguchi omarmt met verve de beginselen van slow cinema en presenteert een film die rust brengt, op een manier zoals het in 2021 verschenen ‘After Yang’ voor elkaar kreeg. We houden van de relevantie van onthaastingscinema en de films op de tweede en derde plaats in deze rangschikking bevinden zich in hetzelfde vaarwater. Vele kijkers haakten af bij de intentioneel dwarsliggende symbolische conclusie van Hamaguchi’s verhaal, maar die afwikkeling voegt een intrigerende laag toe aan het geheel. De Japanse filmmaker is een welgekomen stem in contemporaine cinema en we kijken uit naar wat volgt.

4. Anora (Sean Baker)

We zijn al langer fan van het Amerikaanse neorealisme van Sean Baker (‘The Florida Project’, ‘Red Rocket’), dus we waren door het dolle heen toen hij met ‘Anora’ de Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes in de wacht sleepte. De film is een feest om te beleven, met die voor Baker typerende energie in verhaaltechniek en acteerspel. In de hoofdrol zien we een uitstekende Mikey Madison (‘Once Upon A Time… In Hollywood’) als stripper die onbezonnen in het huwelijksbootje stapt met de zoon van een Russische oligarch. De handlangers van de steenrijke familie zetten alles op alles om het huwelijk te ontbinden.

De film is als anxiety-cinema die dicht aanleunt bij het werk van de Safdie-broers (‘Uncut Gems’) terwijl hij ook het hart op de juiste plaats heeft: het verhaal heeft een prachtige ontknoping. Na een doldwaze eerste 40 minuten settelt de film zich in een heerlijke tocht doorheen de stad met een aantal prikkelende personages en situaties. De in real-time gebrachte schermutseling in het huis van de oligarch laat een indruk na. Yura Borisov in de rol van Igor raakte ons diep. De film wordt getipt als favoriet voor de Oscars, maar we hopen dat hij het niet haalt. Baker is de mooiste stem in Amerikaanse independent-cinema – het voelt incorrect om dergelijke bekroning van mainstream-Hollywood te krijgen.

3. Here (Bas Devos)

Belgische trots Bas Devos timmert verder aan een pracht van een filmografie met deze buitengewoon relaxerende film. Het is niet dat Devos de lat hoger legt dan anderen; hij legt ze gewoon ergens anders. Zo neemt hij ons met ‘Here‘ bij de hand mee naar een schouwspel van zalvende menselijke interactie, met Brussel als canvas waarop hij met brede verfstroken schildert. We krijgen een blik op een Roemeense arbeider die rondloopt in de stad met een plasticzak vol soep, die hij uitdeelt aan vrienden en kennissen.

Het vergt een open geest van de kijker om samen met de cineast de sprong te wagen in wat hij hier bekokstooft, want zijn film is atypische cinema. Er is geen sprake van een plot met een bevredigende conclusie, geen protagonist die een kentering meemaakt en ook geen hapklare moraal om mee te nemen naar huis. Het gaat hier over film als een ervaring, waarbij er zacht maar resoluut op de rem wordt gestaan. Zo schuilt de kracht van de prent in het scheppen van een rust en soelaas, waarbij tijd bijna een arbitrair gegeven lijkt. Noem het gerust een therapie.

2. Samsara (Lois Patiño)

Spaanse filmmaker Lois Patiño doet iets bijzonder met zijn film en activeert het publiek op zeldzame wijze. Met ‘Samsarabrengt hij het rechtlijnige en eenvoudige verhaal van een oude vrouw die reïncarneert in een geit. Halfweg de film overlijdt de vrouw en wordt de kijker uitgenodigd om de ogen te sluiten en het eigenlijke reïncarneren mee te beleven in een uitgebreide sequens, waar de geest van de vrouw overgaat en je de rest van film beleeft vanuit het standpunt van het dier.

De beelden en de sfeer zijn fijne toonbeelden van traagheid en ontspanning, maar uiteraard zal elke kijker zich die eigenlijke overgang van de reïncarnatie onthouden. Ongeveer een kwartier lang krijgt de toeschouwer kleurvlakken en merkwaardige klankeffecten voorgeschoteld. Die kleurvlakken creëren een sensatie die je met gesloten ogen voelt. Qua communale belevenis is de film ontzettend mooi om samen met vreemden in een bioscoopzaal te mogen ervaren. De plot vergt niet de allergrootste verbeelding van de cineast om een meditatieve rust te schenken aan zijn publiek, maar dit neemt niet weg dat ‘Samsara’ een bijzonder stukje cinema is. Het was een bioscoopervaring die we niet snel zullen vergeten.

1. The Zone Of Interest (Jonathan Glazer)

Tien jaar na het traumatiserende ‘Under The Skin’ volgt cineast Jonathan Glazer die film op met ‘The Zone Of Interest’. Toen eind januari na de voorstelling de zaallichten aangingen, wisten we al dat het moeilijk zou zijn om dit horrordrama de hoogste plaats in onze lijst af te snoepen. De narratieve insteek is eenvoudig: de film verhaalt over het reilen en zeilen in het huishouden van de familie Höss, waar de pater familias commandant is van het Auschwitz-vernietigingskamp net naast de deur.

Verhaaltechnisch is er sprake van een gedurfde ingreep: van het kamp krijgen we niks te zien, maar we horen de horror op de geluidsband, steeds minder verscholen tussen de beelden van spelende kinderen in een tuin in bloei. Op vormelijk vlak kwam er dit jaar geen film in de buurt van Glazers bevreemdende kijk op het leven van dit nazigezin. Door het gebruik van verborgen camera’s en door de thematische urgentie van de klankband creëerde hij een audiovisueel wonder van een film, met een perfecte beeldtaal. Politiek geëngageerde cinema van Jonathan Glazer is niet echt iets waarop we zaten te wachten, maar de film is wel verschroeiend effectief. Niemand brengt menselijke imperfectie op artistieke wijze tot leven als Jonathan Glazer.

Kan je geen genoeg krijgen van lijstjes (of van de schrijfsels van Bert)? Ontdek dan hier zijn top 25 met beste films van deze eeuw!

De redactie van Cutting Edge wenst alle lezers een spetterend 2025 toe!

Related Images: