Resideren op de vluchtstrook

Resideren op de vluchtstrook

Maartje Wortel, ‘Camping’ 3 out of 5 stars

Een camping is meer dan een lukrake plaats waar mensen hun vrije tijd doorbrengen. Het is een samenleving in miniatuurformaat. Een ideale proeftuin voor fictie.

Waar Maartje Wortel in haar novelle ‘De groef’ (’21) de omgeving beperkte tot het Amsterdamse Oosterpark, blijft de oppervlakte in ‘Camping’ tevens compact. Een paar huisjes, een ontvangstbalie, een anoniem terrein. Tegen deze spaarzame achtergrond speelt de roman zich af.

Wanneer Victorien – vergunningverlener bij het waterschap – geconfronteerd wordt met kanker bij haar vriendin Ode, vraagt Victorien naar de levensdroom van Ode. Ode wil een camping bestieren. De relatie strandt, Victorien besluit de droom van haar ex-vriendin te leven.

Exploratietocht

Ze zegt haar baan op, verbaast haar omgeving en neemt impulsief de camping over van de zusters Dagmar en Dorus. Het is begin van een exploratietocht langsheen de levens van de bewoners. Levens waarin haperingen voorkwamen, waardoor de vluchtstrook die de camping vormt hen tijdelijk adem verschaft.

Er is D.H.J. Waldorf, een mediafenomeen die zich na een compromitterende video verschuilt in een huisje. Militair Igor is invalide door een ontploft blik chilibonen en surveilleert de omgeving. Op advies van haar psycholoog zoekt Bennie alleen de camping op, om bij paniekaanvallen en piekerbuien zelf met een oplossing voor de dag te komen. Dorus fotografeert gras, terwijl zus Dagmar fictieve recensies schrijft over toneelstukken die ze nooit zag.

En er is Bilal – een man van twaalf stielen en dertien ongevallen – die een businessmodel uitgedokterd heeft waarin hij de smartphone van bemiddelde mensen “uitlaat”. Sommige mensen willen immers kost wat kost hun tienduizend stappen halen en delen op sociale media, redeneert Bilal.

Thema’s die ons het laatste decennium beroeren – surveillance, social media, publieke mores – passeren op die manier de revue, zonder dat Wortel daarbij de relativerende toon verliest.

‘Omdat je achteraf pas begrijpt wie je nu bent, wil je straks terug naar wie je ooit was. Je verandert door de tijd, maar de tijd is sneller dan jij. Vandaar dat je pas achter veel dingen komt als het te laat is. Het is meestal zelfs te laat om te zien dat alles goed is.’

Voor dit soort zinnen lees je Wortel. Daarnaast koppelt ze geregeld scherpe observaties aan humor.

‘Op verschillende statafels stonden borrelnootjes, maar die golden eerder als ontmoediging dan als aanmoediging om je welkom te voelen. Het is algemeen bekend dat geen enkel zichzelf respecterend mens van borrelnootjes houdt.’

Verzameling kortverhalen

De indruk ontstaat dat ‘Camping’ eerder uit een verzameling uitstekende kortverhalen bestaat dan het een roman is. Het einde voelt op die manier kunstmatig aan, alsof ‘Camping’ nu eenmaal een krachtig slotakkoord nodig had.

Wortel lees je nu eenmaal niet voor het plot of de ingenieuze constructie, maar omwille van haar talent op een bijna nonchalante manier aforismen te formuleren:

‘Een tijdje ging het goed, zoals veel dingen een tijdje goed gaan. Tot ze niet meer goed gaan.’

Related Images: