Gluck op speed en Orestes aan de coke: verleden wordt heden bij Opera Ballet Vlaanderen
Opera Ballet Vlaanderen, ‘Iphigénie en Tauride’
Weinig beelden zijn zo emblematisch voor de Russische aanval op Oekraïne als de foto’s van het in maart 2022 gebombardeerde theater in Marioepol. Deze aanslag op de veilige en universele haven die cultuur is ineens terugzien op een operabühne? Noem het op zijn minst verrassend. De Spaanse regisseur Rafael R. Villalobos laat zich evenwel nooit in met stoffige regieconcepten die opera als atavistisch bourgeoisvermaak cultiveren. Voor hem moet en zal het genre modern zijn, of helemaal niet zijn.
Een link tussen Marioepol en het historische gebied der Tauriërs, waar de handeling van Glucks opera zich afspeelt, is overigens niet vergezocht, want de Krim en het Tauride uit de titel liggen op een spreekwoordelijke boogschoot van elkaar verwijderd. Villalobos heeft de enscenering echter niet geheel herleid tot hedendaagse kritiek. Daar leent het libretto zich hoe dan ook niet toe. Wel tracht de regisseur om het gevoelsmatig spectrum van de opera, dat omwille van het archaïsche kader achterhaald zou kunnen aandoen, te verlevendigen.
Dat de ouverture het publiek als bij donderslag (opgepast: bominslag!) terugvoert naar recente feiten, is kortom vooral bedoeld als een uitnodiging om de handeling, geënt op Griekse drama’s die inmiddels minder tot het collectief memorie zijn gaan behoren, te laten resoneren met de wereld van vandaag. De hedendaagse aankleding en dito context maken in ieder geval een ethische denkoefening mogelijk die van alle tijden is. Dienen de personages zich te houden aan transcendente, intuïtieve dan wel autoritair opgelegde wetten en geboden? Net uit het innerlijke conflict dat resulteert in een tragische verscheurdheid, destilleert Gluck het materiaal voor zijn bloedstollende opera.
Villalobos’ gedurfde bühnebeeld werkt vanaf de eerste minuut wonderwel. Meteen is de cascade van geweld, die als rode draad doorheen de handeling loopt, een gegeven waartoe de zaal zich moet verhouden. Interessant is daarbij dat de regisseur het koor als publiek ensceneert, waarbij een aaneenschakeling van tableaux de hevigheid van het gezongen torment van de personages geraffineerd kracht bijzet dan wel nuanceert. Tegelijk slachtoffer, medeplichtige en commentator op de handeling, is de rol van de gemeenschap bijzonder ambigu. Misschien stelt Villalobos op die manier subtiel in vraag of de oorlog nog zou voortduren als de internationale en interne mogendheden zich een andere attitude ten aanzien van het conflict zouden aanmeten?
Villalobos neemt evenwel geen politieke stelling in. Daarvoor is zijn mise-en-scène trouwens te sterk betrokken op het narratief. Een eenvoudige maar doeltreffende prelude zuigt het publiek onmiddellijk in de actie, en het tumult volgend op Agamemnons zoenoffer houdt Gluck ruim twee uur razend spannend. Hoewel dirigent Benjamin Bayl de meer lyrische passages vakkundig onderscheidt van de epische drift waaruit alle muzikale energie lijkt te ontspruiten, ligt het accent onmiskenbaar op de verhalende dramaturgie, die schitterend gestalte krijgt vanuit de orkestbak. Bayl dirigeert het huisorkest naar een zinderende en bijwijlen adembenemende lezing, met een onweerstaanbare boog die de volledige duur van de opera volgehouden wordt. Ook het koor, dat zich in een scala aan gemoedsbewegingen aandient, overtreft zichzelf met een regelrechte glansprestatie.
De solisten ten slotte nemen, net als de dirigent, pathos en hartstocht voor op psychologische nuance, en dat rendeert. Michèle Losier zingt een begeesterende titelrol bijeen, Kartal Karagedik zet Orestes neer als een wervelwind en Reinoud Van Mechelen excelleert als vurige Pylades. Misschien laat Villalobos kansen liggen om grondiger en abstracter te mediteren over wat ‘Iphigénie en Tauride’ anno 2024 zou kunnen betekenen, maar het publiek krijgt niettemin een bloedstollend spektakelstuk te horen en te zien. Klank en beeld vinden elkaar feilloos, in wat een onberispelijke symbiose is. Een mens zou gaan geloven dat regisseur en dirigent al jaren een vaste tandem vormen, en dat wil al wat zeggen…
Gezien & gehoord in Opera Antwerpen op 25/10/2024.
Copyright foto: Annemie Augustijns