‘Firebrand’, met Alicia Vikander en Jude Law als toxisch koninklijk echtpaar, is een thriller zonder spanning
‘Firebrand’ (2024)
De verfilming van de historische fictieroman ‘Queen’s Gambit’ van Elizabeth Freemantle werd, om verwarring met de Netflix-serie te vermijden, tot ‘Firebrand’ gedoopt. Een bijzonder lijvige Jude Law en Alicia Vikander tekenen present als Henry VIII en diens laatste vrouw, Katherine Parr.
The one who survived
‘Divorced, beheaded & died. Divorced, beheaded, survived.’ Het versje dat kinderen aan de andere kant van het Kanaal reciteren om te leren hoe het de vrouwen van Henry VIII vergaan is, vat meteen ook zijn karakter samen. De koning was een rokkenjager, een charmeur, maar kende geen genade als het hem tegenzat. Opponenten – inclusief twee van zijn vrouwen dus – werden aan de lopende band geëxecuteerd. Gedurende zijn troonbezetting rolden er meer koppen dan op het hoofdkwartier van Open VLD tijdens de laatste verkiezingsdag.
Over de koning is al in overvloed gezegd, geschreven en gefilmd. Maar het is 2024, dus zeggen we: ‘De koning is dood. Lang leve de koningin!’. ‘Firebrand’ is niet het verhaal van Henry VIII, maar dat van zijn laatste vrouw. Katherine Parr (Alicia Vikander), of ‘the one who survived’, is regentes ad interim terwijl haar man (Jude Law) naar Frankrijk reist.
Ze profiteert van zijn afwezigheid door heimelijk af te spreken met een bevriende prediker van het protestantisme en de waarden van deze ‘gevaarlijke’ religieuze stroming op slinkse wijze te introduceren aan het hof. Wanneer Henry terugkomt en vermoedens krijgt van Katherines precaire bezigheden, lijkt ze een vogel voor de kat. Haar enige hoop berust op het feit dat die kat al lang niet meer de vinnige panter is die hij vroeger was.
Late night pasta en roomijs
Jude Laws koning volgt de tendens van de laatste jaren waarbij machtige mannen uit de geschiedenis, al dan niet terecht, neergezet worden als versleten, narcistische bullebakken die vooral tussen de lakens hun echtgenotes niet weten te bevredigen. Waar Joaquin Phoenix als Napoleon krampachtig nog enkele haastige lendenstoten wist te produceren, krijgt Jude Law als Henry met moeite nog zijn vette reet op het koninklijke hemelbed gehesen. De Engelsman ruilde voor de rol zijn sexappeal in voor een dieet van late night pasta en liters roomijs. Zijn Henry is een regelrecht varken.
Alicia Vikander daarentegen oogt scherp en speelt navenant. Het gevoel dat Henry voortdurend als een schaduw over Katherine hangt, weet ze perfect te vertalen naar het scherm. De Deense Oscarwinnares, nog altijd maar 35, leek na ‘Tomb Raider‘ van het voorplan verdwenen, maar luidt met ‘Firebrand’ een soort van comebackjaar in. Later dit jaar volgen de politieke komedie ‘Rumours’ en het dystopische drama ‘The Assessment’.
Die twee laatste kregen in respectievelijk Cannes en Toronto reacties die meer beloven dan wat ‘Firebrand’ te bieden heeft. Want ‘Firebrand’ mist wat. De film mist enerzijds chemie tussen zijn hoofdrolspelers. Vikander en Law zetten boeiende figuren neer, maar wanneer ze samen ten tonele verschijnen knettert het niet echt.
Anderzijds schort er iets aan het tempo. Regisseur Karim Aïnouz is vooral bekend om zijn Braziliaanse drama’s met een vleugje romantiek, die visueel wat aan Almodóvar doen denken. Hij is het dus gewoon om het narratief af en toe wat op z’n beloop te laten. In ‘Firebrand’ zou het net rond Katherine zich echter wat sneller mogen sluiten.
Ook de spanning waar de tweede helft op teert, wordt deels tenietgedaan door het feit dat je op voorhand weet dat het hoofdpersonage zal overleven. Een strakker tempo had het beklemmende gevoel dat Aïnouz beoogt ten goede gekomen.
De kostuums en de intieme, faux-historische setting bieden soelaas, maar de film wordt vooral overeind gehouden door zijn twee hoofdrolspelers. De comeback van Vikander en de curiositeit die de vertolking van Law is, zijn twee redenen om ‘Firebrand’ te zien, maar het vuur zal vermoedelijk sneller dan voorzien uitdoven.
‘Firebrand’ speelt vanaf 25 september in de bioscoop.