Robert Macfarlane bepleit een wettelijke status voor rivier, bos en natuur
Robert Macfarlane, ‘Leeft een rivier’
“Steden groeien op de oevers van rivieren en vergeten langzaam hun ecologische, hydraulische oorsprong. Later bezwijken ze langzaam onder hun gewicht, tenzij datgene waaruit ze zijn ontstaan met kracht nieuw leven wordt ingeblazen: de rivier.” (‘Leeft een Rivier?’)
De Britse auteur Robert Macfarlane (1976, Nottinghamshire) heeft zich doorheen de jaren ontpopt tot een van de meest invloedrijke stemmen in de hedendaagse natuurliteratuur. Zijn oeuvre is rijk en veelzijdig, met titels als ‘De laatste wildernis‘, ‘De oude wegen‘, ‘Hoogtekoorts‘ en het aanbevelenswaardige ‘Benedenwereld : reizen in de diepe tijd‘. Naast zijn natuurboeken schrijft hij ook dichterlijk proza (‘Ness‘, met illustraties door Stanley Donwood) en prentenboeken (‘Het lied van de wereld van morgen‘), en werkt hij geregeld samen met kunstenaars zoals bijvoorbeeld de Britse grafische kunstenaar Luke Adam Hawker (het voorlopig onvertaalde ‘Firefly‘).
Rechten voor rivieren
Met zijn recent verschenen boek ‘Leeft een rivier?‘ voegt Macfarlane opnieuw een intrigerend hoofdstuk toe aan zijn oeuvre. In dit werk stelt hij de prikkelende vraag of het niet stilaan tijd wordt om de natuur – bossen, rivieren, landschappen – een wettelijke status toe te kennen. Geen evidente kwestie, en Macfarlane beseft dat maar al te goed. Toch gaat hij het debat niet uit de weg. Integendeel: hij onderzoekt of rivieren een ziel, een stem, of zelfs een recht op leven kunnen hebben. En als dat zo is, hoe vertalen we dat dan naar ons denken, handelen en vooral: onze wetgeving?
Tegen de stroom in
De gedachte dat een rivier zou kunnen ‘leven’ druist in tegen de dominante opvatting dat natuur louter een passief gebruiksobject is. In ‘Leeft een rivier?‘ houdt Macfarlane echter een krachtig en genuanceerd pleidooi voor de levendigheid – of ‘animacy‘ – van de natuur. Gesteund door inzichten uit de wetenschap, literatuur en filosofie (o.a. Eduardo Galeano, Robin Wall-Kimmerer,..), stelt hij dat bossen kunnen ‘denken’ en rivieren kunnen ‘herinneren’. Het zijn ideeën die rebels en tegendraads aanvoelen, maar tegelijk verrassend overtuigend worden gebracht.
Het boek is niet alleen een intellectuele verkenning, maar ook een persoonlijke vertelling. In een aangrijpende passage vraagt Mcfarlanes’ negenjarige zoon Will of “de rivier dood is”. Even later lezen we over waterlopen die zó vervuild zijn dat je er een fotorol in kunt ontwikkelen. In het hoofdstuk over de Ganges in India onderbouwt Macfarlane deze bikkelharde realiteit ook met tot reflectie stemmende cijfers en statistieken:
“uit een longitudinaal onderzoek is gebleken dat er in 1949 negenveertig vissoorten in de Cooum zwommen, in 1979 eenentwintig en in 2000 nul. Als gevolg van de massale vissterfte in 2014 en 2017 lag het strand rond het estuarium van de Adyar bezaaid met tienduizenden sardines en harders. Ze waren doodgegaan doordat het chroomgehalte negendertig keer zo hoog was geworden als maximaal is toegestaan.”
Een dringende boodschap
Hoewel de ecologische urgentie van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies bekend is, slaagt Macfarlane erin om zijn lezers een frisse, diepgaande blik te bieden. Zijn lyrische, beeldende stijl maakt zijn betoog niet alleen overtuigend, maar ook meeslepend. Hij toont hoe een andere manier van denken – opener, empathischer – kan bijdragen aan een héél andere manier van handelen.
Wie met Macfarlane meereist naar Los Cedros in Ecuador, de Ganges in India of de Magpie River in Canada, ziet hoezeer de natuur wereldwijd onder druk staat. Ondanks overweldigend wetenschappelijk bewijs blijft het helaas nog steeds erg moeilijk om beleidsmakers echt te overtuigen van de noodzaak om de natuur wettelijke rechten toe te kennen.
Toch blijft Macfarlane niet steken in theorie. Hij benadrukt onder meer het belang van lokale gemeenschappen en grassroots-activisten, die vaak verrassend effectieve resultaten boeken. Lokaal en bottom-up blijft voorlopig het meest haalbare pad. Tegelijk nodigt hij de lezer uit om kennis te maken met verwante denkers zoals onder meer Josef DeCoux (aan wie het boek passend opgedragen is), Eduardo Galeano, Thomas Berry en Robin Wall-Kimmerer, die eveneens pleiten voor een diepere verbondenheid met de natuur.
Een boek dat alles bundelt
‘Leeft een rivier?‘ is tegelijk reisverslag, filosofische meditatie en maatschappelijk manifest. Het is een aanrader voor iedereen met een hart voor natuur, verwondering en reflectie. Macfarlane brengt een hartstochtelijk, goed onderbouwd en poëtisch pleidooi voor de rechten van rivieren, bossen en het leven zelf.
Robert Macfarlane presenteert het boek op 22 september 2025 tijdens een ILFU Talk in Tivoli / Vredenburg, Utrecht.

