David Van Reybrouck onderzoekt de contouren van een aardepolitiek

David Van Reybrouck onderzoekt de contouren van een aardepolitiek

David Van Reybrouck, ‘De wereld en de aarde’ 3 out of 5 stars

Recent werd schrijver, archeoloog en historicus David Van Reybrouck (°1971) aangesteld als Denker der Nederlanden. Daarmee treedt hij in de illustere voetsporen van prominente denkers zoals onder meer Marjan Slob, Hans Achterhuis, René Gude, Daan Rovers en Paul van Tongeren. De aanstelling door Stichting Maand van de Filosofie gebeurt sinds 2011 tweejaarlijks en is op inhoudelijk vlak een carte blanche. Een van de allereerste daden van de kersvers aangestelde Denker der Nederlanden is het uitgeven van een nieuw boek.

Vérdenken

Met ‘De wereld en de aarde‘ wil Van Reybrouck vooral het vérdenken, het “naar het heden kijken vanuit de verre toekomst en het verre verleden”, in de aandacht stellen. Het denken ook voorbij de waan van de dag, voorbij enige geografische grenzen of sociale bubbels. Zo wijst hij in ‘De wereld en de aarde’ ook op de opvallend sterke dominantie van westerse denkstromingen, terwijl er net zoveel inspiratie te putten valt bij andere, bijvoorbeeld oosterse denktradities.

Het interessante bij Van Reybrouck is misschien vooral hoe hij verschillende disciplines met elkaar vermengt. Van meet af aan zijn democratie, natuur en klimaat ankerpunten in zijn werk. Al wil hij met zijn nieuwste boek, een dun en kernachtig ‘denkboek’, opnieuw de urgentie van klimaatbewust handelen naar voren schuiven. Zo luidt de ondertitel niet geheel toevallig ‘hoe houden we het veilig?’

Op de allereerste pagina’s zit Van Reybrouck in de kamer van zijn kindertijd waar hij een plastic wereldbol aantreft:

Alles was zo goed geregeld. Je had de wereld en je had de aarde. De wereld, dat was lichtje aan: het heldere kleurenspel van grenzen en mensen en hoofdsteden en snelwegen. De aarde, dat was lichtje uit: de donkere massa der continenten, zeestromingen, bergmassieven, toendra’s, taiga’s, evenaarswouden en poolkappen. Zo hadden we het opgelost.

Democratische struikelblokken

Gaandeweg overloopt Van Reybrouck kort de geschiedenis van de diplomatie, die hij ruwweg in twee grote omwentelingen ordent. Om zo onder meer vast te stellen dat het overleg op basis van staatsbelangen (raison d’ état) steeds vaker op eigen limieten botst. Dat brengt Van Reybrouck tot een kort pleidooi voor een duurzaam en klimaatbewust beleid dat veel verder kijkt dan louter staatsbelangen. Een ‘raison de Terre’, zo luidt het.

Op de weg daartoe zijn er momenteel wel enkele grote struikelblokken. Zo wijst de auteur erop dat grootschalige klimaatconferenties, ondanks de alsmaar toenemende urgentie om te handelen maar bitter weinig concrete engagementen inhouden. Ook in democratisch opzicht is er een deficit daar lobbyisten op dergelijke klimaatsconferenties vaak letterlijk meer ruimte krijgen en zo sterker invloed uit kunnen oefenen.

Loting als uitweg

Dat alles, de klimaatcatastrofe en de democratische impasse, noopt Van Reybrouck tot de vraag hoe we het nog veilig kunnen houden. Vooral daar onze democratische recepten, middelen tot antwoord daarop, niet langer meer volstaan. We gaan dus collectief best een heel andere richting uit dan momenteel het geval is, zo stelt de auteur vast. De huidige crises verder bezweren met middelen die niet langer meer afdoende, is als idee niet langer meer houdbaar.

Wellicht is het dus meer zinvol om andere wegen op te zoeken, waarbij Van Reybrouck voorzichtig op zoek gaat naar manieren waarop die ‘aardepolitiek’ concreet vorm kan krijgen. Een belangrijke suggestie daarin zijn globale ‘klimaatburgerberaden’ met door loting aangewezen burgers. Of zoals Van Reybrouck het zelf formuleert :

Tegelijkertijd is de centrale vraag eigenlijk heel eenvoudig: hoe gaan we de aarde bewoonbaar houden? Kijken we stilzwijgend toe, gevangen in de verlammende logica van de voorbije decennia, ervan overtuigd dat het bestaande erg gebrekkige overlegmodel het enige mogelijke is? Of laten we ons inspireren door wereldwijde peilingen en fascinerende experimenten die aantonen dat gewone burgers veel méér willen en zelf een cruciale rol kunnen spelen?

Related Images: