Gaea Schoeters’ ethisch experiment

Gaea Schoeters’ ethisch experiment

In 2020 verscheen de eerste uitgave van ‘Trofee’ in het Nederlands. Deze confronterende roman van Gaea Schoeters werd inmiddels vertaald naar onder andere het Engels, het Duits en het Kroatisch.

Na een succesvolle tournee door Duitsland, waarbij Gaea veelvoudig werd geïnterviewd en te gast was in lessen over wereldliteratuur, werd het tijd voor een tweede uitgave. Dat lijkt ons terecht. Want ‘Trofee’ is geen vrijblijvende leeservaring, maar een roman die zich verankert in het geheugen van de lezer — scherp, kritisch, en zeer intelligent gecomponeerd.

Representaties van Afrika

Wat deze tweede uitgave vooral aantoont, is dat de thematiek van het boek niets aan urgentie heeft ingeboet. Sterker nog: met het oog op actuele debatten rond de dekolonisatie van het denken en de representatie van Afrika, lijkt ‘Trofee’ vandaag nóg relevanter.

De white gaze naar binnen gekeerd

Centraal staat het perspectief van Hunter White — een ironisch gekozen naam voor een personage dat de verpersoonlijking is van de white gaze. Zijn visie op de jacht, zijn relatie met zijn vrouw, zijn omgang met de lokale bevolking: alles wordt gekleurd door een diepgeworteld, kolonialistisch wereldbeeld. Maar Schoeters hanteert zijn focalisatie als een vorm van interne kritiek. Ze laat de lezer van binnenuit getuige zijn van zijn zelfgenoegzaamheid, zijn blinde vlekken, zijn morele ondergang.

Dat is meteen ook de kracht van de roman: de spanningsboog is niet enkel narratief, maar ideologisch. Schoeters voert een literaire strategie van ondermijning. Ze laat een oud genre spreken, om het te ontmaskeren. De roman wordt zo een spiegel voor een westerse blik die zichzelf nog al te vaak als maat der dingen beschouwt.

Intertekstualiteit als kritiek

Schoeters’ roman speelt een weloverwogen spel met intertekstualiteit. Niet alleen verwijst ze naar Joseph Conrads ‘Heart of Darkness’, ze herkadert ook het koloniale literaire genre waarin mannelijke jagers hun avontuur in de wildernis beschrijven. Denk aan de jachtverhalen van J.A. Hunter of het existentiële machismo van Hemingway.

Waar deze teksten de superioriteit van de westerse man vaak impliciet bevestigen, draait Schoeters het script radicaal om. Ze eigent zich het koloniale genre toe, maar gebruikt het om precies die ideologische fundamenten te ondermijnen. Het resultaat is een roman die zijn lezers niet enkel meesleept, maar ook destabiliseert en vooral confronteert.

De koedoe zijn

Wat ‘Trofee’ bijzonder maakt, is dat het niet enkel het westerse perspectief op Afrika problematiseert, maar ook ruimte maakt voor een andere vorm van verbeelding: die van de inheemse jager, van een andere verhouding tot de natuur, tot het dier, tot het bestaan en de dood zelf.

Hier valt een interessante parallel te trekken met ‘Human-Animal Relationships in San and Hunter-Gatherer Cosmology’ van Mathias Guenther (2020). In dit antropologische werk staat het concept van ontologische mutabiliteit centraal: het vermogen van individuen om in andere vormen van zijn te treden, zowel mentaal (“feeling eland”) als lichamelijk (“being eland”).

Guenther beschrijft hoe San-gemeenschappen in Zuidelijk Afrika de grens tussen mens en dier, tussen lichaam en geest, niet als vaststaand zien. Zijn concept van ontologische mutabiliteit — de mogelijkheid dat mensen tijdelijk ‘eland worden’, of zich eland voelen — daagt westerse dichotomieën tussen natuur en cultuur uit.

‘Het dier raakt uitgeput, maar de jager wint aan kracht. Hij neemt haar energie. Jij denkt als een buffel, maar hij wordt een koedoe. Hij loopt met haar lichaam, kijkt met haar ogen, controleert haar geest. Nog even en hij zal haar laten stilstaan. Het zal niet lang meer duren nu.’

Deze vorm van zijnsbeleving — tijdelijk, veranderlijk, relationeel — contrasteert fel met het denken van personages als Hunter White. Waar hij jacht ziet als dominantie, tonen jagers zoals die van de San jacht als een spirituele interactie, waarin wederzijdse erkenning tussen mens en dier centraal staat. Schoeters maakt geen expliciete ethnografische analyse, maar haar roman opent wel degelijk een ruimte waarin deze meerstemmigheid mogelijk wordt.

Trofee als morele ontmanteling

Met ‘Trofee’ heeft Gaea Schoeters niet alleen een roman geschreven die stilistisch verfijnd en intertekstueel rijk is, maar ook een werk dat zich positioneert binnen een bredere ethische en intellectuele beweging. Door het koloniale genre van binnenuit te bevragen en te ondergraven, confronteert ze de lezer met de hardnekkige blinde vlekken van het westerse wereldbeeld. Haar protagonist Hunter White fungeert als zowel symptoom als spiegel: hij belichaamt een blik die decennialang als neutraal werd gepresenteerd, maar in werkelijkheid diep ideologisch is gekleurd.

Tegelijkertijd laat ‘Trofee’ zien dat er alternatieven bestaan. Door ruimte te maken voor andere verbeeldingsvormen, stelt Schoeters het dominante narratief niet alleen ter discussie, maar wijst ze ook op het belang van epistemische diversiteit. Afrika verschijnt in haar roman niet langer als decor voor westerse zelfprojectie, maar als een ethisch experiment.

Related Images: