Liep Hilde Van Mieghem achter haar verhaal aan?

Liep Hilde Van Mieghem achter haar verhaal aan?

Hilde Van Mieghem, ‘De drie duifkes’ 2 out of 5 stars

‘De drie duifkes’ is het lang verwachte literair debuut van Hilde Van Mieghem (1958). Een turf van ruim vierhonderd pagina’s die trilt van de nauwelijks te tellen rake klappen die erin vallen. Een verhaal van drie vrouwen die, ondanks wat hen overkomt, zich niet laten knechten. Een overvloed aan clichés, goedkope sentimentaliteit à la Courths-Mahler en naturalistische elementen tillen het verhaal net iets boven verstrooiingslectuur.

Hilde Van Mieghem, alom tegenwoordig in de media, doet van alles. Nadat ze door Hugo Claus werd opgepikt voor een spraakmakende rol in zijn film ‘Vrijdag’, bouwde ze als actrice een stevige reputatie op. Nadien ging ze als regisseur achter de camera staan, om ten slotte als columniste elke week in De Morgen over haar lief en leed te berichten. De column als een vingeroefening naar het grotere werk, de roman. Als opgroeiend meisje had ze zoveel aangrijpende verhalen over haar grootouders gehoord die ze in de loop der jaren grotendeels had opgetekend. Een Bildungsroman drong zich als het ware op.

Zegt ze in De Morgen (11.6.2022): ‘Het boek deed zijn eigen zin met mij, ik liep achter mijn verhaal aan. Het is alsof er iets groter is dan jezelf en dat je hoofd daarvoor openstaat. Je geeft iets door, alsof je een predikant bent die Gods woord hoorde en daarover moest vertellen.’ Met zo’n quote plaats je je als auteur op zo’n hoge sokkel dat het gevaar reëel is dat je eraf dondert.

Geen meanderende zinnen of stilistische hoogstandjes

Het opzet was zonder meer ambitieus: een roman opzetten waarin je opgezogen wordt, zodat je in het beste geval – naar het voorbeeld van de grote meesters – er helemaal in verdwijnt. Het is zeer de vraag welke boeken Van Mieghem allemaal heeft gelezen en wat ze met ‘De drie duifkes’ voor ogen had. Naar het volume te oordelen was het schrijfplan alleszins ambitieus. Niets op tegen op voorwaarde dat je alles in de juiste bedding weet te houden. Een roman is nog altijd iets anders dan een filmscenario of louter een vertelling neerschrijven. Van Mieghem schrijft zoals ze praat. Ze is bepaald geen auteur die meanderende volzinnen, metaforen of stilistische hoogstandjes uit de pen laat vloeien.

Cyriel Buysse en Lode Zielens achterna

‘De drie duifkes’ ademt volledig de sfeer van een naturalistische roman. Alle kenmerken zijn erin aanwezig: maatschappijkritiek (het contrast tussen rijk en arm), een voortdurende ontnuchtering, de totale afwezigheid van symbolisme, ongelukkige protagonisten, taboedoorbrekende seksualiteit en een constant aanwezig determinisme.

Alsof ze in de leer is geweest bij Cyriel Buysse en vergeten namen als Reimond Stijns, Edward Vermeulen en Gustaaf Vermeersch. Of was het Lode Zielens die haar met ‘Moeder, waarom leven wij?’ – ze zette in de VTM-serie van het boek met verve het personage Mariette neer – die haar naar de pen deed grijpen? Feit is dat alles wat ze in ‘De drie duifkes’ oproept zich tegen nagenoeg dezelfde sociale achtergrond afspeelt.

Waarover gaat het nu in deze roman die de periode 1918-1964 overspant? Madeleine, Tine en Juliet, de drie vrouwelijke protagonisten kennen alle drie een ongelukkig liefdesleven. Eerstgenoemde zit in een gedwongen huwelijk gewrongen, maar blijft hopen ooit de echtelijke sponde met Duck, haar grote liefde, te kunnen delen.

‘Als een zoutpilaar zat Madeleine aan tafel. Haar huwelijksnacht zou ze doorbrengen in dit huis, in Octaafs slaapkamer boven het café. Doodsbang was ze voor wat komen zou.’

Tine, dochter van een armoedige kolenhandelaar, daarentegen lacht het geluk aanvankelijk toe. Verliefd op Armand, een onderwijzer, ziet ze de toekomstig rooskleurig tegemoet. Als haar geliefde tijdens de Eerste Wereldoorlog naar het front moet, keert hij helaas met een Shellshock terug. De mooie Juliet, dochter van een geile cafébazin, wordt als jong meisje al door de lokale dorpsdokter misbruikt. Op rijpere leeftijd als au pair werkzaam bij een Joods valt ze voor de heer des huizes (Aron) die haar bezwangert.

‘Het japonnetje trok ze een beetje omhoog, zodat haar dijen goed zichtbaar waren. Arfon was verslingerd aan haar dijen. Zo bleef ze wachten; hij zou pas komen als zijn vrouw diep sliep.’

Een stortvloed van clichés en sentimentaliteit

Het laat zich raden dat een vreemde speling van het lot ervoor zorgt dat de drie vrouwen elkaar na verloop van tijd ontmoeten. Ze zijn uiteraard present op het huwelijksfeest van Madeleine en Duck, waar de bruid het lied van de drie duifkes aanheft:

‘Drie duifkes, het één was koppig, het ander ijdel en het derde brutaal. (…) Gij Tine, gij zijt het ijdele duifke! (…) Het koppige duifke ben ik, lachte Madeleine. Het derde, het brutale duifke , is Juliet.’

Een cascade van trieste voorvallen – verkrachtingen, dronkenschap, ongewenste zwangerschappen, Jodenvervolging in Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog en hongersnood – zorgen ervoor dat de drie vrouwen uiteindelijk niet zonder elkaar kunnen. Een origineel gegeven dat door goedkope sentimentaliteit, zwakke dialogen (zo spraken volkse mensen vroeger niet) en een stortvloed van clichés tot lectuur wordt herleid. Vertellen kan Van Mieghem als geen ander, maar voor roman is wel wat meer nodig. Hiermee is dan ook alles gezegd.


Related Images: