Een aangrijpende kennismaking in brieven
Alex Boogers en Renate Dorrestein, ‘Buitenstaanders in brieven’ 
‘Buitenstaanders in brieven’ is de treffende titel voor de correspondentie tussen Renate Dorrestein en Alex Boogers. Bepaald geen voor de hand liggende pennenvrienden. Hun correspondentie begint eind 2015 en eindigt door het overlijden van Dorrestein in 2018. Twee auteurs die, zo blijkt uit hun talloze brieven, voor elkaar amper geheimen hebben.
De grenzeloze wereld van de verbeelding
Hoe tegengesteld Renate Dorrestein (1954-2018) en Alex Boogers (1970) ook zijn – zij groeide op in een advocatengezin, hij in een arbeidersgezin – toch troffen ze op een dag elkaar. Het begon allemaal met een brief van Dorrestein op 21 december 2015. Een missive waarin ze ‘De lezer is niet dood’ van Boogers als een eloquent schotschrift prijst. Wat erin te lezen staat is haar uit het hart gegrepen. Dat ze hem aanschrijft heeft te maken met uitgeverij Podium, waar ze naar haar vertrek bij Contact, een nieuw onderkomen heeft gevonden. Een ‘Jongensclub’ waar naast Boogers, ook Wilfried de Jong en Giphart tot de vaste fondsauteurs behoren.
Dorrestein is op dat moment een gevestigde waarde in de Nederlandse literaire wereld, heeft tal van titels op haar naam staan, schreef ooit het Boekenweekgeschenk, en is voor tal van belangrijke literaire prijzen genomineerd.
Boogers is uit compleet anders hout gesneden. Als bekende vechtsporter wordt door de media op hem het etiket ‘kickboksende schrijver’ geplakt. Het bezorgt hem binnen de kortste keren een schare fans. Het lukt hem pas na vijf romans een literaire doorbraak te forceren. Die komt er in 2015 met ‘Alleen met de goden’, uitgerekend het jaar dat beiden, twee totaal verschillende persoonlijkheden, met elkaar beginnen te corresponderen. Ervaart Boogers het schrijven als een karwei waarbij het verhaal hem volledig opeist, dan vertoeft Dorrestein maar al te graag in de grenzeloze wereld van de verbeelding.
Niets wijst er aanvankelijk op dat, hoewel ze haar eerste brief naar Boogers besluit met ‘let me know’, ze uit is op een lange briefwisseling met hem. Meteen na ontvangst – 21 december 2015 – antwoordt hij ‘met nederigheid in het hart’ haar brief te hebben gelezen. Zonder al te veel omhaal meldt hij niet van hoogdravendheid te houden. Het zit hem bovendien hoog hoe sommige schrijvers zich in de media aanprijzen. Erger nog: hoe bepaalde auteurs meer met cijfers dan met letters bezig zijn.
Het lichaam als noodzakelijk voertuig
Hoe ervaart ze als vrouw het schrijven? Vroeger een nagenoeg exclusieve mannelijke bezigheid. Citeert ze daarom Hemingway: ‘Literatuur gaat over oorlog voeren, hoeren naaien en kotsen in de goot.’ Boogers reactie laat niet op zich wachten: ‘Ik vergelijk mijzelf uiteraard niet met zo’n grootmeester, maar ik meen dat hij en ik juist exact het tegenovergestelde van elkaar zijn, om vervolgens toch op dezelfde weg uit te komen.’ Alsof hij zo het pad wil effenen voor een langdurige correspondentie. Spontaan en rechttoe rechtaan geschreven brieven waarvan de toonaard omslaat de dag waarop hij verneemt dat Renate Dorrestein – ze heeft slokdarmkanker – zwaar ziek is. Het laat zich raden: missives vol troostende woorden, maar wars van elke sentimentaliteit. Zo adviseert hij haar het midden te houden tussen vechten en zich eraan over te geven:
‘Op die manier behoud je nog genoeg wilskracht over om je op die zaken te richten die je belangrijk vindt. Je lichaam is een noodzakelijk voertuig, Renate. Je moet er een beetje zuinig op zijn. Maar tegelijk is het ook niet meer dan dat: een voertuig.’
Ondanks ze haar zwakke fysieke toestand nauwelijks aan werken toekomt, moedigt ze Boogers aan met schrijven door te gaan. Het sleutelwoord is ‘doorbijten’, want zo besluit ze: ‘Zet ‘m op, Alex, kunnen schrijven is een godsgeschenk!’ Hoezeer ze ook uit de vaart ligt, ze lost het schrijven niet. Meldt ze in een zoveelste brief: ‘Ik houd mezelf maar voor dat geen boek er ooit slechter van wordt als het noodgedwongen wat langer in de marinade in je hoofd blijft liggen.’
Een Continental-schrijfmachine als ultiem cadeau
Het is een indirecte verwijzing naar het feit dat ze, ondanks haar naderende dood, moedig verder blijft werken aan het manuscript van ‘De reddende engel’, haar allerlaatste roman. Eenmaal het boek is verschenen verzamelt ze al haar documentatie voor de publicatie van haar autobiografie: ‘Dagelijks werk. Een schrijversleven’.
Boogers is een van de weinig aanwezigen tijdens de presentatie ervan in april 2018. Geen groots opgezette festiviteit, enkel een ontmoeting met haar lezers in een lokale boekhandel in Heemstede.
Saillant detail is dat Dorrestein en Boogers maar één keer in Aerdenhout elkaar hebben ontmoet. Ze hadden het toen over hun beider achtergrond, het schrijverschap en onder het genot van Vlaardingse ijzerkoekjes over literaire kritiek. En dat ze hem haar klassieke Continental-schrijfmachine cadeau wilde doen. Een aanbod waarop hij niet wilde ingaan, met de guitige opmerking: ‘Dat ding is veel te zwaar voor je, dus als ik hem laat staan zal je mij niet ermee achternalopen, vermoed ik.’
Enkele weken later stuurde zijn uitgeverij hem een appje met de foto van haar typemachine, waarna hij noteert: ‘Mevrouw Dorrestein krijgt kennelijk altijd haar wens.’
‘Buitenstaanders in brieven’ is het aangrijpende relaas van twee schrijvers, die elkaar drie jaar brieven per e-mail naar elkaar versturen, over het enge literaire wereldje, het schrijven zelf en hoe ze kritiek ervaren. Maar evenzeer een ‘document humain’ over twee totaal verschillende individuen die over alle barrières heen elkaar hebben gevonden.

