Waarom maken Vlamingen misbaar over correct Nederlands

Waarom maken Vlamingen misbaar over correct Nederlands

Ann De Craemer, ‘Taal is een kat’ 3 out of 5 stars

Het is niet de eerste keer dat Ann De Craemer(1981) iets over taal publiceert. Eerder al pakte ze uit met ‘Heerlijk helder weg met krommunicatie’ ‘Groot Vlaams wielerwoordenboek’ en ‘Craemers West-Vlaams Vergeetwoordenboek’. Nu is er ‘Taal is een kat’ waarin ze haar vroegere taalcolumns heeft gebundeld.

Naast dit alles leverde De Craemer stukken voor Onze Taal en de website VRT Taal. Bijdragen waarin ze focust op de schoonheid van het Nederlands, maar evenzeer het bestaansrecht van dialecten – in casu het West-Vlaams – verdedigt. Breng West-Vlamingen ergens buiten hun provincie samen en je kunt er gif op innemen dat ze binnen de kortste keren hardop hun dialect spreken. Als ingezetene van het provinciestadje Tielt is het West-Vlaams in al zijn varianten haar dan ook niet vreemd. Daar is niets op tegen. Dialect mag er best zijn, op voorwaarde dat we met z’n allen foutloos Nederlands spreken en schrijven.

Over correct Nederlands – lees: standaardtaal – schrijven, het is en blijft een gevoelig onderwerp. Sommige Vlamingen maken nog steeds misbaar als in een Nederlands woordenboek, achter een in Nederland onbekend woord, Zuidn(ederlands) of Belgisch staat vermeld.

Alsof ze niet dulden dat woorden en uitdrukkingen, die in Vlaanderen niet gangbaar zijn, vanuit het hoge noorden komen aangewaaid. Ze lusten liever een pistolet met hesp dan een broodje ham, vragen of ze iemand mogen trekken in plaats van een foto nemen, én een tas koffie geurt hier beter dan een kop koffie in Holland. Vlamingen die pinnen verkiezen nog altijd een bankkaart boven een pinpas. Zijn ze wat Nederlands betreft dan zo’n balsturig volkje? Wie zei daar ook weer dat Vlamingen liever voor hun taal vechten dan ze te leren?

De Vlaming voelt zich goed in tussentaal

Ofschoon hij Belgen best aardige mensen vond, was schrijver Willem Frederik Hermans van mening dat ze maar beter geen boekjes over Nederlands moesten schrijven. Een standpunt dat hem door velen niet in dank werd afgenomen. Dat er in Vlaanderen louter kromtaal, dat vanop een afstand op Nederlands lijkt, wordt gesproken heeft Hermans nooit beweerd.

Het is maar de vraag hoe Ann De Craemer daar in ‘Taal is een kat’ over denkt? Dialect mag er best wezen, op voorwaarde dat het dialectsprekers binnen de Vlaamse landsgrenzen, ook lukt Algemeen Nederlands (AN) te spreken en te schrijven. Dat is lang niet altijd het geval. Onder het mom dat het merendeel van de Vlamingen er zich goed in voelt rukt tussentaal alsmaar verder op.

Een evolutie die door journalist en auteur Geert Van Istendael in Het Belgisch labyrint (1989) als ‘verkavelingsvlaams’ werd aangeklaagd. Een taalvariant – balancerend tussen Algemeen Nederlands en lokale dialecten – ver van de standaardtaal verwijderd. Bepaald niet de mening van De Craemer: een zuidelijke variant van het Nederlands is niet per se fout. Daar valt over te discussiëren. Is het niet zo dat in elk democratisch taalbestel de meerderheid bepaalt welke regels uiteindelijk gelden? Grammaticale regels en een correcte spelling gooi je niet zomaar overboord. Het zorgt ervoor dat het Nederlands nog meer gaat blinken.

De Craemers pleidooi voor tussentaal is een oratio pro domo. De deur voor tussentaal kan maar beter op een kier blijven staan. Wat er staat te gebeuren als ze wagenwijd wordt open gegooid, valt niet te voorspellen. Rijdt die goedlachse Wim Lybaert met ‘De Columbus’, zijn rijdend huis op wielen het Nederlands met zijn ‘Moar gow, zeg’ of ‘Meende gij da’ of ‘Ziet dat af, allez zeg’ helemaal aan flarden?

Dan nog liever de lievelingstante van De Craemer, die sinds haar verhuizing naar Antwerpen, sprak over ‘errebezen’ (aardbeien) en het West-Vlaamse ‘stif’ (hard, of veel) verving door ‘nijg’ (vurig, vinnig). Nee, dus liever geen onversneden dialect op de VRT. Een omroep die pretendeert te staan voor Vlaamse identiteit (?), of wat hieronder moet worden verstaan.

Sinds het heengaan van Martine Tanghe – ze was bijzonder streng wat correct Nederlands betreft – sluipen geregeld taalkundige slordigheden in het journaal. Plaatsvinden en doorgaan worden op hetzelfde hoopje gegooid, politici komen niet langer meer aan maar toe, de weerman had het laatst over ‘moest het morgen beter worden’, enzovoort. Taal evolueert – tal van Engelse woorden zoals chillen, kids, of content zijn al ingeburgerd – maar laat dit geen vrijbrief voor slordig Nederlands zijn. Van Dale en het Groene Boekje kunnen maar beter binnen handbereik blijven.

Related Images: