De beperkte wereld van Hans Warren

De beperkte wereld van Hans Warren

Mario Molegraaf, ‘Opperhuidmens’ 3 out of 5 stars

Met ‘Opperhuidmens’ schreef Mario Molegraaf (1960), de biografie van Hans Warren (1921-2001), zijn vroegere geliefde. Een hagiografie? Of een alles onthullend portret van een schrijver die, behalve met poëzie, zijn literaire faam vooral te danken heeft aan zijn ‘Geheim dagboek’

Een echte romancier is Warren nooit geworden. Wat hij ooit bij potentiële uitgevers aanbood werd als te weinig levendig, te boekhoudkundig of met een te sterk homoseksuele inslag afgewezen. Uitgever G.A. Van Oorschot vond zijn roman ‘Om het behoud der eenzaamheid’ ronduit slecht, vol stoplappen en conventioneel geschreven. Later zou Warren de titel van het boek gebruiken voor een keuze uit veertig jaar ‘Geheim dagboek’. Het dagboek om toch maar zijn plaats in de literaire wereld op te eisen. Een literair genre dat volgens W.F. Hermans als minderwaardig werd beschouwd.

‘Geheim dagboek’, waarvan het eerste deel in het najaar van 1981 verscheen, was Hans Warren voluit. Het maakte hem niet alleen, het wierp hem volledig op zichzelf terug. Een dichter-schrijver die in een universum, waarin geen tegenspraak was, leefde. Een man die met het verstrijken van de jaren vaak meer en meer klaagde en zich slachtoffer voelde. Het dagboek beschouwde hij als zijn ultieme redding, of zoals hij noteerde: ‘Ik mag niet aldoor klagen, maar dit schrift is m’n enige schouder om tegen uit te huilen.’

Gaandeweg werd hij een vereenzaamd iemand, praatte nog met weinig mensen, en er kwam amper nog volk over de vloer. Dus moet levensgezel Mario Molegraaf het maar ontgelden.

‘Beklaagt de dagboekpersoonlijkheid zichzelf graag? Of wakkert dagboekschrijven die neiging aan? Hans Warren gaf zich nogal eens over aan zelfbeklag en dat stoorde mijn dan weer. Hij klaagde uitbundig en uitgebreid over zijn gezondheid, waarbij hij lang stilstond bij wat-kan-ik-niet-meer en zelden bij wat-kan-ik-nog. En hij klaagde uitbundig en uitgebreid over mij.’

Seksuele avonturen met Algerijnse mannen

Na lang aarzelen trouwde hij uiteindelijk dan toch met Helen Ferguson, een lerares Frans. Een eerdere relatie met Maria de Roo – zij trouwde later met Jan Wolkers – was stukgelopen op zijn homoseksualiteit. De Zeeuwse schrijver vestigde zich met Helen – ze kregen later drie kinderen – in Parijs, waar Warren met jonge Algerijnse mannen optrok. Zijn vrouw liet zich naar verluidt in seksuele avonturen eveneens niet onbetuigd.

Terug in Zeeland werd de echtscheiding aangevraagd. Hij ging in Borssele wonen, kwam uit de kast en tal van vrienden kwamen er over de vloer. Tot op een dag de zeventienjarige Mario Molegraaf bij de Zeeuwse schrijver introk. Binnen het jaar woonden ze samen, tot aan de dood van Warren. Vandaar dat Molegraaf als geen ander het ‘Geheim dagboek’ kent, er openhartig over schrijft, én geregeld signaleert wat in de cahiers van Warren stond, maar niet de gedrukte versie haalde.

Met oog voor historisch perspectief schrijft hij dat het woord ‘homosexueel’ in Warrens geschreven dagboek voor het eerst valt op 26 juni 1944, Zo noteert hij: ‘Ik weet niet of ik ooit genezen kan. Ik ben wel zo grondig homosexueel dat een vrouwenlichaam mij niets doet.’ Het was hem allerminst ontgaan dat de samenleving in het algemeen afwijzend stond tegen homoseksuelen en hij voor een eenzame strijd stond die hij in zijn dagboeken dan ook moest uitvechten. Over het leven van Warren als familieman, zijn relatie met Helen Ferguson valt weinig informatie te rapen. Het leidt tot de conclusie dat daar in de periode dat Warren en Molegraaf samen waren daar weinig of nauwelijks werd over gesproken. En wordt er al iets over Warrens kinderen onthuld dan is het vilein en voor de lezer niet interessant.

Hij was meer een liefhebber dan een criticus

Hoe groot was, in vergelijking met andere literaire critici, zijn impact als recensent van de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC)? De stukjes die hij aanleverde waren veeleer persoonlijke impressies dan goed onderbouwde literaire kritieken. Hij vond zichzelf dan ook meer een liefhebber, dan iemand die op zoek was naar een literair systeem of een specifieke theorie. Toch kon hij op een ruime lezerskring rekenen. Dat kwam doordat de PZC deel uitmaakte van de Geassocieerde Pers Diensten (GPD). Grote namen zoals W.F. Hermans of Gerard Reve werden door hem niet kritiekloos besproken. ‘Uit talloos veel miljoenen’ van Hermans vond in zijn ogen weinig genade en werd als pijnlijk en ontmoedigend afgedaan. Ook Hubert Lampo werd onder vuur genomen naar aanleiding van ‘De ring van Möbius’, een boek dat als verborgen eigenwaan werd afgekraakt.

Verrassend om te lezen is dat niet alle letterkundige artikelen, waaraan zijn naam verbonden is, door Warren geschreven zijn. Heel wat recensies zijn van de hand van Molegraaf.

‘M. werkt weer als een bezetene. Ik snap niet hoe hij elke week van mijn knoeierige velletjes drie lezenswaardige stukjes voor de krant weet te maken.’ In het cahier daarentegen staat te lezen: ‘M. heeft vandaag weer als een bezetene gewerkt, de stukjes voor de krant, vooral de kroniek over Reve, uitstekend!’ Het illustreert hoe Warren – hij was een herschrijver -belang hechtte aan een vlot leesbare stijl.

Is ‘Opperhuidmens’ nu een stevige biografie? Of veeleer een hagiografie van een Zeeuwse dichter-schrijver met wie de auteur bijna een kwarteeuw heeft samen geleefd? Ook al verkondigt Molegraaf in zijn voorwoord niets dan de waarheid te spreken, feit is dat van een neutrale biografie niet echt sprake is.

Dat komt doordat hij zichzelf geregeld opvoert en niet nalaat persoonlijke anekdotes op te dissen. Dat hij zich bovendien tot louter geschreven bronnen heeft beperkt, zorgt ervoor dat het geheel behoorlijk statisch overkomt. ‘Opperhuidmens’ laat zich in de eerste plaats lezen als het afscheid van een man die voor Molegraaf een belangrijke mentor is geweest. Een autobiografisch dichter die niet vergeten mag worden.

Related Images: