Het einde van een schrijverscarrière?

Herman Brusselmans, ‘De promotie’ 
‘De promotie’ is de jongste literaire worp van Herman Brusselmans (1957). Een novelle – amper honderd bladzijden – over Walter Waterschoot, een mislukt schrijver.
Haal Brusselmans voor een camera en er valt sowieso iets te beleven. Grappen op bestelling in ‘De slimste mens’. Oesters proeven met een aldoor leuterende Sergio Herman. Hem in een museum een nacht opsluiten, bij een schrijn van Hans Memling, dat hij nadien niet meer wil zien. Waar en door wie hij ook wordt ingehuurd het publiek hangt sowieso aan zijn lippen. Gewoon omdat hij, opgegroeid op het platteland, in alle omstandigheden zichzelf blijft. Brusselmans is dus te nemen of te laten. Het is nog maar de vraag of veel jongeren wel weten dat hij, naast BV zijn, ook de auteur is van een gigantisch oeuvre dat hij de voorbije jaren bij elkaar geschreven heeft. Met als absolute uitschieters ‘De man die werk vond’, ‘De terugkeer van Bonanza’, ‘Ex-drummer’ en ‘Theet 77’.
Dat hij sinds de geboorte van zoontje Roman nu met een novelle uitpakt is geen verrassing. Eerder al had hij te kennen gegeven zijn literaire productie enigszins te verminderen.
Het noodlot tart Walter Waterschoot
Om aandacht te wekken voor deze novelle is goed nagedacht. De vormgeving van het boek is alvast origineel: rond het omslag ervan zit een wikkel, bedoeld als raamaffiche voor ‘De promotie’. Waar gaat dit literaire tussendoortje nu eigenlijk over?
Walter Waterschoot – een niet zo’n talentvol dichter – woont samen met Thera. Beiden hebben een zoontje Michael en een hond die Bert heet. Walter wil van de sigaret af en Thera is in een hotel werkzaam. Verder reikt een vergelijking met het gezin Brusselmans niet.
Om Waterschoot als dichter te lanceren, hij schrijft poëzie aan de lopende band, worden door zijn uitgever alle zeilen bijgezet. Zo wordt de promotie van ‘Poëzie bij wijze van gedichten’ aan een Antwerpse firma toevertrouwd. Een gedroomd scenario voor Brusselmans om diverse te gekke personages op de lezer los te laten.
Het laat zich voorspellen dat alles sowieso in de soep draait. De bundel is niet opgenomen in de aanbiedingsfolder, de cover slecht leesbaar gedrukt, én boven dit alles is er promotievrouw Rosita Portas, een Spaanse met een bochel. Een cascade van tegenslagen komt dus op Waterschoot af: de zaal waar zijn bundel zou worden voorgesteld brandt af, terwijl een interview voor PlusMinus TV – jawel in Harelbeke – in een complete chaos eindigt. Het deert Walter Waterschoot allerminst, het leven gaat gewoon door.
‘Thera was tevreden, Michael kraaide van plezier (…), en ik…welja, ik was vroeger een schrijver, nu niet meer, maar voor de rest ging het wel oké met mij.’
De wereld doet niks om de wereld beter te maken
Alweer vloeit de humor overvloedig uit Brusselmans pen, ofschoon hij af en toe stevig op de rempedaal gaat staan. Momenten waarop hij zich niet achter het masker van de ironie verbergt, maar passages inlast die je naar de keel grijpen.
‘Soms heb ik het moeilijk met het leven. Dan denk ik: m’n vrouw doet niks dan zagen, m’n zoontje doet niks dan huilen, m’n hond doet niks dan schooien, de wereld doet niks om de wereld beter te maken, de dictators doen niks om hun vieze oorlogen te stoppen, en ik doe niks aan dat alles, omdat ik niet durf, de kracht niet heb, de drang ontbeer.’
‘De promotie’ is wellicht niets meer dan een adempauze van Brusselmans, wiens aandacht nu voluit naar zoontje Roman en levensgezellin Lena uitgaat. Deze novelle is beslist niet het einde van een schrijver, wiens absolute meesterwerk er nog zit aan te komen. Schrijven het is voor HB zo levensnoodzakelijk als ademen.
