Hoe Liz haar laatste dagen beleefde
Jeroen Theunissen, ‘Een week’
In ‘Een week’, banaler kan een titel niet klinken, schrijft Jeroen Theunissen (1977) over de laatste dagen van Liz. Een tweeënzestigjarige terminaal zieke vrouw, die zich aan het leven vastklampt om afscheid te nemen van vrienden en geliefden, die een laatste keer langskomen. Een intiem en aangrijpend boek.
Met eerder verschenen werk als ‘De omwegen’ (2013), ‘Onschuld’ (2014) en ‘Jouw huid’ (2018) schreef Theunissen al behoorlijk stevig werk bij elkaar. Twee jaar geleden leverde hij met ‘Ik=cartograaf’ (wandeling, 2022) zijn meest succesvolle titel af. Hij behoort tot het gild van schrijvers pur sang. Degenen die gestaag verder bouwen aan een oeuvre dat louter op literaire kwaliteit is gebaseerd. Hij is bepaald niet het type dat met een straffe quote uitpakt om aandacht te genereren voor nieuw werk. Neem nu een niet tot de verbeelding sprekende titel als ‘Een week’. Het verhaal van een terminaal zieke vrouw, die zich met de inzet van al haar krachten door elke dag sleept, ten einde van geliefden en vrienden afscheid te kunnen nemen.
Een gewaagd maar aantrekkelijk procedé
Er is niets zo democratisch als doodgaan: rijk of arm, koning of stratenmaker, iedereen moet eraan geloven. En toch is het voor iedereen enigszins anders. In dit geval Liz (62) – de ik-vertelster, die met het oog op de dag van haar euthanasie halsoverkop op haar leven terugblikt. In exact één week, of zeven hoofdstukken, wordt ze volgens een gewaagd scenario in beeld gebracht. Theunissen koos voor de techniek van tijdsomkering. Dit wil zeggen dat de lezer eerst haar sterfdag, in aanwezigheid van familie en vrienden, meemaakt waarna Liz weer tot leven wordt gewekt. Zo komen we te weten wie die vrouw uiteindelijk was, en welke dramatische gebeurtenissen en conflicten haar leven hebben beheerst.
Er is bijvoorbeeld de gespannen relatie met Marthe, haar biologische moeder, die op haar zeventiende zwanger was.
‘En Marthe vertelde, ik mocht je niet eens aankijken, dat was in die dagen de algemene overtuiging, dat je bij adoptie best het kind niet aan de biologische moeder toont, want dat dan een band op iedere mogelijke wijze vermeden moest worden…(…) dat beeld hoe jij mij huilend verliet, en ik heb dagenlang zelfs wekenlang zelfs maandenlang lucht gewiegd in mijn armen en mij voorgesteld dat jij het was.’
Een stoet van personages komt langs
Maar voor alles is er haar relatie met Suzzie op wie ze halsoverkop verliefd werd en haar man verliet. Hun relatie strandde na verloop van tijd, maar nu is ze terug alsof er tussen beiden niets gebeurd is. Nooit eerder was hun relatie zo liefdevol en intens:
‘En haar hand ligt op mijn buik. En ik herken de hand van lang geleden, het gevoel van die hand op mijn buik. (…) Hoe ze sinds gisteren bij mij slaapt, en hoe het geen goed idee was, of misschien was het wel een goed idee.’
Om het allemaal niet te dramatische laten overkomen – uiteraard komen haar zoon Dorian en zijn geliefde langs – passeren ook enkele andere personages langs het sterfbed. Er is een altijd giechelende begrafenisondernemer, er zijn de buren die met een bloemetje op bezoek komen en lege momenten worden met een spelletje Rummikub gevuld. Zelfs schrijver Filip wordt met een knipoog in het hele verhaal opgenomen.
‘En hij zegt dat het allemaal geen zin meer heeft.
Heb je aan je roman gewerkt?
En hij antwoordt, de hele godganse dag. Twee zinnen,
zegt hij. Twee zinnen?
En ik zeg, twee zinnen zijn twee zinnen.
Geschrapt, zegt hij, ik heb twee zinnen geschrapt.
Schrappen is ook belangrijk, zegt Suz.’
‘Een week’ is in al zijn soberheid zowel een heftig als ontroerend boek, waarin Theunissen een ogenschijnlijk banaal leven in al zijn grootsheid etaleert. Een treffend bewijs van zijn breed stilistisch palet.