Jeroen Theunissen wijkt van de rechte lijn af
Jeroen Theunissen, ‘Ik = cartograaf’
Op de langspeler ‘Born Sandy Devotional’ (’86) van de Australische groep The Triffids is het nummer ‘Lonely stretch’ terug te vinden. Een man is erin de weg kwijt, belandt in een desolaat gebied. Hij heeft amper oog voor het landschap rondom hem, is opgeslokt door persoonlijke besognes. De ondertoon is bezwerend. Er is iets fout gelopen met een geliefde.
In Theunissens nieuwste boek bereikt de wandelende schrijver tevens geregeld plaatsen die weinig terug te vinden zijn op de bucketlists van zelfverklaarde reizigers. Streken waar het dagelijkse leven zijn gang gaat, zonder dat er “toeristensuiker” – een door Theunissen gemunt begrip in dit werk – werd toegevoegd. Waar mensen rommelige levens leiden. Locaties die zich slecht laten vertalen op sociale media.
Europa als een lapdeken van verhalen
Het vertrekpunt wordt in “Ik = cartograaf” gevormd door Ierland, eindpunt is Istanbul. Daartussen ontplooit zich een Europa dat zelden onze kranten of nieuwsberichten haalt. Een gebied dat voor 1989 grotendeels onttrokken werd aan de post-W.O. II Westerse levensstijl.
Toch wordt de hoofdmoot hier niet gevormd door journalistiek proza in de stijl van Frank Westerman of Geert Mak. Theunissen is er niet op uit waarheden te reveleren. Ook is er bij hem geen hoop om innerlijke schoonheid te vinden.
‘Wandelend, heb ik wel eens gelezen, zou men zichzelf vinden, maar vaak als de vermoeidheid en het steeds gelijke ritme diep genoeg waren, verloor ik mijzelf in plaats van mezelf te vinden. Wie zou zichzelf ook willen vinden? Zo bijzonder ben ik niet.’
Verhalen, dat is de as waarrond “Ik = cartograaf” draait. Beenderen die worden teruggevonden in Gent, een exodus die plaats vond in Polen tussen ’44 en ’46. Zonder verhaal blijven het louter feiten die verdwijnen uit ons geheugen.
Het idee reizen
Die zoektocht naar verhalen vraagt een attitude die haaks staat op hoe wij reizen percipiëren anno 2022. Op een camping in Roemenië luistert de auteur naar twee Europeanen. Ze vertellen hun spectaculaire reiservaringen aan elkaar, proberen elkaar te bevestigen als kosmopolieten. Theunissen ziet het met lede ogen aan:
‘Het ergst was de Fransman […] Hij had de halve wereld afgereisd, duidelijk niet om er iets te doen, gewoon omdat het mogelijk was. […] Op vanzelfsprekende wijze voelde hij zich overal gewenst, hij zag van wat hij zag niets en hoorde van wat hij hoorde niets […]. Hij koerste en holde door de wereld.’
Wat Jeroen Theunissen daar tegenover plaatst is een houding die ruimte laat voor het toeval. Het zorgt ervoor dat hij in Oekraïne aan tafel belandt bij een koppel die hem sloten schapenkarnemelk serveren. Karnemelk die – wanneer hij zijn glas leeggiet wanneer de gastvrouw even niet kijkt – het gras purper doet kleuren. Wanneer de schrijver in Slowakije een kamer betrekt bij Jaro – een man die wilde paddenstoelen verzamelt – ziet hij hoe het verleden zich concreet manifesteert in een mensenleven.
‘Hij troonde mij mee naar de kamer waar ik zou slapen […] Veel potscherven zag ik, vaak Romeins, sommige volgens Jaro prehistorisch. Hij wees mij granaat, obsidiaan, aventurijn, kristal, opaal en pyriet … Een groot stuk van de wereld bleef hij afgereisd te hebben als assistent van een archeoloog, en overal had hij iets meegenomen.’
“Ik = cartograaf” bevat tal van dit soort ontmoetingen. Momenten waarop mensen hun verhalen delen met de reiziger die Jeroen Theunissen is. Hij stopt waar anderen doorhollen. Ja, ook Theunissen heeft persoonlijke besognes. Neen, hij stopt dit niet weg. Meer zelfs: hij schrijft geregeld over de wankele thuissituatie. Maar in tegenstelling tot het personage in het nummer ‘Lonely stretch’ blijft hij oog hebben voor de wereld rondom hem.
“Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen, dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.” Het is de beginzin van Jan Van Nijlens gedicht ‘Bericht aan de reiziger’. Een zin die tevens van toepassing is op “Ik = cartograaf”.
Een eigenzinnig, ontzettend rijk boek van een schrijver die een unieke plaats inneemt in ons taalgebied.