De soeverein van Carl Schmitt

De soeverein van Carl Schmitt

Carl Schmitt, ‘Politieke theologie’ 3 out of 5 stars




In ‘Politieke theologie’ definieert Carl Schmitt de soeverein als “wie beslist over de uitzonderingsregel”. Het boek, dat oorspronkelijk in het Duits verscheen, dateert van 1922 en verscheen in 2025 in het Nederlands bij Editie Leesmagazijn. De definitie van de soeverein klinkt verdacht eenvoudig, maar achter dit concept gaat een hele geschiedenis schuil. Het denkwerk van Schmitt is tot op vandaag relevant. Het toont de theologische afkomst van het juridisch concept in een sociologische en psychologische context:

“De sociologische ‘eigen aard van de kring personen die zich professioneel met het organiseren van het recht bezighoudt’, vereist bepaalde methoden en evidenties van juridische argumentatie. Maar ook dat is nog geen sociologie van een juridisch begrip. Het herleiden van een conceptueel resultaat tot de sociologische drager ervan, is psychologie en het vaststellen van een bepaald soort motivatie in het menselijk handelen.”

De uitzondering als kern van de soevereiniteit

Voor Schmitt is de uitzondering belangrijker dan de regel. In normale tijden functioneert de wet schijnbaar neutraal, maar in crisismomenten moet iemand beslissen of de wet tijdelijk wordt opgeschort. Wie dit bepaalt, staat dus per definitie boven de wet: de soeverein. Het begrip grijpt terug op een theologisch beeld waarin de vorst als een door God gezonden figuur, de ultieme beslissing belichaamt.

Theologie en politiek

Schmitt laat zien dat politieke begrippen vaak geseculariseerde theologische concepten zijn. Waar in het Ancien Régime de monarch de plaatsbekleder was van God op aarde, verschuift na de Franse Revolutie (1789) en de proletarische revolutie van 1848 de legitimatiebron, van het transcendente naar het volk, de klasse, of de rede. In deze verschuivingen ziet Schmitt geen lineaire vooruitgang, maar een reeks neutraliseringen. Telkens wordt een transcendent fundament losgelaten en vervangen door een ‘neutrale’ categorie. Dat is eerst het metafysische, dan het moreel-humane, en uiteindelijk het economische.

“De ontwikkeling van de Maistre naar Donoso Cortés – van de legitimiteit naar de dictatuur – laat zich enkel op deze manier begrijpen”

Joseph de Maistre verdedigde de monarchie als door God gelegitimeerd gezag. In zijn betoog overheerst de oude theologische legitimatie waarin de monarch legitiem is door zijn goddelijke fundament. Juan Donoso Cortés stelde dat in tijden van crisis legitimiteit niet volstaat. Hij legt de nadruk niet langer op de legitimiteit, maar op het besluit in de crisis en verandert daardoor een theologisch aspect naar een politiek aspect, namelijk de dictatoriale beslissing.

Secularisering en neutralisering

Schmitt besprak dit probleem in zijn voordracht ‘Het tijdperk van neutraliseringen en depolitiseringen’ (Barcelona, 1929). Hij stelde dat iedere stap in het secularisatieproces de kern van de politieke besluitvorming verder ondergraaft. Denkers als Heinrich Forsthoff en Friedrich Gogarten definieerden wat secularisering precies inhield, namelijk niet louter een verlies van religie, maar een structurele verschuiving van legitimatie en autoriteit.

Kritische herinterpretaties

Schmitts werk is in de afgelopen decennia opnieuw in de belangstelling komen te staan, mede dankzij denkers als Giorgio Agamben, Jacques Derrida en Chantal Mouffe. De Italiaanse filosoof Agamben (2004) betoogt dat de uitzondering in de moderne politiek geen uitzondering meer is, maar regel. Noodtoestanden zijn geïnstitutionaliseerd en verankerd in wetgeving, waardoor het onderscheid tussen normaal recht en uitzondering vervaagt. De uitzondering is volgens hem een juridische lacune die juist door politiek wordt gevuld, en die in de hedendaagse democratieën steeds vaker permanent dreigt te worden, denk aan de huidige situatie in de Verenigde Staten.

De soeverein in de actualiteit

De vraag wie beslist wanneer wetten niet langer gelden, klinkt vandaag misschien akelig actueel. Tijdens pandemieën, noodtoestanden of veiligheidscrisissen blijken staten bereid om verregaande uitzonderingsmaatregelen te nemen. Schmitts analyse maakt zichtbaar dat elke rechtsorde een onbeslisbare kern kent, namelijk het moment waarop de wet zichzelf niet meer kan rechtvaardigen, en er een soeverein optreedt die beslist.

Historische context

De uitgave van Editie Leesmagazijn is meer dan een vergeten filosofisch werk. Schmitts denken blijft prikkelen en verontrusten. Zijn analyse van de soevereiniteit dwingt ons na te denken over de fragiele balans tussen recht, macht en legitimiteit.

De literatuurwetenschapper Sascha Bru heeft in ‘Democracy, Law and the Modernist Avant-Gardes. Writing in the State of Exception’ (2009) gewezen op de historische realiteit waarin Schmitts denken wortelde. In de vroege 20e eeuw werd in Europa herhaaldelijk de uitzonderingstoestand uitgeroepen, niet alleen tijdens de Eerste Wereldoorlog maar ook bij interne crises zoals de Novemberrevolutie van 1918 in Duitsland. Daar werd de keuze tussen parlementaire democratie en bolsjewistische staat uiteindelijk met geweld beslist. Bru benadrukt dat in zulke momenten zichtbaar wordt hoe democratische procedures worden opgeschort en hoe de soeverein zich in pure vorm toont.

Conclusie

‘Politieke theologie’is een korte, maar complexe tekst, die vragen oproept over de fundamenten van ons politieke en juridische systeem. Deze Nederlandse vertaling laat zien hoe Schmitts kernidee (de uitzondering als moment van soevereiniteit) door latere denkers geproblematiseerd en geactualiseerd. Wie vandaag de logica van de uitzondering wil begrijpen, kan niet om Schmitt heen, maar ook niet om zijn kritische herlezingen.

Related Images: