Het geluid van hart en hoofd
Gillian G. Gaar, ‘Bruce Springsteen@75’
Popmuziek kan als een vreemd soort katalysator functioneren. Dit jaar was Luca Guadagninos film ‘Challengers’ te zien in de bioscoop, waarin een driehoeksrelatie tussen tennissers Tashi, Art en Patrick centraal staat. Wanneer Art en Tashi voor het eerst samen naar een restaurant trekken, is op de achtergrond Bruce Springsteens ‘Tunnel of love’ te horen. Iemand die enigszins vertrouwd is met de muziek van de Amerikaan weet welke kant het zal opgaan met het koppel.
Luisteren naar Springsteens muziek betekent immers jezelf vertrouwd maken met de karakters die zijn nummers bevolken. De desperado’s van ‘Thunder Road’, de gedesillusioneerden die zijn langspeler ‘Nebraska’ bevolken en de continu twijfelende geliefden van ‘Tunnel of love’. Nogal wat popmuziek is de evenknie van een ijsje op een warme dag: leuk, maar het is al een vage herinnering wanneer de laatste noot wegsterft.
Bij Springsteen ligt dat anders: zijn muziek verstrengelt zich met het tijdsgewricht waarin hij leeft. Een koffietafelboek over Springsteen is dan ook even logisch als een puzzel van Rembrandts ‘De Nachtwacht’.
Een warm mes
Koffietafelboeken vormen een merkwaardig genre. Je leest ze tijdens een verloren moment, de tekst moet zich laten lezen als een warm mes door een klont boter. Dat resulteert vaak in een stijl die het midden houdt tussen een tijdschriftartikel en een adolescentenroman. Springsteen@75 vormt daarop geen uitzondering:
Na het succes van Born to Run begon hij in zijn nummers verschillende vragen te stellen, met als voornaamste: ‘Waarom is het leven voor velen zo zwaar?’
Maar het belangrijkste lijkt ons hier dat er een gedegen chronologisch overzicht wordt verschaft, waarbij licht ondergesneeuwde albums zoals ‘The wild, the innocent and the E-street shuffle’ (’73) tot volstrekt genegeerde verzamelaars als ‘Tracks’ (’98) even omstandig worden behandeld als pakweg ‘Born in the USA’ (’84) of ‘The Rising’ (’02). Het zorgt ervoor dat je op een late avond zomaar het “gestoord stuk bigbandmuziek” (dixit Springsteen) ‘Kitty’s back’ opnieuw beluistert en je jezelf afvraagt waarom je het nummer zo lang veronachtzaamde.
Engagement
Een andere rode draad die doorheen dit overzichtswerk loopt is die van het sociale engagement. Of het nu gaat over de benefiet voor de Vietnam Veterans in ’81 of de Vote for Change-concerten van ’04: de man uit New Jersey maakte van zijn hart geen moordkuil. Ook hier weer vallen ontdekkingen te doen. Opmerkelijk is het hoofdstuk ‘Es ist schön in Ost-Berlin zu sein!’, dat handelt over het concert van The Boss in Oost-Berlijn, één jaar voor de val van de Berlijnse muur.
Springsteen wilde per se een boodschap meegeven en na het spelen van ‘Spare parts’ vertelde hij de menigte in gebrekkig Duits: ‘Ik wil jullie zeggen dat ik hier niet voor of tegen een regering ben. Ik ben gekomen om rock-‘n-roll te spelen voor Oost-Berlijners, in de hoop dat alle hindernissen ooit zullen zijn neergehaald.’
[…] Het hele concert werd door de staatstelevisie uitgezonden, al werd Springsteens toespraak gecensureerd. Maar de impact van het concert weergalmde nog maandenlang.
Springsteen@75 is een gedegen overzichtswerk, dat kan resulteren in het opnieuw beluisteren van albums en nummers die in de stoffige achterkamers van het brein zijn beland. Er bestaan slechtere activiteiten, lijkt ons. Bovendien is het boek mooi uitgegeven. Het blijft immers een koffietafelboek.
En als u ons nu wilt excuseren, we gaan opnieuw luisteren naar ‘Brilliant Disguise’. Terug te vinden op Springsteens album ‘Tunnel of love’, ons favoriete album van de beste man.