Walter van den Broeck vakkundig doorgelicht
Jos Borré, ‘Thuiskomen’
In ‘Thuiskomen’ – ‘Leven en werk van Walter van den Broeck’ – biedt criticus Jos Borré een helder overzicht van het indrukwekkend oeuvre dat Walter van den Broeck in nagenoeg een halve eeuw bij elkaar heeft geschreven. Een boek waarin aandacht wordt besteed hoe een auteur met de realiteit omspringt, de levensomstandigheden van de kleine man in beeld brengt, maar evenzeer welke invloed literatuur op de samenleving kan hebben.
De schrijver als een romanpersonage
Geen ander is zo vertrouwd met het oeuvre van Walter van den Broeck (1941-2024) als Jos Borré (1948). Eerder al publiceerde hij een monografie over hem en oogstte succes met een vuistdikke biografie over Gerard Walschap. Voor een goed begrip: ‘Thuiskomen’ is geen klassieke biografie, maar vooral een gedetailleerd overzicht van zijn carrière als schrijver.
Zijn bekendheid heeft hij vooral te danken aan ‘Brief aan Boudewijn’, de cyclus ‘Het beleg van Laken’ en het toneelstuk ‘Groenten uit Balen’. Zijn literaire betekenis reikt echter veel verder dan deze titels die in het collectieve geheugen zijn opgeslagen. Er is het voortdurend flinterdunne onderscheid tussen fictie en realiteit, de vraag wie achter zijn personages schuilgaat én zijn onvolprezen gevoel voor ironie. Bovendien aarzelt hij niet om zichzelf als romanpersonage op te voeren.
In ’Crossroads’ (2021) formuleerde hij het zo: ‘Al wie in dit boek voorkomt is een romanpersonage, ikzelf inbegrepen.’
Zijn schrijverschap duidde hij ooit in een brief aan Paul de Wispelaere, waarin hij onder andere wees op de macht van een schrijver op de dingen en mensen: ‘Ik weet nu wel: schrijven, de eerste èchte overwinning op tijd en ruimte, een dam tegen de aanstormende dood.’
Het is vanuit dit perspectief dat Borré, uiterst minutieus, zijn literaire nalatenschap onder het vergrootglas heeft gelegd.
Uiteindelijk vindt hij toch een uitgever
Van den Broeck is anno 1962 eenentwintig jaar als zijn novelle ‘De naakten’ door uitgeverij Manteau wordt afgewezen. Ook bij de literaire tijdschriften ‘De Tafelronde’ en ‘Stuip’ lukt het hem niet zijn nogal seksueel getinte novelle in afleveringen geplaatst te krijgen. Het verhindert hem niet verder te schrijven over zijn afkeer van het leven en het lot van lijdzame arbeiders.
Na zijn legerdienst begint hij in 1963 op zijn kamertje in de ouderlijke woning aan ‘De kleine ruimten’. Een roman over een jongeman die aan de benepenheid van een arbeidersgezin wil ontsnappen. De structuur en drie personages doen denken aan ‘De dag dat Lester Saigon kwam’ (1974). De neerslag van een minder gelukkige periode uit zijn leven. Hoofdpersonages uit ‘De kleine ruimten’ zijn: een getormenteerde schilder (Paul), een sjacheraar (Guy) en aspirant-schrijver Willem, die doelloos rondloopt in Olen. Wie voor laatstgenoemde model stond ligt zo voor de hand.
Andermaal wordt zijn manuscript door Manteau en de Nederlandse uitgeverij Meulenhoff geweigerd. Zelfs bij de pas opgerichte uitgeverij De Galge vindt hij geen gehoor.
Omdat hij weigert zijn manuscript te herwerken – zijn taal te verhollandsen – besluit hij dan maar ‘De troonopvolger’, zijn volgend boek, in eigen beheer uit te geven. Het wordt op duizend exemplaren gedrukt en kost hem een flinke duit.
‘Maar eerst dat geld nog. Na grondige inspectie van alle ouwe over-, regen en gewone jassen, kon ik voor de helft van het bedrag instaan. De andere helft leende ik van mijn ouders. En toen begon de verkoop, waarvoor ikzelf geheel en al instond. Twee volle jaren (…) heeft het geduurd voor ik mijn ouders terug kon betalen. Vrijwel drie jaar voor ik mijn centen terug had verdiend. De overige troonopvolgers kwamen in kartonnen dozen in een hoek van de kamer terecht.’
Hij wilde liever niet over anderen oordelen
Piet van Aken heeft het in ‘De Werker’ over een uitstekend debuut en is er vol lof over op Radio 3 in 1967. Het jaar dat hij ‘De troonopvolger’ als een nieuw manuscript aan Angèle Manteau aanbiedt, weliswaar met het leugentje dat het boek nagenoeg helemaal uitverkocht was. Na enige tijd komt het in handen van Julien Weverbergh, toen redacteur van De Vijfde Meridiaan bij uitgeverij Manteau. De afspraak is dat eerst ‘Lang weekend’, zijn volgende roman zou verschijnen. Nadien zou ‘De troonopvolger’ in het fonds worden opgenomen.
Het is het begin van een jarenlange samenwerking tussen Weverbergh en Walter van den Broeck. Met als hoogtepunt het verschijnen van ‘Brief aan Boudewijn’. Zijn opus magnum dat door Jeroen Brouwers in Vrij Nederland werd omschreven als een van de tien belangrijkste boeken die de Vlaamse literatuur in anderhalve eeuw heeft voortgebracht. Het heeft er alvast zijn naambekendheid in Nederland aan te danken.
Hoe Borré alles wat van den Broeck bij leven bij elkaar heeft geschreven deskundig belicht illustreert hoe nauwlettend hij hem jarenlang heeft gevolgd. Vandaar dat hij niet nalaat de nodige aandacht te besteden aan ‘Heibel’, een gestencild tijdschrift waar hij een tijdlang nauw bij betrokken was. Na acht nummers stapte hij eruit. Hij vond het behoorlijk verwaand te oordelen over het werk van anderen, zonder zelf iets gepresteerd te hebben. In plaats van kritieken te schrijven kan hij zich maar beter op creatief schrijven storten. De rest van het verhaal is gekend en komt uitvoerig aan bod in ‘Thuiskomen’, waarin Borré enkele leuke anekdotes niet schuwt. Bijvoorbeeld de dag waarop de auteur de gepensioneerde leeftijd heeft bereikt en verder wil schrijven. Hiervoor heeft hij de toelating nodig van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).
‘Er komt een ambtenaar ‘met een draagbare schrijfmachine’ controleren of hij wel degelijk schrijver is. Van den Broeck toont hem anderhalve meter publicaties van hem op de plank. (…) Vervolgens ging hij aan de keukentafel zitten en schreef op die draagbare schrijfmachine, z’n rapport: “Hiermee bevestig ik, hoofdinspecteur zus en zo, dat de genaamde Van den Broeck, Walter, wel degelijk…”’
‘Thuiskomen’- ‘Leven en werk van Walter van den Broeck’ is zo veel meer dan louter een eerbetoon aan een van de belangrijkste Vlaamse schrijvers. Het is Borré aardig gelukt het leven en sociaal engagement van de schrijver, aan de hand van alles wat hij ooit heeft gepubliceerd, toe te lichten. Een niet te missen publicatie over een schrijver, wiens klassiekers het verdienen nog altijd gelezen of herlezen te worden.