Kevin Absillis als pleitbezorger voor Hendrik Conscience

Kevin Absillis als pleitbezorger voor Hendrik Conscience

Kevin Absillis, ‘Het slechte geweten van Vlaanderen’ 4 out of 5 stars

Nagenoeg iedereen heeft al gehoord van ‘De Leeuw van Vlaenderen’ (1838), de beroemde roman van Hendrik Conscience (1812-1883). Al valt er heel wat te zeggen over de literaire kwaliteit ervan, feit is dat het boek het startschot gaf voor de moderne Vlaamse literatuur.

Het is dan ook opmerkelijk dat Conscience, als gevolg van een ideeënstrijd, van zijn voetstuk is getuimeld. Werd hij terecht verguisd als een verspreider van een racistisch en ultranationalist gedachtegoed?  Kevin Absillis (1980) onderzoekt in ‘Het slechte geweten van Vlaanderen’ waar de schrijver, aan de hand van zijn teksten, in werkelijkheid voor stond.

Proza als een bombastische brij

In wat voor intellectuele kringen doorgaat wordt Hendrik Conscience al jaren van xenofobie en racisme beschuldigd. Het heeft er alvast voor gezorgd dat hij als auteur in het verdomhoekje is beland. Bovendien werd ‘De Leeuw van Vlaenderen’, ook al kreeg hij een vaste plek in de officiële canon van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL), als onleesbaar beschouwd.

Het zorgde ervoor dat hij, zelfs niet naar aanleiding van zijn tweehonderdste geboortedag, niet langer meer door lezend Vlaanderen werd omarmd. Zijn proza, ruim tachtig boeken, werd als een bombastische brij afgedaan. Bepaald geen nieuw gegeven, want volgens Absillis was hij aan het eind van de twintigste eeuw al in verval geraakt. Toen al werd hij van blindheid voor sociaal onrecht, conformisme, kleinburgerlijkheid en taalkundig onvermogen beschuldigd.

Boon en Claus contra Conscience

De redenen waarom Conscience in diskrediet werd gebracht zijn velerlei. Louis Paul Boon wees erop dat in ‘De Leeuw van Vlaenderen’ geweld en racisme wordt opgehemeld en op die manier het pad wordt geëffend voor totalitaire ideologieën. Hij werd hierin gevolgd door Hugo Claus die in hem een racist zag. Een beeld dat door Absillis wordt gecorrigeerd.

‘Wie zich niet blindstaart op de stormachtige retoriek en het fel aangezette vijandbeeld van de Fransen, zal merken dat De Leeuw van Vlaenderen geen ongastvrijheid of xenofobie aanmoedigt. Veel blijk van onvoorwaardelijke ridderadoratie geeft deze roman bij nader inzien trouwens ook niet.’

Antisemitisme was hem vreemd

Ofschoon er in de Vlaamse letteren gedurende de negentiende eeuw amper antisemitisme valt te bespeuren, is zulks bij August Snieders niet het geval. Hij aarzelt niet om behoorlijk wat karikaturale voorstellingen van Joden neer te zetten. Het maakt de geschriften van anderen zoals Domien Sleeckx, Conscience en anderen markanter.

‘Al deze auteurs gingen expliciet in tegen de bestaande Jodenhaat, predikten Vlaams-Joodse solidariteit en lieten hun lezers meeleven met een culturele minderheid die in het negentiende-eeuwse België, net als elders in Europa, in vaak benarde omstandigheden leefde en werkte.’

Het antisemitisme merkt Absillis terloops op werd in België niet binnengebracht via de Kerk of Vlaamse Beweging, maar door de Brusselse advocaat en schrijver Edmond Picard, senator van de Belgische Werkliedenpartij. In zijn ’Synthèse de l’antisémitisme’ juicht hij de uitroeiing toe van ‘rassen die beschamend zijn voor de beschaving van hun heersers’.

Het is volgens Absillis opmerkelijk dat Cyriel Buysse hoog met hem opliep en zijn antisemitische opvattingen in de biografie van Joris van Parys onder de radar zijn gebleven. Overigens staat Buysse niet alleen met zijn opvatting. Ook Karel van de Woestijne, eveneens een bewonderaar van Picard, kwam er voor uit dat hij ‘in zekere mate Anti-Semiet’ was en twijfelde aan de van spionage beschuldigde Franse officier Dreyfus voor wie Emile Zola het in de Franse krant L’Aurore opnam.

Onder een berg misverstanden begraven

Hoe stond Conscience tenslotte tegenover vreemdelingen die sporadisch in zijn verhalen opduiken?

Het staat als volgt te lezen:

‘We onderzochten namelijk de vraag of Conscience migranten en etnische buitenstaanders als een bedreiging voor het voortbestaan van de Vlaamse (of Belgische) natie presenteerde. Dit bleek in tamelijk overweldigende mate niet zo te zijn, in tegenstelling tot de beweringen die hierover de ronde doen.’

Ook al worden ‘De Leeuw van Vlaenderen’ en ander proza van zijn hand als onleesbaar afgedaan, zijn nalatenschap blijft voor beroering zorgen. Denken we maar even aan de Panorama-reportage over Schild & Vrienden – een rechts-radicale beweging met racistische en neonazistische boodschappen – een directe verwijzing naar de Brugse Metten. Of het verder de moeite loont om verder te onderzoeken welke aspecten in de geschriften van Hendrik Conscience verdonkeremaand, vervalst of verdraaid werden is een retorische vraag. Kevin Absillis heeft alvast geprobeerd hem grotendeels onder de berg moedwillige misverstanden, waarin hij ligt begraven, onderuit te halen. Een niet geringe verdienste die het debat over de gecontesteerde schrijver andermaal zal aanwakkeren

Related Images: