De gasten van café De Lobos
Herman Brusselmans, ‘Simpele personages’ 
Na ‘De promotie’, eerder deze zomer verschenen, is ‘Simpele personages’ de tweede titel die Herman Brusselmans (1957) dit jaar op de markt gooit. Het boek ademt de sfeer van ‘Ex-minnaar’ en ‘Ex-schrijver’. Dus alweer humor naar hartenlust en schalkse dialogen waarop hij een exclusief patent heeft.
Ofschoon zijn schrijfritme enigszins is afgenomen – zoontje Roman in huis en allerlei juridische perikelen na zijn column in Humo over de oorlog in Gaza – blijft hij, ondanks dalende verkoopcijfers, hardnekkig als een nurkse boer verder ploegen. Zijn pen in de muur prikken is bepaald geen optie. Het is zoveel als zijn eigen doodvonnis tekenen, want schrijven is voor hem even zo levensnoodzakelijk als die dagelijkse sigaret.
Dat hij na ruim 85 titels geenszins aan literaire kwaliteit en originaliteit heeft ingeboet is weer duidelijk te merken aan ‘Simpele personages’. Tussen haakjes voor wie het nog niet wist: Brusselmans is voor alles een romancier en geen tv-vedette – een schnabbel is altijd mooi meegenomen – die geregeld als grappenmaker wordt ingehuurd. Dit algeheel even terzijde.
Dit keer duwt hij de deur open van café De Lobos waar zich tal van bizarre individuen bevinden. Zielenpoten die, altijd onderweg naar nergens heen, amper aan de banaliteit van elke dag weten te ontsnappen.
Hij geeft ze namen die je meteen aan het lachen brengen, duwt ze in situaties die hij alleen kan verzinnen. Met protagonisten als Dorrus en Kleefland, zijn de bakens in ‘Simpele personages’ van meet af aan uitgezet, zodat de lezer wat hem in dit goed verzonnen labyrint te wachten staat. Over de structuur ervan – het zal de meeste lezers wel ontgaan – is bijzonder goed nagedacht. Alles wat Dorrus en Kleefland en andere nevenpersonages overkomt vloeit naadloos in elkaar over.
Een café waar de baas Fristi drinkt
Dorrus, een vroegere postbode wiens vrouw Anna dement is, en Kleefland een gepensioneerde arbeider bij Volvo Cars, zijn twee drinkebroers die in dezelfde straat wonen. Rare vogels die geregeld in rusthuis Oude Glorie, waar Anna verblijft, worden gesignaleerd. Wat de vrouw bij elk bezoek uitkraamt kan enkel uit de pen van Brusselmans vloeien.
Het is eveneens in de Oude Glorie dat het duo kennismaakt met receptioniste Severine. Een te dankbaar personage om haar aan de balie van het rustoord wortel te laten schieten. Vandaar haar mislukte relatie met een makelaar. De man is namelijk aan zijn teddybeer verslingerd, én dat is er voor Severine werkelijk te veel aan. Dan maar iets beginnen met Rosveld, een junkie en bovendien vaste klant van De Lobos. Met hem opent ze een vintage-kledingwinkel waar nauwelijks klanten over de vloer komen.
Ook Mona en Arletta, twee immer nerveuze vrouwen die ettelijke glazen rode wijn drinken om hun zenuwen de baas te kunnen, behoren tot het vaste meubilair van de kroeg, waar Fristi de tapkast bestiert.
En alsof dit allemaal nog niet genoeg is worden Marie-Paté Ndenga, een zwarte jonge vrouw, en Julia Verbotsel, een man die al flink gevorderd is in haar verandering van geslacht en gender, op het podium gehaald. Een koppel dat voor hun master sociologie over hetzelfde onderwerp een scriptie schreef: het verdwijnen van cafés in België en Nederland. Een sociologisch gegeven dat, ofschoon er in ‘Losse personages’ behoorlijk wat alcohol wordt uitgeschonken, Brusselmans niet is ontgaan.
‘Die onderwerpkeuze bewees dat zwarte mensen niet altijd over racisme schrijven, en transmensen niet altijd over transitie. Nee, velen van hen schrijven over onderwerpen die met hun ware aard weinig te maken hebben. Dat is goed.’
Al zijn Dorrus, Kleefland, Severine, Rosveld, Mona en andere niet al te zwaar psychologisch aangekleed, maar veeleer karikaturaal neergezet, toch zijn ze in al hun onbeholpenheid hecht met elkaar verbonden. Sterft een van hen dan zijn ze met z’n allen op de uitvaart aanwezig. Net als naar het einde van het boek waar een verloren gewaande zoon van Dorrus plotseling op een festivalweide opduikt.
Hoe raar hun namen ook klinken, ze roepen beelden op van mensen aan de rand van de samenleving. Individuen met een barst aan wie de meesten achteloos voorbijlopen, maar die in ‘Simpele personages’ een stem krijgen. Een boek waarop het etiket humor met mededogen mag worden geplakt.

