Vorm vormt inhoud in Wat ons nog rest

Op 10 januari 2025 maakte Radio 1 de shortlist voor de Boon Literatuurprijs bekend. Wat ons nog rest is één van de vijf genomineerden in de categorie Kinder- en Jeugdliteratuur.
Aline Sax is geen onbekende. Ze schreef zowaar een leesbare doctoraatsthesis in de geschiedenis en publiceerde voor ‘Wat ons nog rest’ al tal van (jeugd)romans. Verder is Sax coördinator van het historisch projectbureau Geheugen Collectief en doceert ze het vak Publieksgeschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. Ze is ook als vertaler aan het werk en geeft lezingen.
Herontdekking van een genre
‘Wat ons nog rest’ is geschreven in de specifieke vorm van de verse-novel, een genre dat in onze Nederlandse literatuur schittert in afwezigheid. De term versroman doet voorlopig vooral denken aan lange verhalende verzen uit de oudheid en de middeleeuwen. Zoals het begrip uitdrukt, combineert de verse-novel stilistische kenmerken en structuurelementen uit de poëzie met een langer verhaal. Waar dit genre in vroegere tijden veelal gekozen werd uit noodzaak, is het hier het verhaal dat Sax doet grijpen naar de specifieke stijl.
Wat ons nog rest vertelt een periode in het leven van Frederike, een Duits meisje dat opgroeit in het kapotgeslagen Berlijn van april 1945. Wat blijft nog over als je huis, je familie, je stad en je ideologie verwoest is? Wat rest ons als onze leefwereld afbrokkelt samen met ons wereldbeeld? De leegtes en de witruimtes van de versroman leken Sax de ideale vorm om Frederikes leven te beschrijven.
En
het werkt.
Vanaf de eerste regels sleurt het boek je mee. Je blijft bladzijde na bladzijde omslaan (en dat gaat snel op deze manier), ademloos benieuwd naar wat komen gaat. Het is een verhaal van verval en wreedheid, verlies en ontreddering, maar ook een tocht op weg naar een horizon van een nieuwe hoop. Frederike gaat vertwijfeld op zoek (en wij met haar).
Aline Sax beheerst vele genres en nu ook de versroman. De witte stiltes spreken. De stijl springt prachtig van elke pagina. De vele beelden, de herhalingen, het ritme en de assonanties en alliteraties doen de vertelling vloeien. De weinige woorden weven een wondere wereld.
Ik zit in het gras
dat nat is
van de dauw.
Achter me gloort
de ochtend
aan de horizon.
Ik moet opstaan,
verdergaan,
iets te eten zoeken,
maar heb de kracht,
de wil niet meer.
Gestrand
tussen twee dorpen,
heb ik de nacht
langs de kant van de weg,
doorgebracht. …
Ik weet niet meer
waar ik ben.
Ik weet niet meer
waar ik heen moet.
De oorlog is
overal
en nergens.
De lay-out en de gebalde zinnen brengen bovendien de actie en de gedachten van Frederike op een overzichtelijke manier samen.
De angst drukt
op mijn trommelvliezen,
op mijn borst.
Alsof de kelder krimpt
tot doodskistformaat.
Ik moet hier weg,
denk ik,
en plots breekt de brok paniek
in mijn binnenste open.
Ik sta op,
vlucht naar de trap,
door de deur;
zonder dat iemand kan reageren.
Wat taal kan vatten
Vorm en inhoud komen samen in Wat ons nog rest. Ook de grootste gruwel kan met deze minimalistische stijl op een treffende manier gevat worden, haast zonder woorden. De verkrachtingsscène van het boek maakt indruk. Met deze manier van vertellen raakt Sax ook een universeel thema. Wat kan gezegd worden als alles eindigt? Wat kan gezegd worden in diepe wanhoop?
Tegelijk is het meer dan duidelijk dat de schrijver van deze korte vertelling een enorme bagage heeft over het onderwerp. In de beperking toont zich duidelijk de meester. De Tweede Wereldoorlog in Berlijn kan net zo geloofwaardig en levensecht neergezet worden door sprekende details waar het boek van overloopt. Het gebrek aan zuurstof in de schuilkelders, de lange willekeurige rijen wachtenden, de propagandaslogans en de droge beschrijvingen van moorden en zelfmoorden maken het verhaal krachtig en actueel.
Wat ons nog rest is dan wel genomineerd in de categorie jeugdliteratuur, wat ons betreft is het aan te raden voor iedereen. Voor jonge mensen en mensen die niet graag lezen, is het boek bovendien een erg bevredigende leeservaring. Je leest door de beknopte vertelstijl in ijltempo zomaar een boek van 239 pagina’s uit.
De vers-
roman
smaakt
naar
meer.
