Sulaiman Addonia verkent de kracht van het onbewuste
Sulaiman Addonia, ‘De zieners’
Misschien een van de meest opvallende romans die we recent lazen is ‘De zieners’ van de Brits-Eritrese schrijver Sulaiman Addonia. Die laatste bracht eerder al verschillende essays en romans uit zoals onder meer ‘De stilte is mijn moedertaal’. Op jonge leeftijd kwam Addonia als vluchteling in Londen terecht, de setting ook van zijn nieuwste roman. Dezer dagen verblijft hij al geruime tijd in Brussel, waar tijdens de coronapandemie hem de naam Hannah binnenviel en hij daarrond, schrijvend op zijn Iphone en daarmee het onbewuste schrijven verkennend, een meer dan bijzonder verhaal construeerde. Bewonderenswaardig is daarnaast ook zijn uitgesproken maatschappelijk engagement, waarbij hij onder meer een schrijfacademie voor jonge vluchtelingen en een meertalig literatuurfestival (Asmara Addis Festival In Exile) in het leven riep.
Vertrouwde thema’s
In de opvolger van ‘Als gevolg van liefde’ (Meulenhoff, 2008) en ‘Stilte is mijn moedertaal’ (2021, net zoals ‘De zieners’ uitgegeven bij Uitgeverij Jurgen Maas) zijn ook nu weer migratie, identiteit en trauma ankerpunten waar Addonia mee aan de slag gaat. Opvallend is dat het hele verhaal, goed voor honderddertig pagina’s, in één en dezelfde alinea past. Dat maakt ook dat van meet af aan deze roman snel vaart maakt en daarbij een meer dan pittig tempo aanhoudt.
Compromisloos
Eens je aan dit verhaal begint, is er eigenlijk ook niet echt meer een weg terug. ‘De zieners’ doet dan ook heel compromisloos aan, hetgeen ook sterk overeenstemt met het schrijfproces. Waarbij Addonia echt geen enkel compromis of toegeving doet. Al lezend merk je vooral ook hoe de Brits-Eritrese auteur in sterke mate op de immense kracht van het onbewuste beroep doet. Dat uit zich in een roman aan die in verregaande mate overeenkomsten vertoont met de literaire ‘stream of conciousness‘-theorie. Zodoende krijgen we korte, sterk opgejaagde en vrij vloeiende zinnen met allerhande associaties en uitweidingen die opduiken. Een beetje alsof Addonia zich met zijn nieuwe roman bevrijdt van welke verwachting dan ook. Bovendien geeft het ‘De zieners’ ook een sterke rock’n’roll feel waarbij veel, zoniet alles tot de mogelijkheden behoort.
Brutale eerlijkheid
Zo volgen we het wedervaren van Hannah, een slechts zeventienjarige, dakloze vluchtelinge die vanuit Eritrea het Verenigd Koninkrijk binnenkomt met de vraag naar opvang en asiel. Addonia duikt diep in haar onderliggende psyche en beschrijft de vele gedachten en zieloerselen van de nog erg jonge, maar veerkrachtige Hannah met brutale eerlijkheid en ontwapenende directheid. In afwachting van een beslissing rond haar asielaanvraag zoekt ze naar haar (seksuele) identiteit, waarbij Addonia deels steunt op eigen ervaringen maar die tegelijkertijd ook fictionaliseert. Veelzeggend in dat opzicht is misschien volgende passage die de boosheid en verbittering rond de onmenselijke asielprocedures tot uiting brengt:
“ze droegen me over aan vluchtelingenorganisatie alsof ik een kreukelig boek vol ezelsoren was dat iedereen had proberen te lezen, maar het halverwege had opgegeven omdat er lastige zinnen en schokkende beelden in stonden, waarna ik werd doorgegeven. Ik belandde in de handen vol bacteriën van een andere lezer”.
Lichamelijkheid in de wereld
Voor deze roman liet Addonia zich onder meer inspireren door ‘the Alcove/Self-Portrait with Nico Papatakis‘ (1941), een surrealistisch schilderwerk van de in Argentinië geboren kunstenaar Leonor Fini. Een sensueel tableau dat zowel kracht, verleiding als open seksualiteit suggereert. Het plaatst – net zoals de omslag van het boek dat doet – de impact van en de relatie tussen het visuele en het onderbewuste centraal. In dat opzicht is het niet zo heel vreemd dat Addonia in ‘De zieners’ verwijst naar de brede wereldliteratuur (Baldwin, Borges, Audre Lorde, Yeats,..) met wie zijn nieuwe roman in dialoog gaat. Ook het invloedrijke werk van George Bataille (‘de geschiedenis van het oog’) springt daarbij haast letterlijk in het oog. Die opmerkelijke relatie tussen de visuele waarneming en het onderbewuste komt onder meer aan bod tijdens volgende passage:
“wij zijn zieners omdat we ons eerst van binnenuit moesten zien, vanaf onze geboorte al, voordat we de rest van de wereld leerden zien. (…) Wij zijn verhalen van flarden totdat we onszelf zien zoals we gezien willen worden.”
Verbeelding wint van de realiteit
‘De zieners’ is een ambitieus, gebald en moedig statement. Addonia zet in zijn nieuwste roman erg sterk in op de rol van het onderbewuste en op de surrealistische vervorming van realiteit, waarbij het lichamelijke aspect heel nadrukkelijk en prominent aanwezig is. Zo verbindt hij het menselijke drama, de tragiek van de vaak onmenselijke en erg arbitraire asiel-/migratieprocedures met somatische trauma-effecten:
“meer dan ons lichaam hebben we niet om ons te herinneren aan de hoop die we hebben verloren, het thuis dat we nooit terug zullen krijgen. Thuis is meer geworden dan een land alleen. Thuis is je navel. Thuis, dat zijn je borsten, je ogen, je glimlach. Thuis is het spleetje tussen je tanden, de buts in je dij en de moedervlek op je schouderblad.”
In een trek door legt de vorige passage misschien ergens ook bloot hoe Addonia naar de wereld kijkt. Want: literatuur is nu eenmaal zoveel meer dan wat papier en boeken alleen. Literatuur gaat in allereerste plaats over hoe verbeelding met de realiteit aan de haal kan gaan en hoe zij die vaak ruimschoots kan overtreffen. Als ‘Addonia ergens een boodschap in zijn roman wilde meegeven, dan misschien vooral die van de zintuiglijke en lichamelijke ervaring van schoonheid. Wie goed kijkt en luistert, ontdekt daarbij héél misschien hoe mensen ook boeken kunnen zijn en hoe je de realiteit soms echt heel anders kan lezen of verbeelden. Alles is mogelijk, als je je maar bevrijdt van welke verwachting dan ook. ‘De zieners’ toont dat op heerlijke wijze aan.