Vakantie-consumentisme op Mallorca
Dimitri Verhulst, ‘Bechamel Mucho’
In ‘Bechamel Mucho’, zijn nieuwe roman klaagt Dimitri Verhulst (1972) het vakantie-consumentisme in zijn meest ordinaire vorm aan. Het is het verhaal van Alex, een failliete ondernemer, voor wie er niets anders opzit dan een job als animator in een clubhotel te accepteren. Zonder meer pittig proza.
Een kwarteeuw schrijven, vijfentwintig titels, de Gouden Uil Publieksprijs voor ‘De helaasheid der dingen’, Libris Literatuurprijs voor ‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’, plus drie boeken die verfilmd zijn. Het bezorgde hem aardig wat populariteit. Bovendien lukt hem telkens weer door enkele straffe quotes media-aandacht op te eisen. Dit keer met ‘Bechamel Mucho’ over zijn al dan niet verzonnen ervaringen als animator in een resort op Mallorca.
De figuur waarmee hij dit keer uitpakt heet Alex, een niet onaantrekkelijke veertiger, die als zakenman is mislukt. De man had het lumineuze idee een onderneming met kaas van moedermelk te beginnen. Fors gestegen energieprijzen, sociale bijdragen en een te hoge huurprijs deden ’Tet’, zijn bedrijfje, helaas de das om. Gevolg: zaak failliet, huis en vrouw kwijt, en een deurwaarder die onaangekondigd over de vloer komt.
‘Zijn vrouw Tamara, stond zich thuis in de badkamer af te drogen toen ze beneden gestommel hoorde. Het bleek de deurwaarder. (…) Het kon hem ook niets verdommen, geen hol, dat ze daar half druipend nog en bedekt met slechts een schamele handdoek stond te trillen, de hysterie nabij.’
Peggy Pils scheldt hem de huid vol
Berooid, geen dak meer boven het hoofd, gaat kaasmeester Alex op zoek naar troost in Bella By Barlight. Zijn vroegere stamkroeg, waar hij in jaren niet meer is geweest. Niemand, behalve Peggy Pils, is er opgetogen over zijn komst. Een op zijn minst raar geval dat hem, in ruil voor seksueel dienstbetoon, onderdak biedt. De dag waarop ze verneemt dat hij een job als animator heeft, scheldt ze hem de huid vol.
‘De borden vlogen de lucht in. Wie dacht hij wel te zijn? (…) Hij telefoneerde op haar kosten, naaide haar als hij gedacht had zijn kwak kwijt te moeten. Hij had het genoeglijk warm zonder een stuiver bij te dragen in de waanzinnige stookkosten. Onbeschaamd had hij zich in haar leven geïnstalleerd.’
Tragische vrouwen in een clubhotel
In zijn nieuwe werkomgeving – een clubhotel op Mallorca – staat uiteraard van alles te gebeuren. Duitse toeristen die zich dagelijks met bier vol laten lopen. Vrouwen met een tragisch verleden die op een avontuurtje uit zijn. Verhulst laat ze met hoge snelheid van de lopende band rollen. Er is het tragische verhaal van Carlin Brady, een zangeres op haar retour die aan de coke zit, backstage door Alex wordt verzorgd, maar uiteindelijk op een hotelkamer dood wordt aangetroffen.
Minder schrijnend maar even zielig zijn de belevenissen van Mireille, Gerda, Claudia, of een fascinerende Zola met wie Alex zich aan een schaaktornooi waagt. Het is allemaal goed voor passages waarin in overdrive gezoend en genaaid wordt. Goedkoop vertier op een eiland in de Middellandse Zee, waar mensen in de waan van genieten, in feite zichzelf in een complete ledigheid verliezen. Toeristen die in een clubhotel gevangen zitten en consumeren dat het een aard heeft.
‘Het hotel lag een heel eind stappen van het eigenlijke dorp. Bewust natuurlijk, want men wou niet dat die toerist zijn geld elders ging spenderen. Nu hij eindelijk wat meer tijd had, ging hij daar in de baai kijken hoe rijke Russen hun jacht parkeerden, en daarna authentieke diepvriespaella aten op de kade. En hoe talloze anderen er liepen te likken aan hun ijsje. Je had er geen idee van hoeveel hier werd gelikt.’
Het zijn bepaald geen vrolijke meiden die zich door Alex laten versieren. Ze slepen met z’n allen een rugzak boordevol ellende met zich mee. Verwaarlozing, eenzaamheid en gebrek aan tederheid is hun lot. Ofschoon Verhulst ze in een biografische context schetst, lukt het hem evenwel niet ze als personages van vlees en bloed op te voeren. Zelfs animator Alex neigt geregeld naar een stripfiguur. Het dient gezegd dat ‘Bechamel Mucho’ – een titel die klinkt als een zomerse hit – geen al te sterke indruk nalaat.
Dat Verhulst van fulmineren en hardop roepen zijn handelsmerk heeft gemaakt weten we onderhand wel. Zou het kunnen dat hij over zijn literair hoogtepunt heen is?