Het verschil tussen een man en een echtgenoot volgens Janet Lewis
Janet Lewis, ‘De vrouw van Martin Guerre’
Wanneer James Stewarts personage in Hitchcocks klassieker ‘Vertigo’ (1958) zijn geliefde verliest, klampt hij zich vast aan herinneringen. Een nieuwe liefde duikt desalniettemin op in zijn leven. Hij dwingt haar met zachte hand dezelfde kleding en haartooi te dragen als zijn overleden beminde. De film werpt een vraag op: hoe manifesteren mensen zich in ons geheugen? Welk detail verandert een mens in een geliefde?
Onbestaande romantische liefde
Het is de centrale vraag waarrond de plot van Janet Lewis’ roman uit 1941 geconstrueerd is. ‘De vrouw van Martin Guerre’ speelt zich af in het Frankrijk van de zestiende eeuw. Een wereld waarin de Franse Revolutie nog veraf is, de boerderij is nog de centrale spil van het bestaan. Er wordt gehuwd om de continuïteit van het landbouwbedrijf veilig te stellen. Het concept romantische liefde is letterlijk onbestaande.
Op een ochtend in januari 1539 werd in het dorp Artigues een bruiloft gevierd […] Bertrande had tot die ochtend nog nooit een woord met Martin gewisseld, hoewel ze hem geregeld zag; tot een avond tevoren had ze zelfs niet geweten dat er een huwelijk was gearrangeerd.
Vluchtigheid van een persoonlijkheid
Bertrande vervoegt Martin in zijn boerenbestaan. Gaandeweg groeien haar gevoelens voor haar kersverse echtgenoot. Een kind wordt geboren. Op een dag raakt Martin betrokken in een gevecht. Uit vrees voor de toorn van zijn stilzwijgende vader neemt hij de wijk. Martin bezweert Bertrande niet langer dan een week weg te blijven. Jaren verstrijken.
Tot Martin opnieuw verschijnt in het dorp. De aanvankelijke jubelstemming slaat om in twijfel. Is Martin wel Martin? Of is Martin in realiteit Arnaud du Tilh? Een dubbelganger die zich Martins eigendom wil toe-eigenen. Het komt tot een proces. De rechtbank zal beslissen wie Martin Guerre is.
Als ze bedacht dat Martin mogelijk gestorven was, verdwenen de gelaatstrekken die haar bijstonden ineens in het niets en hoe ze meer ze haar best deed, hoe waziger het beeld werd. […] Hetzelfde had ze meegemaakt, schoot haar nu te binnen, na de dood van haar moeder. Haar beminde voorkomen was langzaam verdwenen. Wat bleef was een gevoel van warmte en veiligheid, de intonatie van haar stem, de druk van haar hand, maar haar moeders gezicht was vervlogen.
De plasticiteit van het geheugen
Lewis gebruikt de context van een proces om de vluchtigheid van een persoonlijkheid in beeld te brengen. Elk personage houdt er zijn eigen Martin Guerre op na. De dorpspriester prijst op het proces de maturiteit van de teruggekeerde. Martins zus herkent in Martins oogopslag een echo van hun vader. Enkel Bertrande houdt vol: de man op de beklaagdenbank is niet haar echtgenoot.
Af en toe passeert een krukkige zin de revue (‘De tranen begonnen stilletjes over haar wangen te stromen’), maar dat mag geen aanleiding vormen om deze compacte roman van Janet Lewis te negeren. Daarvoor is dit werk te interessant. Het confronteert de lezer met de plasticiteit van het eigen geheugen. Is een herinnering altijd even loepzuiver als we ons voorhouden?