Amin Maaloufs’ snelle snaphot van een wereld op drift
Amin Maalouf, ‘Een doolhof vol verdwaalden: het Westen en zijn uitdagers’
“Naakte feiten wegen niet veel in de ogen van de geschiedenis. Wat vooral telt is de manier waarop feiten worden waargenomen, gerangschikt en doorverteld.”
– Amin Maalouf, ‘Een doolhof vol verdwaalden : het Westen en zijn uitdagers’
Met zijn nieuwste bundel ‘Een doolhof vol verdwaalden : het Westen en zijn uitdagers‘ overschouwt de Libanees-Franse schrijver Amin Maalouf wederom het wereldgebeuren. De hedendaagse (geopolitieke) actualiteit ziet de veelgelauwerde veelschrijver van verschillende romans (‘Een onverwachte broederschap‘, ‘De ontheemding van de wereld’, ‘de omzwervingen van Baldassare’, ‘De rots van Tanios’,…), essaybundels en allerhande journalistieke beschouwingen, helaas erg gelaten aan.
Verdwalen in een labyrint
Het sombere pessimisme dat in Maaloufs’ ‘Een doolhof vol verdwaalden : het Westen en zijn uitdagers‘ zit, doet echter niet nieuw aan. Eerder waarschuwde de schrijver met titels als ‘Schipbreuk der beschavingen‘ (Davidsfonds, 2020) en ‘Moorddadige identiteiten‘ (Davidsfonds, 2021) al voor een wereld volledig op drift. Dezer dagen, stelt hij, zitten we in een soort tussenfase in de geschiedenis waarbij we eigenlijk helemaal niet echt goed meer weten wat er zich nu juist afspeelt. Onder impuls van technologie is er een onuitputtelijke stroom aan gegevens, maar het verschil tussen feit en fictie valt steeds moeilijker te maken. Kortom: we dreigen met zijn allen te verdwalen in een labyrint waarin er mogelijkerwijs geen enkele uitweg meer is.
Leiderschap is best gedeeld
Om uit die impasse te geraken, kijkt een publiek intellectueel van de statuur Maalouf – permanent secretaris van de prestigieuze Académie française – met het oog op de toekomst eerst en vooral naar de geschiedenis. Zo verschuift hij de blik naar vier belangrijke werelddelen, te weten Japan, Rusland, China en de Verenigde Staten. Waarmee hij eigenlijk een premisse tracht te bewijzen die helemaal vooraan in het boek te lezen valt. Die stelt ergens dat het volstrekte onzin is te pretenderen dat onze wereld veel beter af zou zijn met één enkele leider in plaats van een gedeeld (democratisch) leiderschap:
“Elk land dat een almachtige positie verwerft op het wereldtoneel wordt zonder uitzondering arrogant, roofzuchtig, tiranniek en verfoeilijk, hoe nobel hun principes mogelijk ook zijn.”.
Of elders:
“Mijn kijk op de geschiedenis heeft me geleerd dat degenen die hun gedrag baseren op een systematische afkeer van het Westen, doorgaans afglijden naar barbarij en regressie en uiteindelijk zwaar boeten en wegkwijnen.”
De vermeende superioriteit van het Westen wordt in vraag gesteld
Het al eeuwenlang superieur geachte Westen liet in de loop der geschiedenis best al eens wat steken vallen. Zo beschrijft Maalouf de roemruchte slag bijTsushima (1905) waarbij Japan de Russische vloot in de pan hakte. Niet enkel logenstrafte Japan daarmee de zo lang vermeende superioriteit van het Westen, in een trek door zorgde het voor een immense opstoot van fierheid bij de Japanners hetgeen mee aanleiding gaf tot een enorme bloeiperiode. Met name de Meiji periode waarbij in een zeer kort tijdsbestek Japan transformeerde tot een land dat op bijna alle vlakken de concurrentie met het Westen aankon.
Maalouf tekent het allemaal met trefzekere pen op en analyseert helder waarbij hij ook kijkt naar samenhang en dwarsverbanden. Opvallend is ook hoe hij, ondanks alles, het kapitalisme niet volledig wenst af te vallen:
“wat het Sovjetregime in de twaalf jaar tussen de Oktoberrevolutie en de crash op Wall Street had laten zien, was dat we twee keer moeten nadenken voordat we tabula rasa maken van het verleden én dat het kapitalistische systeem, ondanks zijn tekortkomingen, uiteindelijk toch het minste kwaad was.”
Ramkoers tussen de Verenigde Staten en China
Zoals gemeld staat Maalouf ook stil bij de Verenigde Staten en de aanhoudende concurrentie met een mondiale speler als China. Op verschillende vlakken, niet in het minst economische en technologisch, willen beide elkaar de loef afsteken. Hetgeen Maaloufs’ bezorgdheid over de huidige koers extra voedt. In zekere zin is er volgens de uitgesproken humanistische auteur zowaar een nieuwe Koude Oorlog in de maak. Een analyse die ook bij ons, bijvoorbeeld door een auteur als David Criekemans (UA) erg instemmend wordt beaamd. Zie daarvoor ook hier.
Informatief en inzichtelijk
‘Een doolhof vol verdwaalden : het Westen en zijn uitdagers‘ blijkt een helder, informatief en inzichtelijk werkstuk voor liefhebbers van (mondiale) geschiedenis. Geschikt voor een brede doelgroep, met daarbij ook lezers die zoeken naar informatie die de waan van de dag overtreft. Zo zou de dood van JFK een Cubaanse touch gehad hebben. Aan zijn tijdelijk verblijf in Frankrijk hield Deng Xiaopeng zowaar een grote voorliefde voor warme croissants, koffie, rode wijn en Franse kazen over. En we komen onder meer ook te weten dat Roosevelt een zekere fascinatie voor de nobele jiu-jutsu sport had.
Tezelfdertijd dient ook vastgesteld dat een van de mindere aspecten van deze bundel misschien wel is dat Maalouf niet altijd aan de concrete vertaalslag met de huidige actualiteit denkt. In het luik over de Verenigde Staten staat hij wel even nadrukkelijk stil bij gelijkheid en mensenrechten, maar verwijst hij niet naar de immense impact van bewegingen zoals Black Lives Matter. Net zoals hij in dit boek met als belangrijkste doelstelling een synthese van een wereld op drift het eigenlijk ook niet heeft over de nochtans erg belangwekkende rol van een mondiale speler als India.
Hoop sluimert door
Hoewel de toonzetting in de regel somber en pessimistisch is, sluimert zo op het einde van dit boek alsnog de hoop op een democratisch alternatief door:
‘Ondanks alle zorgen blijf ik ervan overtuigd dat het angstige moment dat we doormaken heilzaam kan zijn (…) Dat het ons ertoe kan aanzetten om met het oog op het vervolg van het menselijke avontuur na te denken over een andere route. Een traject dat niet simpelweg een herhaling is van dezelfde tragedies met andere acteurs’.