Nieuw op de boekenplank

Simone de Beauvoir, ‘Een zachte dood’
In een kort essay wijst NiÑa Weijers erop dat ‘Een zachte dood’ het verslag is van een dochter die aan het lot van haar moeder is ontsnapt, en alleen daardoor in staat is dat te zien voor wat het is. Maar een ontsnapping is geen objectieve positie. Simone de Beauvoir (1908-1986) brengt het verhaal van haar bejaarde moeder die na een val in het ziekenhuis wordt opgenomen. Wat het boek zo bijzonder maakt is dat ze de achteruitgang van haar moeder combineert met filosofische en existentiële vragen. De religieuze overtuiging van haar moeder, de strijd met de artsen, en hoe ga je met het verlies van je ouders om? ‘Een zachte dood’ werd uit het Frans vertaald door Greetje van den Bergh, die eerder al werk van Colette en Sagan vertaalde.

Anton de Goede, ‘Een gat in het hoofd’
Heere Heeresma (1932-2011) waakte er angstvallig over dat er over zijn privéleven weinig uitlekte. Vooral in Nederland wist hij in de jaren zeventig en tachtig veel lezers te bereiken met zijn tragikomische boeken. Gekende titels van hem zijn o.a. ‘Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp’ en ‘Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming’. Anton de Goede die Heeresma herhaaldelijk interviewde gaat in zijn biografie, aan de hand van brieven, interviews en getuigenissen, op zoek naar wie hij in het echte leven was. Grote aandacht gaat hierbij uit naar de impact van de oorlog, zijn huwelijken en relaties, zijn strijd tegen de burgerlijkheid en zijn laatste eenzame levensjaren.

Koos van Zomeren, ‘We gaan zo’
Er gaat vrijwel geen jaar voorbij zonder een nieuw boek van Koos van Zomeren (1946). Na recent verschenen titels als ‘Heel de natuur’ (2022) en ‘Gevolgen’ (2024) is er nu in Privé-domein ‘We gaan zo’. Een egodocument van 443 bladzijden waarin de lezer getuige is van zowel leeservaringen, huiselijke voorvallen, wat hij in de krant leest, tot hoe de toekenning van een werkbeurs hem tot het schrijven van een boek verplicht. Af en toe gunt hij de lezer een blik in zijn schrijfkamer: ‘In het dagelijkse leven kun je honderd keer hetzelfde zeggen. (…) In een boek niet. Niet per ongeluk. In een boek wil je controle, totale controle. Daar schrijf je voor.’ ‘We gaan zo’: een overvloed van aantekeningen, van actualiteit tot een koude winteravond.

J. Slauerhoff, ‘De Chinaromans’
Na eerder al werk van J.Slauerhoff (1898-1936) – hij wordt wonderwel herlezen -te hebben samengesteld bundelden Hein Aalders en Menno Voskuil onder de titel ‘De Chinaromans’, ‘Het verboden rijk’, ‘Het leven op aarde’ en ‘Fragmenten voor de derde Chinaroman’. Slauerhoff, als scheeparts een wereldreiziger, liet zowel als auteur en dichter een omvangrijk oeuvre na. Dat hij nog herdrukt en gelezen wort heeft alles te maken met zijn fris taalgebruik en thematiek die aan actualiteit weinig heeft ingeboet. Of zoals de samenstellers het in een nawoord neerschrijven: ‘Voor Slauerhoff vormde China een smeltkroes, waarin tal van uitersten samensmolten tot één geheel’.

Joris van Casteren, ‘Lelystad’
Er is een nieuwe herdruk van ‘Lelystad’ (eerste druk 2008) voorzien van een nieuw hoofdstuk, omdat Joris van Casteren dit jaar een kwarteeuw in de Nederlandse letteren actief is. Van Casteren doet in dit boek verslag van hoe het leven verloopt in een gemaakte samenleving waarin de menselijke maat uit het oog is verloren. Vrijwel meteen na het verschijnen van ‘Lelystad’, intussen een klassieker, veroorzaakte het commotie en controversie in de polderhoofdstad. Met meesterlijke pen beschrijft van Casteren deze stad met probleemgevallen waar zijn ouders ooit vol moed heen trokken en waarin hij opgroeide.
