De bizarre wereld van Felix en Louise

Lenny Peeters, ‘Schilfers’ 
Met ‘Dochter’ won Lenny Peeters (1975) in 2018 De Bronzen Uil, de prijs voor het beste Nederlandstalige debuut. Een roman waarin ze een meisje opvoert dat, los van elke emotie, werkelijk alles letterlijk interpreteert. Een vreemd bestaan dat nog pregnanter wordt door de korte zinnen waarin de auteur grossiert. Een techniek die ze ook in ‘Schilfers’, haar nieuwste literaire worp, toepast.
Zeven jaar na haar debuut is er nu ‘Schilfers’, de opvolger, waarin ze de lezer andermaal in een bepaald niet alledaags universum meeneemt. Het vangen van spinnen, kippen die in de tenen pikken en een duizendpoot die op tafel wordt geplet, de toon is van meet af aan gezet. Dit wordt net als ‘Dochter’ bepaald geen vrolijk boek.
Waarover gaat het dit keer? Felix en Louise, broer en zus, schieten begin jaren tachtig goed met elkaar op. Twee handen op één buik. Een vakantie met hun ouders in een hotel met zwembad zorgt echter voor spanning tussen beiden. Ze maken er kennis met een tweeling en hun vader Willem. Als Felix zijn zus, in gezelschap van de tweeling in een hut naakt op een tafel aantreft, roept ze dat hij weg moet gaan. Omdat hij alles verknoeit rukt ze aan zijn zwembroek, verliest hij zijn evenwicht en valt hij met zijn hoofd tegen een tafel. Hij is een tijdlang buiten bewustzijn. Willem is getuige van de seksuele spelletjes van de kinderen. Blijft de vraag wat de man uiteindelijk bezielt?
‘”Kom,” zeg ik, maar Louise gaat terug zitten. Ze zegt dat ze op Willem wacht. Dat hij wél leuke spelletjes met haar doet en heeft beloofd haar badpak mee te brengen.’
Een paranoïde man in de greep van stemmen
Het is vanaf dit voorval dat Felix stemmen in zijn hoofd hoort, waarna Peeters een sprong in de tijd maakt. Vanaf 2009 komt alles in een stroomversnelling terecht en wordt vanuit de blik van Felix en Louise verteld wat hen heeft getekend. Waarom heeft Kyrie, zijn vriendin, Felix verlaten? Hoe komt het dat zijn stiefdochter Ellie niet meer opdaagt? Wat is er aan de hand met hun vergeetachtige moeder, die niet wil dat broer en zus contact hebben met elkaar? En wat heeft ervoor gezorgd dat Felix een zonderling is geworden? Een paranoïde man in de greep van stemmen die hem domineren. Het levert harde en ruwe scènes op.
‘Ik sla op mijn mond, wil de woordenbrij tegenhouden, terugdringen, maar hij blijft tussen mijn vingers glippen.
“Lelijke loeder! Kankerhoer!”
“Moet je horen!” krijst de vrouw. “Moet je horen hoe-ie tegen me praat.”
Mensen blijven staan. Kijken. Wijzen. Komen dreigend op me af.’
Communicatie met de buitenwereld heeft Felix nog amper, tenzij telefonisch met zijn zus. Louise blijft, ondanks de zorgen met haar moeder, om hem bekommerd. Valt Felix, die zich in een boomhut heeft teruggetrokken, nog te redden? Met pasklare antwoorden komt Peeters – ze suggereert liever- niet aandraven.
Als een volleerd regisseur onthult ze pas naar het einde toe, in geserreerd geschreven hoofdstukken, wat er echt is gebeurd. Dat hierbij geen detail uit het oog wordt verloren getuigt van grote huisvlijt waarmee ‘Schilfers’ is gecomponeerd. Kortom, een met uiterste zorg geschreven roman die naadloos aansluit bij ‘Dochter’.
