De beste boeken van 2020
De eindejaarslijst van CE
Nog zo’n mop van dit rare jaar: alle regen bleef opgespaard voor de laatste twee weken. Geen probleem, we zaten toch al met zijn allen massaal in de zetel met een boek. Nog leesinspiratie nodig om de eindejaarsperiode door te komen? CE bundelt het beste van 2020, op nagenoeg elk vlak belabberd, maar literair gezien een grand cru.
De 5 beste uit de Lage Landen
1. Marieke Lucas Rijneveld, ‘Mijn lieve gunsteling’
Laat ons het maar gewoon zeggen: dit is een meesterwerk.
Rijnevelds gevleugelde taal is zo trefzeker dat je als lezer meer dan eens een ongemakkelijk gevoel krijgt, nog meer door de manier waarop iets wordt verwoord dan door wat er wordt gezegd.
Lees hier de bespreking van Gert Vanlerberghe.
2. Jeroen Brouwers, ‘Cliënt E. Busken’
Op je tachtigste nog met zo’n roman komen aanzetten, het is een zelden geziene prestatie.
Het is wonderbaarlijk hoe Brouwers in deze roman uitgerekend één dag uit het leven van E. Busken – zijn voornaam wordt niet onthuld – in een loepzuivere stijl en volzinnen, die schitteren als vers geslepen diamanten, verwoordt.
Lees hier de bespreking van Karel Alleene.
3. Ans Vroom, ‘Moederziel’
Een heel fijne debuutroman die nu al naar een opvolger doet verlangen
Deels maakt Vroom ook gebruik van de talloze nostalgische verhalen uit haar eigen jeugd. Die lengt ze aan met een soms stevige laag fictie, waarmee heel organisch en spontaan een krachtige, levenswijze roman over sterke vrouwen tot leven komt.
Hier vind je de bespreking van Philippe De Cleen.
4. Chris de Stoop, ‘Het boek Daniël’
Zijn boek, een verwijzing naar de Bijbelse Daniel en de leeuwenkuil, smeekt om een verfilming.
Chris de Stoop brengt met ‘Het boek Daniel’ geen sensationeel verhaal, dat met allerlei pikante details wordt opgedirkt, maar een in een sobere stijl geborsteld portret van een vereenzaamd mens – door het dorp uitgespuwd – die louter om een koffertje vol bankbiljetten werd vermoord.
Hier vind je de bespreking van Karel Alleene.
5. Jeroen Olyslaegers, ‘Wildevrouw’
Jeroen Olyslaegers neemt ons mee naar het Antwerpen van de 16e eeuw. Naar een stad geplaagd door strenge winters en onverbiddelijke inquisitie. De door miserie geplaagde herbergier Beer werd het te heet onder de voeten en vanuit Amsterdam blikt hij terug op de razend spannende gebeurtenissen die hem naar het noorden hebben doen vluchten. Protest ontluikt in het murw geslagen volk, hoogmoed tiert welig, en verraad zit ergens gniffelend in een duister hoekje een onafwendbare ommekeer te beramen. Reserveer alvast het puntje van je stoel voor deze instant classic.
‘Volgens mij zit er een grote behoefte in ieder van ons om bedrogen te worden…’
Lees hier de bespreking van Gert Vanlerberghe.
5 internationale toppers
1. Gerald Murnane, ‘De vlakte’
Wat zijn we blij dat we dit boek niet gemist hebben.
Dit boek draagt de universaliteit van een parabel in zich. Uitwaaierende ideeën of gedachtestromen bieden ruimte aan de lezer om er, net zoals bij de vlakte, zijn eigen betekenis uit te halen. De vrije geest van de verteller lijkt wel een leidraad bij het lezen van dit boek: hoed je ervoor vast te komen zitten in inzichten, want ze zouden je kunnen beperken in je begrip van je omgeving, of breder nog, van de wereld.
Lees hier de bespreking van Lise Hoebrechts.
2. Olga Tokarczuk, ‘Jaag je ploeg over de botten van de doden’
Het is een boek dat je niet kan vastpinnen en in poging zou je het alleen maar onrecht aandoen.
‘Jaag je ploeg over de botten van de doden’ is geen thriller in de letterlijke zin van het woord. De schrijfster vertelt iets over de teloorgang van het klimaat; ze mijmert over wraak; ze beschrijft de onmacht van de kleine man tegenover de instituten.
Hier vind je de bespreking van Floris Cavyn.
3. Ted Hughes, ‘Kraai’
een prachtig staaltje van rebellie, een opgestoken vinger richting steriele middelmaat
Hughes’ worsteling met het bestaan, de existentiële leegte en nog het meest van al met het zwarte beest in zichzelf, wordt vertaald in donkere, maar o zo wonderlijke gedichten. Vaak overheersen somberte, verslagenheid en depressie. Dan weer schemert er uiterst voorzichtig een beetje hoop en liederlijkheid door.
Lees hier de bespreking van Philippe De Cleen.
4. César Aira, ‘Een episode uit het leven van een landschapsschilder’
Het is een raadsel waarom er van veelschrijver César Aira tot nu toe slechts vier romans in het Nederlands zijn vertaald.
Het onweer en de nasleep beschrijft Aira op meesterlijk meeslepende wijze. De opkomst van de storm, de inslag van de bliksem en de impact op het lijf van de schilder zijn zo overweldigend dat je als lezer enkel machteloos en slaafs de woorden in je opneemt.
Hier vind je de bespreking van Floris Cavyn.
5. Judith Schalansky, ‘Inventaris van enkele verliezen’
Dit is een zegen en een triomftocht voor de literatuur
‘Inventaris van enkele verliezen’ is een duizelingwekkend mooi boek, bijzonder geslaagd qua inhoud en vorm. Een wonderlijk werkstuk, waarvoor echt geen lof te veel is. Het is een boek dat probleemloos volle aandacht en focus afdwingt.
Lees hier de bespreking van Philippe De Cleen.
Nóg 3 van eigen bodem
Een grand cru, we zeiden het toch?
Peter Holvoet Hanssens, ‘De wolkendragers’
‘De wolkendragers’ is nu eens een aanlegplaats om te pootjebaden in de mythologie, dan weer een stortbad van verwondering. Het is een bundel om te koesteren in moeilijke tijden, waarin alles trager stroomt. Als alles wankelt, blijft de poëzie overeind.
Anneleen van Offel, ‘Hier is alles veilig’
Van Offel weet hoe ze moet schrijven en mikt met haar uitgebalanceerde taal op een oprechte reactie van de lezer. De ene keer lukt dat beter dan de andere, maar waar niet aan te ontkomen valt, is de liefde en aandacht waarmee de auteur ‘Hier is alles veilig’ tot stand heeft laten komen en waardoor dit een deugddoende leeservaring wordt.