Korngold ondanks covid bij De Munt

Korngold ondanks covid bij De Munt

De Munt, ‘Die tote Stadt’ 4 out of 5 stars

Wekenlang had De Munt gesleuteld aan haar adaptatie van Erich Wolfgang Korngolds ‘Die tote Stadt’, diens opus 12, dat nog steeds beschouwd wordt als ‘s mans meest volmaakte werk voor de operabühne. Na amper twee opvoeringen moest de schouwburg eind oktober echter onherroepelijk dicht.

Hoewel intendant Peter de Caluwe zowel op als naast het podium antwoorden klaar had voor de diverse uitdagingen van de coronapandemie met betrekking tot afstand en capaciteit, kreeg hij geen groen licht. Geluk bij een ongeluk is dat de opvoering meteen werd ingeblikt. Zo kunnen liefhebbers de bijzondere productie nog tot begin januari gratis streamen via de website van het operahuis.

Sober, ingekort en met beperkter orkest

In principe had ‘Die tote Stadt’ een herneming moeten worden van Mariusz Treliński’s regie, die in 2017 in Warschau in première ging. Het doolhof van kamers op een roterend decor, metaforisch bedoeld als inkijk in het verward-psychotische brein van protagonist Paul, moest vanwege COVID-19 evenwel plaats ruimen voor een sober scènebeeld. Daarnaast werd de partituur ingekort, om geen pauze te moeten inlassen, alsook opnieuw gearrangeerd, zodat een kleiner orkest het werk de baas kon.

Die delicate klus werd uitbesteed aan Leonard Eröd, die Korngolds materiaal zodanig organiseerde dat zijn uitgedunde bewerking het origineel schitterend benadert. Een huzarenstuk, want het laatromantische idioom met atonale effecten waarvan Korngold zich begin de twintigste eeuw nog bedient, meandert van sprookjesachtige intimiteit – denk maar aan de hartroerende, verstilde eenvoud van het slot – naar spookachtige horror. Zo ontaardt een droom door het tweede bedrijf heen langzaam maar zeker in een nachtmerrie.

Lees verder onder de video.

https://youtu.be/vktWRrstSWo

De kleurenrijkdom van het oorspronkelijke opus 12 klinkt hoe dan ook wonderbaarlijk door in de reductie, een term die eigenlijk misplaatst is wetende met welke vindingrijkheid Eröd met de coupures en de orkestweelde wist om te springen. Dirigent Lothar Koenigs stuwt het Muntorkest naar momenten van orgiastische grootsheid, die zoals gezegd worden afgewisseld met hoogst fragiel samenspel in passages van weemoed, waarin de contouren van Korngolds latere filmmuziek trouwens al te ontwaren zijn.

Ruwer en niet sentimenteel

Sentimenteel is deze ‘Die tote Stadt’ overigens nooit, mede door de ruwere registers die Roberto Saccà en Marlis Petersen in hun rollen opzoeken. Vooral laatstgenoemde komt in haar dubbelrol als Marie-Marietta tot een psychologische nuance, die in Treliński’s regie spijtig genoeg wat naar de achtergrond verdwijnt. De bipolariteit van het vrouwelijke, waarmee Paul de hele opera lang worstelt, vindt in Petersen een ideale verklanking en verpersoonlijking, zowel voor wat het extatische als het serene betreft.

De portrettering van Paul als moordenaar – een lezing die Treliński in zekere zin aan het libretto opdringt – overschaduwt de handeling als dusdanig niet. De visuele referenties naar de gevolgen van het coronavirus, waarvoor personages letterlijk in afzonderlijke glazen kooien worden gestopt, zijn evenwel nauwelijks inspirerend te noemen, en ze voegen geen gevoelsmatige schakering toe aan de totaalervaring.

Toch is enige terughoudendheid qua beoordeling van de mise-en-scène op zijn plaats, want de live-impact van deze productie moet groter geweest zijn. Het visuele commentaar op de plot, geprojecteerd boven en over de hele wijdte van de scène, wordt immers niet voortdurend gefilmd, wat maakt dat de mensen in de zaal meer werden geprikkeld dan diegenen die het enkel met de streaming moeten doen.

Niettemin levert De Munt met deze ‘Die tote Stadt’ een prachtige herontdekking af van een onterecht bestofte partituur. Een prestatie, en in tijden van corona zelfs een heuse tour de force.

Copyright foto: Hugo Segers
Gezien via de website van De Munt op 4/12/2020.

Related Images: