Harold Polis op de koffie bij filosofen

Harold Polis op de koffie bij filosofen

Harold Polis, ‘Autonomie’ 4 out of 5 stars

Ex-uitgever en essayist Harold Polis (1970) stelt in het ‘vooraf’ van  ‘Autonomie’ dat wie het lezen van essays als tijdverlies beschouwt zijn boek best opzij legt. Voor wie zulks niet doet, is het volop genieten van zijn genuanceerde beschouwingen over geschiedenis, filosofie, religie, enzovoort.

Het is er Polis om te doen het wereldgebeuren te becommentariëren vanuit een grote belezenheid. Religie, migratie, populisme, antisemitisme, enzovoort. Het komt allemaal uitgebreid aan bod. In ‘Het pistool van Tsjechov’ analyseert hij bijvoorbeeld het begrip culturaliseren. Dit betekent het toewijzen van individuen aan een bepaalde cultuur en hen op grond van die culturele groepsidentiteit beoordelen. Het staat in schril contrast met het integratiedebat en de Rechten van de Mens die boven alles staan en geen onderscheid tussen mensen dulden. Het is vanuit die visie dat Polis de confrontatie aangaat met antisemitische auteurs als T.S. Eliot, Ezra Pound en Céline. Het jarenlang lezen van laatstgenoemde heeft hem geleerd, hoe paradoxaal het ook klinkt, dat racisme doorgaat waar cultuur begint. Om vervolgens tot de conclusie te komen dat er niets anders opzit dan Céline te culturaliseren. Dit wil zeggen hem te omschrijven als een exponent van een Europees antisemitisme.

Verhindert het internet helder denken?

Hoe graag hij ook refereert aan het verleden, het verhindert hem niet de vinger aan de pols van de actualiteit te houden. Denk maar aan de niet te stuiten opmars van de digitalisering. In zijn essay ‘De cultuur van het gezond verstand’ verwijst hij onder meer naar de tegenovergestelde visies van Alain Finkielkraut en Michel Serres, twee notoire leden van de Académie française. Zingt Serres de lof van de moderne mens die in het digitale tijdperk anders denkt en handelt, dan houdt Finkielkraut daar een totaal andere mening op na. Hij is ervan overtuigd dat het internet of een schizofrene schermcultuur verhinderen om goed te denken, te schrijven en te praten. Het leidt ertoe dat de ideeën van anderen soms zo prominent aanwezig zijn dat zijn persoonlijke visie er door overwoekerd wordt.

Heidegger haatte popcultuur

Over welk thema of onderwerp Polis ook schrijft, het is nooit vrijblijvend. Zo belicht hij de bloedige aanslag op de Parijse Bataclan in een brede, kritisch beschreven context.

‘Het is aanlokkelijk, maar verkeerd om in de aanslag op het concert van The Eagles of Death Metal in de Bataclan meer te lezen dan een lukrake terreurdaad op een grote groep mensen die zich op westerse wijze vermaken. Er is altijd in Europa een onderstroom van pessimisme geweest die juist de uitzinnige ontspanningsindustrie aanwijst als oorzaak van onze neergang.’

De Duitse filosoof Martin Heidegger haatte immers popcultuur. Polis wijst er evenwel op dat Heidegger onbevredigend tegen het leven aankeek. Was het omdat het hem niet lukte van het bovennatuurlijke los te komen dat hij er niet in slaagde om een ethiek te ontwikkelen? Het is een vraag die voor Polis het vertrekpunt vormt om Heidegger uit te spelen tegen andere filosofen. Als lezer moet je soms verdraaid goed bij de les blijven om de essentie van zijn betoog niet uit het oog te verliezen.

Een hobbelig filosofisch parcours

Over het reilen en zeilen binnen de hedendaagse samenleving reflecteert hij in ‘Welkom terug, Thomas Hobbes’. Hier luidt de centrale vraag: hoeveel vrijheid moet je als individu afstaan om je te laten beschermen door de staat? Het brengt hem bij de vraag hoe de macht in een democratie moet worden verdeeld.

Het is een van de vele bijdragen die zijn opgesmukt met oneliners en verwijzingen naar belangrijke denkers en filosofen die hij gelezen heeft en op een hobbelig parcours loslaat. In ‘De calculus van het gezond verstand’ schiet hij bijvoorbeeld met twee korte, krachtige zinnen uit de startblokken.

‘Voorbij de grenzen van de politiek begint tegenwoordig het rijk van het gezond verstand. Alle partijen beroepen zich erop, vaak om de domheid van de tegenstander aan de kaak te stellen.’

Om de lezer daarna hernieuwd kennis te laten maken met de grondslagen van de term “gezond verstand” via Immanuel Kant. Het is een voorbeeld van hoe Polis gemeenplaatsen in de publieke ruimte onder de loep neemt.

‘Autonomie’ is het product van een kritische sociaalliberaal die de kunst verstaat ad rem te schrijven, nooit vervelend uit de hoek komt en de lezer aan het denken zet. Polis ontwikkelt allerlei prikkelende gedachten, plaatst autonomie tegenover sociale cohesie, maar rept met geen woord over de ecologische problematiek. Af en toe spreekt hij, dat geeft hij in de inleiding toe, zichzelf ook tegen. Daar zijn essays nu eenmaal een vrijbrief voor.

Related Images: