Zomers zwoel en uiterst dansbaar: Kokoroko kruidt het zomerse leven
Kokoroko, ‘Could we be more’
In de zomer mag een zomerse soundtrack zeker niet ontbreken. Daarvoor kunnen we terecht bij ‘Could we be more’, het langverwachte full album debuut van het Londonse jazzcollectief Kokoroko. Na een eerste debuut-EP, met daarop onder meer de erg aanstekelijke track ‘Abusey junction’ en een handvol singles lijkt de groep uit London helemaal klaar voor het grotere werk. Zwoel en dansbaar, Kokoroko kruidt deze zomer met een oh zo zoete soundtrack.
Broedplaats van talent
Na de debuut-EP (2019) kende de groep wat wisselingen in de line-up. Zo verliet gitarist Oscar Jerome de band om een eigen, inmiddels vrij goed lopende carrière uit te bouwen. Diens plaats wordt op ‘Could we be more’ ingenomen door nieuweling Tobi Adenaike-Johnson. Ergens markeert dit ook hoe het achtkoppige, grotendeels door trompettiste Sheila Maurice-Grey aangestuurde collectief een broedplaats blijkt te zijn voor jong en nog volop ontluikend talent.
Smaakvol, rijkelijk gelaagd en dansbaar
Dat dit album uitkomt op het immer in de gaten te houden Brownwood Recordings label van DJ Gilles Peterson zegt eigenlijk al genoeg. Kokoroko past immers naadloos in de brede, eclectische smaak die het label vooropstelt. Puttend uit vele genres en vaatjes krijg je op ‘Could we be more’ een fijn en uiterst uitnodigend allegaartje met allerlei ingrediënten toebedeeld. Onder meer loungey soul (‘Soul searching‘), zoete funk, latin, highlife en afrobeat vermengen zich. Heerlijk ritmische grooves springen uit de boxen en nodigen luisteraars uit tot een dansbaar en zwoel feest. Al valt er ook zonder dansvloer ruimschoots van de smaakvolle, gelaagde muziek van Kokoroko te genieten.
Zo krijgen we met ‘Could we be more’ een ruime plaat die van meet af aan erg goed in het oor ligt. Vanaf opener ‘Tojo‘ merk je dat er een breedkoppige feestband aan het werk is die een heel eigen muzikaal universum uit de instrumenten tovert. Fijn ook is dat deze groep expansievere momenten niet schuwt, zoals onder meer het geval is bij het goed tegen de zeven minuten aanschurkende ‘Ewà Inú‘. Elders houdt de groep het zoals in het fraaie, spaarzame en met een kleine, minimale bezetting gespeelde ‘Home‘ veel strakker en compacter.
Kokoroko gaat voor een gevarieerd dieet
Dat maakt ook dat de muziek van Kokoroko op deze plaat heel uiteenlopende richtingen uitgaat, echter zonder het intrinsieke, optimistische en hoopvolle muzikale DNA van de band te verloochenen. Zo is er bijvoorbeeld het door highlife geïnspireerde ‘We give thanks‘. Heel anders dan de nostalgische soulvibes van ‘These good times‘. Ook in ‘Something’s going on‘ vind je verwijzingen terug naar brother Marvin Gaye. Terwijl aan het andere uiterste een track als het assertievere, opzwepende en met stevige gitaarpartijen verrijkte ‘War dance‘ opduikt.
Minstens zo opvallend is hoe deze groep met kleine interludia zoals ‘Blue robe’ delen I en II – vingeroefeningen met Afrikaanse polyritmiek – heel eigen accenten legt.
Versatiel en warmbloedig
Samen vormen de composities van Kokoroko een erg intrigerend werkstuk van een uiterst veelzijdige band die op plaat aardig weet te overtuigen. Toch merk je na een aantal luisterbeurten dat er op dit grotendeels instrumentale album misschien nét iets te weinig echt scherpe kantjes aan zitten (waar bijvoorbeeld een track als ‘War dance’ wél in slaagt).
Live staat Kokoroko ongetwijfeld garant voor een fijn en zomers feest. Althans, dat doen de goed geoliede composities vol weelderigere blaaspartijen toch vermoeden. Ze zijn bijna allemaal een verrijking voor je zomerse playlist.
Is dit soort muziek jouw ding? Luister dan zeker ook eens naar het verleden jaar verschenen ‘Breakout’ van Echoes Of Zoo!