Maggie Nelsons’ zoektocht naar vrijheid
Maggie Nelson, ‘Over vrijheid: in kunst, seks, drugs en klimaat’
In het literaire werk van schrijfster Maggie Nelson (het erg vernieuwende ‘De argonauten’, ‘Bluets’ – overpeinzingen over de betekenis en rol van de kleur blauw) speelt vrijheid een belangrijke rol. Het is een lastig en complex begrip dat zij hanteert als lens om zoals de titel al aangeeft naar verschillende thema’s te kijken. Toch is de onderliggende rode draad die van zorg, zoals ook de Engelstalige versie van deze essaybundel te kennen geeft (‘On freedom. Four songs of care and constraint’).
Op zoek naar de betekenis van vrijheid
‘Over vrijheid’ is een onbuigzame bundeling essayistiek. Zo laat de Amerikaanse Nelson, in het dagelijkse leven docente kunst en schrijfster zich, net als eerder in ‘Bluets’, grotendeels inspireren door filosofische auteurs en werken. Niet echt verrassend duiken onder meer Michel Foucault, die onderscheid maakt tussen bevrijding en vrijheidspraktijken, en Hannah Arendt op (‘Ik las eerst “What Is Freedom?” van Hannah Arendt, en legde verzamelingen aan’). Maar ze laat zich evenzeer leiden door heel andere stemmen zoals De Beauvoir (‘de mens is pas vrij als anderen dat ook zijn’), James Baldwin (‘een werkelijk verlangen naar vrijheid is een zware last’) en Ta-Nehisi Coates.
Geduldige arbeid
Nelson staat ook stil bij haar eigen denken en schrijven. Zo stelt ze dat het schrijven van kritische essays voor haar meer dan ooit het resultaat is van geduldige, noeste arbeid. Daarbij is het beoogde eindresultaat veel minder de eigen bevrijding dan wel die van anderen. Het is Nelsons’ intentie om de lezer diepgaander te doen nadenken over vrijheid en zorg. Al bemoeilijkt ze dat net wel door vrijwel onophoudelijk uiterst gul en genereus te gaan strooien met allerlei intellectuele theorema’s (Wittgenstein, Sontag, Judith Butler,…). Ze citeert enorm veel, zowel uit literatuur, journalistieke stukken en essays als uit wetenschappelijk onderzoek.
Desondanks kom je als lezer wel in aanraking met prikkelende, suggestieve en soms best confronterende ideeën rond de samenhang tussen kunst en zorg. Interessant wordt het pas echt als ze daadwerkelijk ingaat op concrete casussen en praktijkvoorbeelden. In het essay over kunst haalt ze bijvoorbeeld Dana Schutz’ ‘Open Casket’ en Durants ‘Scaffold’ aan om onder meer te stellen dat (kunstzinnige) uitingen niet zonder context kunnen en dat de specifieke details er wel degelijk toe doen:
Het maken van kunst is een manier om de wereld te verwerken, zoals ons spijsverteringsstelsel voedsel verwerkt. Dit verwerken hoeft niet gereguleerd in emancipatie, reparatie of verplichting. Het kan een teken zijn dat we leven, of ooit hebben geleefd.
Vrijheid in seks & drugs
In het essay rond seks komt Nelson – wederom niet zo verrassend – terecht bij de #MeToo beweging. Desalniettemin blijft ze een kritisch standpunt hanteren: ‘we moeten érgens bereid zijn seksuele objecten te zijn, wat betekent dat we moeten leren seksuele ervaringen te verwoorden buiten de dyade van degene die kwaad doet versus diegene die kwaad wordt gedaan’. Ook elders valt op dat de schrijfster met veel gevoel voor nuance observeert en uiterst zorgvuldig nadenkt. Macht en ongelijkheid maken immers ook deel uit van seksualiteit en dat wordt doorgaans buiten beschouwing gelaten, stelt Nelson.
Het essay rond drugs doet luchtiger aan, wellicht ook omdat Nelson daar een sterkere persoonlijke invalshoek hanteert. Nelson is zelf lange tijd verslaafd geweest aan alcohol en kan hier dus uit eigen ervaringen putten:
Drinken heeft me veel geleerd. Uiteindelijk heeft het me doen inzien dat ik ermee moest stoppen. Drinken was geen vrije keuze meer, maar een vorm van slavernij geworden.
Op het einde verschuift Nelson in een wat korter essay de lens nog even naar het klimaat. Daarin tracht ze duidelijk te maken dat ondanks de wanhoop er steevast een punt van hoopvol optimisme gevonden kan worden: ‘de manier waarop we met vrijheid en plichten omgaan, ze verdelen en concretiseren zou anders kunnen zijn’. Dat houdt niet enkel in dat akelige gevoelens rondom klimaatverandering onder ogen gezien moeten worden, maar ook dat zij soms, zoals in het geval van Nelson, een nadelig fysiek effect kunnen hebben.
Wegwerken van angst
In het nawoord licht Nelson toe dat net in de beperking verdieping schuilt. Al staat dat wat haaks op de extensieve literatuurlijst (60 pagina’s!). Het demonstreert ergens de uitersten die ze soms met elkaar lijkt te willen verzoenen. Het schrijven van deze essays confronteerde Nelson ook met de verwantschap tussen vrijheid en angst. Al blijft ook die niet volledig helder, geeft ze toe.