Met Orwell kun je alle kanten op

Met Orwell kun je alle kanten op

George Orwell, ‘Over nationalisme’ 3 out of 5 stars

Meer dan zeventig jaar na zijn dood is George Orwell (1903-1950), alias Eric Arthur Blair, nog altijd niet uit de belangstelling verdwenen. Wat hij ooit schreef met klassiekers als ‘Animal Farm’ (1945) en ‘1984’ (1949) is maatschappelijk relevant gebleven.

Vrijwel iedereen beroept zich tegenwoordig op Orwell. Je kunt namelijk met wat hij ooit publiceerde alle kanten op. ‘1984’, zijn roman waarin een totalitair bewind met taal een andere realiteit creëert, om de onderdrukking van het individu te maskeren, is zelfs in het Rusland van Poetin actueel. Opmerkelijk hierbij is dat zijn boek er niet aangevallen wordt. Orwell is als het ware onaantastbaar geworden, ofschoon niet het uit oog mag worden verloren dat hij zichzelf niet als morele norm beschouwt.  Zo is er in een van zijn essays het verhaal dat hij als politieman in Birma een olifant neerschiet, niet omdat het dier niet te redden valt maar omdat hij tegenover een opgejaagde menigte geen gezichtsverlies wil lijden.

Waar het bij hem om te doen is, is het aanklagen van een taalgebruik waarbij slordig geformuleerde zinnen staan voor slordig denken.

Anders schrijven na de Spaanse burgeroorlog

Een kantelmoment in zijn leven was de Spaanse burgeroorlog waarin hij meevocht en gewond raakte. Een gebeuren dat zijn leven als schrijver ingrijpend heeft veranderd. Hij formuleerde het zo:

‘Iedere serieuze regel die ik sinds 1936 schreef is, direct of indirect, tegen totalitarisme gericht en voor het democratisch socialisme’

In een uitvoerig essay dat ‘Notes on Nationalism’ voorafgaat wijst Bas Heijne erop dat Orwell in de eerste plaats een journalist is geweest.

‘Orwell was vooral journalist, denk ik, omdat hij het directe contact met de wereld om hem heen nodig had. Ook zijn zogenaamde journalistieke maakwerk was doortrokken van literaire ambitie. In 1946 schreef hij: “Wat ik de afgelopen tien jaar vooral heb willen doen is het schrijven over politiek tot een kunst verheffen.”’

Een vals beeld van de werkelijkheid

Hij was een man die van heldere taal hield, wars van lege opsmuk. Niets was volgens hem meer gecorrumpeerd als de taal van de ideologie. Of zoals Heijne het formuleert:

‘Een van Orwells belangrijkste thema’s is hoe ideologie mensen volledig kan losweken van iedere waarneembare realiteit. Het valse beeld van de werkelijkheid wordt dan tot de werkelijkheid zélf. Dat is het beproefde recept van elk totalitair bewind.’

Minder angst voor politieke strijd, zo poneert Heijne is geen probleem. Het liberalisme, waarvan hij een aanhanger is, is juist uitgevonden om maatschappelijke polarisatie in goede banen te leiden. Dat is volgens hem het fundament van de democratie: het niet met elkaar eens te hoeven zijn.  Waarna het lezen van Orwells essay ‘Notities over nationalisme’, vertaald door Thomas Heij, actueler dan ooit blijkt te zijn. Al was het bijvoorbeeld maar om volgende quote:

‘De nationalist keurt de wandaden die zijn eigen kant begaat niet alleen niet af, maar hij heeft de wonderlijke gave om er niet eens iets over te horen. Zes jaar lang waren de Engelse bewonderaars van Hitler in staat om niets te horen over het bestaan van Dachau en Buchenwald.’

‘Over nationalisme’ toont aan hoe scherpzinnig en angstaanjagend Orwells werk is gebleven.

Related Images: