Honingeter: beloftevol debuut van Tülin Erkan
Tülin Erkan, ‘Honingeter’
‘Honingeter’ speelt zich af in een luchthavengebouw in Istanbul, waar we drie personages volgen: Ömer, Sibel en Wernicke, samen met een hond. De vertelstijl is origineel, net als het decor. We volgen de personages afwisselend vanuit het perspectief van een beveiligingscamera en vanuit Sibel, een passagier die haar vlucht steeds mist. Ömer bemant de beveiligingscamera en raakt gefascineerd door de vrouw. Die fascinatie zet zich over op de lezer, maar een echte spanningsboog ontbreekt. De personages interageren weliswaar met elkaar, maar er zijn weinig acties die ‘suspense’ opwekken. De handelingen zijn monotoon: het halen van een broodje, het wandelen met de hond, een beetje geflirt tussen Sibel en de piloot Wernicke, en het delen van een ondefinieerbare angstigheid.
Taal en vertelling in transit
Wat het verhaal leidt, is de ‘transit’ tussen Turkije en België via de taal. We krijgen fragmenten van gebruiken: het bidden, het eten, gezegden en oude herinneringen in cursief. Maar de contacten tussen de culturen blijven oppervlakkig, zoals je dat in een luchthaven kunt verwachten. Hierdoor ervaar je als lezer een gebrek aan diepte, zowel in het verhaal als in de personages. Bovendien is het voor de lezer niet altijd duidelijk wiens bewustzijn gerepresenteerd wordt. De personages vervlechten zich met elkaar, wat je zou kunnen zien als een vorm van ‘hybriditeit’, maar het kan ook wijzen op een gebrek in de vertelkunst.
Afasie als hellevaart
Het enige personage dat werkelijk als een ‘ander’ voelde, is Wernicke, de piloot die niet meer kan vliegen. Zijn personage had bijna een symbolische functie en kan de titel verklaren. De naam Wernicke verwijst immers naar een vorm van afasie, ook wel sensorische afasie genoemd. Het kan optreden na een hersenbloeding en veroorzaakt een verstoord taalbegrip. Wie aan de ziekte lijdt, kan nog wel woorden en zinnen vormen, maar begrijpt de taal niet meer. Op dezelfde manier dreigt ook Sibel haar taal en identiteit te verliezen, waardoor ze in een overgangsfase terechtkomt. Ze zoekt toenadering tot zowel het personage Wernicke, Turkije als België, maar belandt in een wachtruimte. De transit kan daardoor gelezen worden als een hellevaart.
Bijen buiten de korf
De lezing als hellevaart kan worden onderbouwd door de intertekstuele verwijzing naar de passage over de scheiding tussen Orpheus en Eurydice, zoals verteld door zowel Ovidius als Vergilius. Het verhaal eindigt met het cliché in afscheid nemen, “Niet omkijken”, wat een clichématige verwijzing is naar Orpheus die de hel mocht betreden om Euridice terug te halen, maar niet achterom mocht kijken, totdat hij uit de Avernische valleien zou zijn.
Honingeters of Meliphagidae behoren tot de familie van de zangvogels. Van de Australische geschubde lelhoningeter zijn naar schatting nog maar zo’n driehonderd exemplaren over. Wetenschappers vermoeden dat de soort met uitsterven bedreigd is omdat de vogels hun zang niet meer kennen. (Erkan, 2023:1)
De scène tussen Orpheus en Eurydice wordt door Vergilius beschreven in het boek ‘Georgica of Landleven’, in 2004 vertaald door Piet Schrijvers. Wat opvallend is, is dat het verhaal van Eurydice vlak na het boek ‘Oogsten van honing’ komt. Er wordt daardoor een sterke relatie gelegd tussen ‘De honingeter’, de vogel die honing nodig heeft om te overleven en te zingen, en de tragedie van Eurydice. Dit leidt tot een interessante herlezing van de ‘Georgica’.
Net buiten de prijzen
In haar debuutroman heeft Tülin Erkan bewezen dat ze een veelbelovende schrijver is. De erkenning op de shortlist voor de Boon prijs en de nominaties voor de Boekenbon Literatuurprijs en De Bronzen Uil onderstrepen haar talent en het potentieel van haar werk. Wij lazen haar graag en konden de mythologische verwijzingen smaken. Toch zien we ook nog potentie tot groei. We kijken uit naar een volgend werk van Erkan en hebben ‘Honingeter’ gelezen als een beloftevol debuut.