Geschriften van een briljant denker
Stefan Hertmans, ‘De essays 1982-2022’
‘De essays’ van Stefan Hertmans (1951) is in alle opzichten een monumentale uitgave. Een bundeling van alles wat hij van 1982 tot 2022 publiceerde. Teksten van een talentvolle, maar vooral kritische schrijver en denker.
Ondanks het essay in Vlaanderen bepaald geen geliefd genre is, heeft het Stefan Hertmans niet weerhouden het, over de jaren heen, met groot vakmanschap te beoefenen. Geen onderwerp of heikel thema ging hij, tussen het schrijven van romans door, uit de weg. Een groot deel van wat hij ooit publiceerde verscheen eerder al in bundels als ‘Sneeuwdoosjes’ (1989), ‘Fuga’s en pimpelmezen. Over actualiteit, kunst en kritiek’ (1995) en ‘De mobilisatie van Arcadia’ (2011).
Johan Reyniers, dramaturg bij het Internationaal Theater Amsterdam, selecteerde nu in ‘Stefan Hertmans. De essays 1982-2022’ alles wat hij de voorbije veertig jaar aan essayistiek heeft geschreven. Een combinatie van vroegere bundels, plus teksten uit kranten die gelukkig niet in de prullenmand zijn terechtgekomen.
De erotische aanraking van het lezen
Het zijn nagenoeg vergeten essayisten als Simon Vestdijk, Menno ter Braak, Willy Roggeman en Paul de Wispelaere die Hertmans de weg naar de moderne essayistiek wezen. Verder was er de invloed van Walter Benjamin, Ernst Bloch en T.W. Adorno. Literaire filosofen wier manier van denken hij probeerde te betrekken op de manier waarop hij literatuur wou interpreteren. Om het nog niet te hebben over Roland Barthes over wie hij het heeft in ‘De schaafwonden van Roland Barthes’ en noteert:
‘Roland Barthes is niet de eerste en wellicht ook niet de laatste auteur die de tekst vergelijkt met een raakvlak, een oppervlak waarlangs een schuivende beweging plaatsvindt die allerlei lichamelijke connotaties in zich draagt, zelfs die van de erotische aanraking: het lezen.’
Een visie die hij ent op ‘De Toverberg’ van Thomas Mann, maar eveneens op ‘Vloeibaar harnas’, de eerste roman van Peter Verhelst. Wellicht als een vorm van waardering voor de literaire betekenis van Paul de Wispelaere – wordt hij nog gelezen? – gaat hij in ‘Janinka’s vraag’ dieper in op zijn roman ‘Mijn levende schaduw’. Sommige uitspraken in deze roman doen hem aan Nietzsche denken. Nietzsche naar wie hij in zijn essays geregeld verwijst. Zoals in ‘Het zwijgen van de moraal’ of Medea’s wraak, waarin hij Nietzsche’s gekende oproep aangaande het lot citeert: ‘durft te worden wie je bent’. Er valt in zijn fascinatie voor deze filosoof dan ook niet te ontkomen aan ‘Verlos ons van de Verlosser’, een ronduit sublieme analyse van de relatie tussen Wagner en Nietzsche. De componist en de denker over wie niet te tellen boeken zijn geschreven. Hier doet hij een niet te veronachtzamen bekentenis.
‘Op de universiteit leerde ik Nietzsche lezen en die geloofde ik klakkeloos – ik las nog niet tussen de regels. Het waren de jaren net na mei ’68, de wereld was simpel als in oude sprookjes, er waren goeden en slechten, Nietzsche was links en Wagner was een fascist. Klaar.’
De modulatietechniek van Marcel Proust
Wagner, Verdi, Bach, Beethoven en Stravinsky. Muziek het is een thema dat hem niet loslaat. Het brengt hem bij ‘À la recherche du temps perdu’ van Marcel Proust. De beroemde schrijver en notoire salonsnob, die muzikaal niet onderlegd was. Het is Hertmans niet ontgaan dat Proust ooit een brief naar Gabriel Fauré schreef waarin letterlijk te lezen staat dat hij hem bewondert en zijn muziek aanbidt. Of Proust in zijn werk compositieprincipes heeft toegepast?
‘…het is een feit dat de hele modulatietechniek die de zinsbouw in de Recherche bepaalt, opvallend veel weg heeft van Faurés manier om steeds weer andere akkoorden onder de herhaling van het motief te schuiven.’
Een stevige dosis maatschappijkritiek
Er staat overigens nog veel meer dan dit alles te lezen in ‘De essays 1982-2022’. Zo is er een stevige dosis maatschappijkritiek aanwezig, waarbij hij niet nalaat op de toenemende verrechtsing van Vlaanderen te wijzen. Er is zijn Pacificatielezing in Breda (2022) die hij besluit met:
‘De debatten die vandaag onze actualiteit beheersen, plaatsen ons opnieuw voor de vraag hoe we in gesprek moeten gaan met mensen die daartoe niet bereid zijn. Het eerste wat we dan nodig hebben is niet het toekeren van onze andere wang, maar de blik die ons toelaat te begrijpen wie we voor ons hebben en waarom die handelt zoals hij of zij doet.’
‘Stefan Hertmans. De essays 1982-2022’ telt meer dan dertienhonderd bladzijden louter leesplezier. Temeer omdat hij niet alleen zijn scherpe en eruditie visie etaleert, maar tegelijk ook anderen aan het woord laat. Het zijn essays van een schrijver die genuanceerd en kritisch over alles nadenkt en ons terecht een spiegel voorhoudt.