Hertmans overtreft zichzelf met zijn eigen procedé

Hertmans overtreft zichzelf met zijn eigen procedé

Stefan Hertmans, ‘De opgang’ 5 out of 5 stars

Met ‘De opgang’, zijn nieuwe roman die met veel aplomb werd aangekondigd, treedt Stefan Hertmans (1951) probleemloos in de voetsporen van vroeger werk. De aankoop van een vervallen woning, die hij jaren later weer van de hand doet, brengt hem bij het verleden van zijn vroegere bewoners. Een verleden dat Hertmans op een briljante manier doet herleven.

Hertmans’ nieuwe roman ligt duidelijk in het verlengde van ‘De bekeerlinge’ (2016) en ‘Oorlog en terpentijn’ (2013). In ‘De bekeerlinge’ had hij het over de vroegmiddeleeuwse resten van een Joodse gemeenschap in de buurt van zijn Franse vakantiehuis. Voor ‘Oorlog en terpentijn’ baseerde hij zich op de autobiografische aantekeningen van zijn grootvader over de Eerste Wereldoorlog.

Nu hij in ‘De opgang’ de Tweede Wereldoorlog en collaboratie minutieus in beeld brengt, is zijn trilogie compleet. Ofschoon de drie romans op ware feiten zijn gestoeld en grotendeels volgens hetzelfde procedé zijn geschreven, heeft de auteur in alle opzichten zichzelf overtroffen. Hij houdt zijn personages, die opvallend levendig overkomen, net als het hele verhaal stevig in handen.

Met groot literair vakmanschap – een geslaagde mix van getuigenissen, archiefstukken, veldwerk en voortreffelijk gedoseerde fictie – laat hij een fascinerende geschiedenis op de lezer los.

Andermaal is het vertrekpunt een huis. Dit keer een vervallen huis in het Gentse Patershol dat Hertmans eind de jaren zeventig voor een habbekrats heeft aangekocht. Na een rondleiding met de notaris, goed voor enkele kleurrijke descriptieve scènes, blijkt dat het pand ooit door de familie Verhulst werd bewoond. Als hij dan jaren later ‘Zoon van een foute Vlaming’ leest, een publicatie van Adriaan Verhulst, zijn vroegere hoogleraar geschiedenis, dan dringt het tot hem door dat zijn vroegere woning een bewogen verleden ligt verborgen. Het brengt hem bij Willem Verhulst, een Vlaamse nazi, die na de dood van zijn eerste vrouw, de Joodse Elsa Meissner, trouwt met de Nederlandse Mientje Weijers en tijdens de Tweede Wereldoorlog ook nog een relatie met Griet Latomme heeft.

Het echtpaar Verhulst-Weijers heeft drie kinderen waaronder de latere hoogleraar Adriaan Verhulst, professor geschiedenis aan de Gentse universiteit, logebroeder, voorzitter van het Willemsfonds en van de raad van bestuur van de toenmalige BRT.

Willem Verhulst is zowel een huisvader voor zijn kinderen als een gruwelijke oorlogsmisdadiger die er zijn hand niet voor omdraait om Joden en onschuldige burgers in naam van de Führer de dood in te jagen. Een activiteit als fanatieke collaborateur, die hij voor zijn kinderen handig weet te maskeren maar die bij zijn vrouw heel wat vragen oproept. Ofschoon de grootste aandacht uitgaat naar alles wat Willem in opdracht van de Duitse bezetter onderneemt, is niet hij, maar Mientje de heldin van deze roman.

Hertmans laat haar met mededogen tot leven komen en wat ze tijdens de oorlogsjaren en nadien allemaal heeft moeten verbijten. Het levert sterke en aangrijpende passages op waarbij Hertmans, zonder in het sensationele te vervallen, zijn schrijfkunst demonstreert. Dat hij zich bovendien nog van verschillende stijlen bedient, zorgt ervoor dat op deze roman – waarin hij zelf af en toe opduikt – het etiket ‘ijzersterk’ mag worden geplakt.

‘De opgang’ is een beklemmend boek dat de lezer naar de keel grijpt en waarin een duister verleden met grote precisie op het juiste moment terecht weer onder de aandacht wordt gebracht.

De opgang Book Cover
De opgang De Bezige Bij 412 p.

Related Images: