Hernomen ‘Cloaca’ mist muzikaliteit en waarachtigheid

Hernomen ‘Cloaca’ mist muzikaliteit en waarachtigheid

Tien jaar geleden, toen de voorstelling ‘Cloaca’ voor het eerst in première ging, maakten we kennis met ze: Joep, Pieter, Tom en Maarten. De vier oude studievrienden die in hun jonge jaren met torenhoge ambities rondliepen en nu, midden veertig, de brokken bijeenrapen die het najagen ervan heeft nagelaten. Balancerend op de rand van hun emotionele failliet ontmoeten ze elkaar weer.

Joep die meedogenloos voor een politieke carrière gaat en vervreemd van zijn gezin door zijn vrouw uit huis is gezet. Pieter, de kunstkenner en ambtenaar,  die zich in de nesten werkte door zich jarenlang – inmiddels kostbare – doeken uit het Gemeentelijke depot toe te eigenen. Tom, de aan de drugs geraakte manisch-depressieve advocaat en Maarten, de toneelregisseur die zich verlustigt aan 18-jarige actrices. Een verhaal over studievrienden die zich vastgrijpen aan vriendschapsdromen maar als het er op aan komt hun solidariteit verkwanselen voor hun zelfzucht.

Maria Goos schreef het stuk op het lijf van bevriende acteurs  Scholten van Aschat, Bokma, Blok en Spijkers. Samen met regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen vormen ook zij, op Spijkers na, in werkelijkheid een groep oude studievrienden. Regisseur en schrijfster bewezen al eerder een gouden combinatie te zijn met hun veelgeprezen televisieseries Pleidooi en Oud Geld, het (later verfilmde) toneelstuk Familie en de film LEEF!. Cloaca bleek in 2002 zo’n succes dat het kort erna in drie talen is vertaald en op de planken is gebracht. De verwachtingen zijn hoog gespannen nu een volgende generatie het stuk tien jaar later, onder regie van Gerardjan Rijnders, opnieuw zal opvoeren.

Het valt meteen op dat de personages in midlifecrisis dit keer gespeeld worden door merendeel jonge dertigers. Sieger Sloot (35) als Joep, Guy Clemens (31) als Pieter, Tygo Gernandt (38) als Tom en Thijs Römer (34) als Maarten. Het zou moeten kunnen. Het is toneel en de acteurs spelen een rol. Toch blijkt de generatiekloof tussen acteur en personage lastig te aanvaarden. Het voorkomen van de jonge spelers vertoont geen sporen van ontgoocheling door een stukgelopen huwelijk, worstelingen met puberkinderen of angst voor verval en ze weten dit met hun kluchtige spel ook niet aannemelijk te maken.

Het is niet duidelijk of het enkel regiekeuze is of dat de spelers moeite hebben met een treffende tekstbehandeling, maar het resultaat is dat meer dan eens de teksten eruit rollen alsof de acteurs een Italiaantje (= snelle, niet inhoudelijke tekstrepetitie) doen. De poging om tempo in de voorstelling te brengen is ten koste gegaan van de muzikaliteit en inhoudelijke lading van de dialogen. Op eenzelfde volume staan de acteurs  de tekst als een reeks strakke volleys naar elkaar over te roepen. Het lijkt alsof er gekozen is om zuiver de woorden van de tekst het werk te willen laten doen. Dit terwijl de door Goos zo raak opgetekende tekst juist tússen de regels tot leven komt: in de stiltes, (de)crescendo’s en haperingen.

De losheid en vertwijfeling die de tekst besloten ligt, komt niet geheel tot zijn recht door het vlakke spel dat net iets teveelneigt naar ‘lollig doen’. De zo subtiel beschreven tragikomische – en zo herkenbare – karakters in dit acteursstuk zijn hierdoor platte persiflages geworden en dat is jammer. Het tempo en energie in de voorstelling is een pluspunt, toch is het wat ons betreftniet helemaal gelukt om de gelaagdheid in Goos’ teksten over het voetlicht te brengen. Maar – en dat moet wel gezegd – de verwachtingen waren dan ook torenhoog.

Gezien op 09/02/2013 in DeLaMar Theater.

Related Images: