Prachtige Ragazze en vleugje kolderiek spel bij Via Berlin
Via Berlin, ‘Home sweet home’
Uit de verte zien we een man aankomen. Met zijn helm nog op het hoofd en zijn plunjebaal over de schouder, keert hij na lange tijd weer terug van het front. Ondanks de warme omhelzing waarmee zijn vrouw hem onthaalt, blijkt niets tussen hen meer hetzelfde te zijn. De krassen op zijn ziel en haar jarenlange zelfstandige bestaan, lijken hen voorgoed uit elkaar te hebben gedreven. Om het gemis niet te voelen, heeft zij hun trouwfoto opgeborgen, zijn stoel weggedaan en een erfstuk van hem verkocht. En terwijl in zijn hoofd de oorlog nog woedt, merken ze al gauw dat de echte strijd nog moet beginnen. Waanbeelden, angsten en onmacht zullen hem en hun leven samen beheersen.
Na ‘Een mond vol zand’ en ‘Vanaf nu heet je Pjotr’ is ‘Home sweet home’ de derde muziekvoorstelling die actrice Dagmar Slagmolen en violiste Rosa Arnold maken rond het thema oorlog en de verwoestende uitwerking op de menselijke ziel. Voor deze voorstelling brachten ze twee acteurs, het Ragazze Kwartet en vier heren van Slagwerk Den Haag bijeen om de door hen zelf geschreven tekst vorm te geven.
Niet alleen tekst en muziek komen samen, ook de scheidslijn tussen musici en acteurs wordt in deze voorstelling doorbroken. Door de vrouwelijke strijkers te kleden naar het evenbeeld van de actrice (Slagmolen) en de Haagse slagwerkers naar dat van de acteur (Keulen), ontstaat een visuele verdeeldheid naar sekse. Door het ensemble door deze sterke beeldtaal te scheiden, zien we het thema naar een hoger niveau getild. Dit gaat niet alleen over een verscheurde relatie tussen twee geliefden, maar over een door oorlog gespleten gemeenschap. Maar hoewel het concept sterk is, laat de uitwerking soms te wensen over. De vrouwen in stoere afritsjurken en lange lokken zijn prachtig om te zien. De mannen daarentegen maken met hun strak-om-de-buik-gespannen overhemden en hun pruikjes een lullige indruk.
Vanaf de tribune in de NDSM-loods kijken we uit over een netwerk van pijpleidingen waarop vijf toiletpotten op houten verhogingen zijn aangesloten. Erachter een uitkijk over de werf. De precieze betekenis van het decor blijft onduidelijk. Suggereert het (een stratenstelsel van) een dorp? Of de ondoorgrondelijke ‘wegen’ van de getormenteerde ziel? Hoe dan ook, het geheel wordt effectief gebruikt en bewijst daarmee zijn functie. De spelers bewegen zich om de obstakels heen, musiceren ertussen, gebruiken de buizen voor het akoestische effect of doemen op uit de verhogingen. Dit laatste met zeer verrassend effect.
Nu en dan komen beeld, muziek en instrument krachtig samen. Wanneer de dames met hun lange benen als sirenen vanaf de verhoging hun instrumenten bespelen. Of de mannen angstaanjagende geluiden uit hun wasborden raspen om zich er vervolgens als soldaten achter te beschutten. Helemaal als we naar het einde toe meegevoerd worden op de verfijnde klanken van het klassieke strijkerskwartet en het dreigende ritmes van de slagwerkers – ter illustratie van de stormachtige binnenwereld van de veteraan – bewijst Via Berlin hoe krachtig een verhaal verteld kan worden door synergie van klanken en beeldtaal.
Hoezeer eerdergenoemde factoren bijdragen aan het zwaarmoedige thema van de voorstelling, zozeer doet het groteske spel van Noël S. Keulen hieraan af. Zijn aangezette mimiek en nadrukkelijke gebaren missen hier en daar de subtiliteit die de rest van het ensemble wel beheerst, waardoor gespeelde wanhoop soms omslaat in kolderiek spel. Een uit de toon vallend element in een verder harmonisch geheel.
Gezien op 05/07/2013 op Over het IJ festival