Idema brengt met STRANGER boeiend experiment over sociale en morele grenzen
Emke Idema, ‘STRANGER’ | Oerol 2013
Is iemand sociaal, intelligent of haatdragend? Gelooft iemand in God, stemt iemand rechts of is iemand vermogend? Vaak vellen we ons oordeel in een fractie van een seconde. Onbewust. Ingegeven door iets wat we intuïtie noemen. ‘STRANGER’ gaat over deze intuïtie. Over eerste indrukken, (voor)oordelen maar ook over het expliciteren ervan. Over sociale normen en waar we die laten vallen. Vandaag spelen we met ‘STRANGER’ ‘hoog spel’.
Voor aanvang worden we verdeeld in spelers, juryleden en supporters. Oftewel mensen ‘die niet bang zijn’, ‘die beslissingen kunnen nemen’ en ‘die nog niets zijn’, oftewel ‘de rest’. Niemand weet nog waar we ingestapt zijn, maar zodra we de hal betreden is het spel ‘STRANGER’ begonnen. Een voice-over vertelt ons wat te doen: de spelers nemen plaats op het podium, de jury er tegenover en de rest zoekt een plek in het publiek. Uit de verzameling ‘portretten op stokken’ moeten de spelers een team samen te stellen.
De opdracht is: kies uit de foto’s intuïtief ‘je beste vriend’, ‘je ietwat racistische maar verder vriendelijke huisgenoot’, ‘je werkgever tevens beschermengel’ en ‘ je one-night stand zonder complicaties’. Met het tempo waarmee de spelers – en wij in ons hoofd mét hen – de keuzes maken, wordt ons duidelijk wat we impliciet al wisten. In één oogopslag ‘weten’ we wie we vertrouwen, wie we aantrekkelijk vinden of wie we liever vermijden.
‘Nieuwsgierig’? ‘Agressief’? ‘Uit een hoge sociale klasse’? Om de beurt draaien de spelers een strijdkaart om met daarop een eigenschap. Het teamlid dat het meest voldoet aan de omschrijving, wordt naar voren geschoven. Welk portret associeert men het meest met de genoemde eigenschap? Geestdriftig klinken de aanmoedigingen uit de zaal: ‘ja, die is sociaal onhandig!’ en ‘die is egoïstisch!’, waarop de juryleden plichtsgetrouw de bordjes heffen. Ongemakkelijk wordt het pas als de spelers in de daarop volgende rondes niet de papieren gezichten, maar mensen uit het publiek moeten kwalificeren.
Er ontstaat al lichte onrust wanneer uit twee dames ‘de meest intelligente’ moet worden gepikt, maar pas bij de vraag ‘wie blijft alleen?’ wordt het echt even stil. Maar ‘regels zijn regels’ en we móeten kiezen. Als lammeren die naar de slachtbank worden gebracht, laten de gekreukelde dame en de nerderige jongen zich naar voren dirigeren. Zowel een gevoel van herkenning als een gevoel van schaamte maakt zich van ons meester. De spelers hebben gezegd wat wij denken, maar de geforceerde glimlach om de monden van ‘de uitverkorenen’ (of verstotenen?) toont ons dat we de grenzen van het betamelijke hebben overschreden.
Er zijn voorbeelden uit de sociale psychologie te over waaruit blijkt dat in een fictieve situatie van een spel of experiment (denk aan het Milgram experiment of het Stanford-gevangenisexperiment) andere morele of sociale regels gaan gelden dan in het ‘echte’ leven. In de versie van ‘STRANGER’ die we vanmiddag zien, lijkt een zelfde mechaniek in werking te treden. En hiermee heeft Idema een interessant pijnpunt te pakken. Namelijk dat moment waar onze natuurlijke geneigdheid tot oordelen en de fictieve spelsituatie ons ongemerkt onze sociale (en morele?) grenzen doet overschrijden.
De bewustwording van dit proces, maakt dit spel – ondanks de lange duur en de wat trage aanloop – tot een spannend experiment. Even interessant als griezelig zou het zijn om te onderzoeken in hoeverre de grenzen van dit ‘spel’ nog op te rekken zijn.
Gezien op 19/06/2013 op Oerol Terschelling