YoungGangsters blijven heer en meester van de fysieke grap
YoungGangsters, ‘Just kiddin’
Buster Keaton, Laurel and Hardy, Charlie Chaplin, we kennen ze als de meesters van de slapstick. De YoungGangsters lieten zich inspireren en maakten met de voorstelling ‘Just Kiddin’’ een 21e eeuwse remake. Lotte Bos en Annechien de Vocht werkten voor deze productie voor de verandering samen met acteurs en vormgevers van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Op de eerste zondag van Tweetakt ging de voorstelling in première op locatie in de Reuzenhal.
Voorzichtig stommelt het publiek de opgestapelde houten overtoomkisten op. Niemand wil de eerste val maken. Op die van de spelers verheugen we ons natuurlijk wel. Want slapstick is struikelen, vallen, opstaan en weer onderuit gaan. Het concept is kinderlijk eenvoudig, een succesvolle uitvoering maar in handen van enkelen.
Al maken we ons geen zorgen, want de meiden van YoungGangsters bewezen met voorstellingen als ‘The new Rambo generation’ en ‘When the shit hits the fan’ meester te zijn van de fysieke grappen en geënsceneerde matpartijen. Vaak hoe bruter, hoe beter. Vanmiddag gaan ze voor het iets meer verfijnde werk en worden we de behouden jaren dertig mee ingenomen.
Op het podium een groot draaitoneel. Met één simpele zwaai worden we door de opeenvolgende scènes heen geslingerd. Van kantoor, naar de wasserette en – zwiep – via de tuin de gevangenis in. Met enorme vaart wisselen de situaties elkaar af en passeren de slapstickcliché’s de revue. De schilders met de ladder, het kat-en-muisspel tussen agent en boef, de stuntelende geliefden. In een uur tijd komen er aardig wat mensen ten val en rake klappen op verkeerde wangen terecht.
De scènes zijn intelligent in elkaar gelust en lopen gesmeerd in elkaar over. De anekdotes grijpen in elkaar – personen uit de ene situatie komen elkaar elders weer tegen – tot de verwarring compleet is. De wijze waarop de ultieme chaos geënsceneerd is, laat zien dat de YoungGangsters de finesses van de slapstick kennen. Ook de spelers zijn goed op elkaar ingespeeld. En al halen ze het qua expressiviteit en komisch talent niet bij de (gedeeltelijk) vaste club van YoungGangsters, gevoel voor timing en techniek hebben ze zeker.
Ook zijn de acteurs met zorg in stijl van de originele stomme film gekleed en toegerust. Alles in zwart-wit en tot in de puntjes verzorgd. Zo ook de tafel met allerhande attributen die de scènes moeten voorzien van de – voor slapstick zo onmisbare – geluidseffecten. En dat is precies wat de kwaliteit van het werk van Bos en de Vocht typeert. De accessoires, de attributen, de hele set moet kloppen. Het is nooit een schets, maar met zorg uitgewerkt.
Nee, als het dan ergens aan moet liggen dan zijn het misschien de herhaalde scène-onderbrekingen die niet de kracht van de voorstelling vormen. Zo nu en dan stappen de acteurs uit hun rol en doorbreken de zogeheten vierde wand. De spelers hebben zich zogenaamd daadwerkelijk bezeerd, zijn het oneens met de loop van de scène, of hebben een onderling conflict uit te vechten. Het idee is interessant, maar de uitvoering laat te wensen over.
Waar de slapstickscènes echt geestig zijn, komen de intermezzi wat gemaakt over. Evenals de slotscène waarin het acteursstelletje, dat het tijdens de voorstelling nogal eens aan de stok heeft met elkaar, zich uiteindelijk met een trouwring verzoent. Nee, doe ons maar die eindeloze valpartijen, nog een keer die handtas tegen die smoel of die voet tussen die deur, want daar konden we deze dag geen genoeg van krijgen! YoungGangsters blijven wat ons betreft heer en meester van de fysieke grap!
Gezien op 06/04/2014 tijdens Festival Tweetakt.