Bemin en betoog: Bruno Vanden Broecke maakt de slogan van TAZ waar

Bemin en betoog: Bruno Vanden Broecke maakt de slogan van TAZ waar

Adriaan Severins & Bruno Vanden Broecke, ‘Wortels’ 4 out of 5 stars

Natuurpunt als beschermengel van het zogeheten authentieke landschap tegenover boeren als representanten van het op één na oudste beroep ter wereld: ze zouden gemeenschappelijke belangen moeten behartigen, en toch staan ze al decennia lang lijnrecht tegenover elkaar. Wat is ‘goed doen voor de natuur’? En wat is ‘goed boeren’? Als dat vragen zijn waarop een eenduidig antwoord überhaupt mogelijk is, dan zouden biologen en landbouwers niet in de clinch liggen.

Dat het beruchte stikstofdossier de voorbije maanden uitgroeide tot het heetste hangijzer van de huidige regering, bewijst dat er ook maatschappelijk geen consensus bestaat omtrent de recente evolutie van de landbouw, die gestaag teloor gaat en wordt opgepeuzeld door gigantische bedrijven die de lokale verankering en de heemkundige traditie missen waar kleinschaliger boeren doorgaans garant voor staan. Willen we als samenleving dat landbouwers onder de almaar toenemende druk van dwingende regelgeving bezwijken? Doch anderzijds: welke prijs is ons milieu (lees: zijn wij) bereid te betalen om de boerenstiel niet te laten verworden tot een hondenleven met verpaupering als onvermijdelijk slotakkoord?

Bruno Vanden Broecke weet, met zijn ruim twee decennia artistieke ervaring, beter dan wie ook dat kunst geen maatschappelijke problemen moet of kan oplossen. Voor ‘Wortels’ kruipt hij in de gedaante van een boer met nimmer gediagnosticeerde ADD: een chaoot die het hart op de tong draagt, en zich associatief vertellend een weg baant doorheen anderhalf uur opvoering.

Als raamwerk dient de common ground die Adriaan Severins probeert te creëren tussen boeren en natuurbeschermers. Een podcast vormt het veilige format waarbinnen natuurbeschermers en landbouwers een dialoog kunnen aangaan en raakvlakken kunnen vinden tussen elkaars belangen. Tegelijk is dit het voorwendsel via hetwelke Vanden Broecke zich schijnbaar improvisatoir een weg baant doorheen zijn biografie, die van zijn hoeve en van zijn beroep.

Waar Vanden Broecke de bühne betreedt, daar krijgt steevast een zonderling personage gestalte. De acteur weet ook nu weer harten te veroveren met zijn incarnatie van boer Danny (alias Wortel), een landbouwer die het gewicht van verschillende generaties op zijn schouders torst, doch ondanks zijn eigen kroost de teloorgang van zijn levenswerk in de ogen kijkt. Voorbij het excentrieke register waar Vanden Broecke als speler in grossiert, tekent zich een mens af met zeer invoelbare worstelingen. Iemand die zich tracht aan te passen aan wat de omstandigheden vragen, iemand die werk en privé probeert in evenwicht te houden, iemand die centen moet tellen aan het eind van de maand, iemand die zorg wil dragen maar evengoed zorg nodig heeft.

Ondanks de overheersende hilarische teneur, krijgt Vanden Broecke de zaal ogenblikkelijk stil met uit het alledaagse bestaan gegrepen anekdotes, herkenbare kleinmenselijke kwetsuren maar evengoed grenzen waar boeren onvermijdelijk tegen aanbotsen. Het universele en het specifieke verweeft de speler naadloos, tot een voorstelling die ontroert vanuit wat hem in zijn kleinheid tekent en tegelijk verwondert op basis van het intrigerende perspectief op een sector die zich al te vaak in stilzwijgen hult, toch zeker in culturele context. Tussen zwart en wit laat Vanden Broecke het spectrum van grijstinten zien waarbinnen zich een bestaan van ploegen en ploeteren aftekent  – een theatraal fresco van de zwoegende mens, die net als talloze naamlozen gewoon zijn best doet.

Fenomenaal is eens te meer het vakmanschap waarmee Vanden Broecke de toeschouwer binnenloodst in het warrige brein van een oersympathiek personage – een mens met fouten, en precies door die fouten een mens. De eerste minuten, waarin de acteur haast over zijn eigen woorden struikelt en zodoende – via het metaregister van de taal, als het ware ‘achter’ of ‘boven’ dat wat wordt gezegd – reeds een onuitsprekelijk inzicht biedt in de psychologie van dit personage: ze zetten de teneur voor een zoveelste meesterlijke vertolking, een Louis d’Or waardig.

De Paalsteenhoeve, waar de opvoering tijdens Theater Aan Zee neerstrijkt, is bovendien een onvergetelijk decor dat de gevoelsmatige identificatie met de protagonist niet alleen faciliteert, maar ook intensifieert. Met ruisende gewassen als decor, onder een platen dak, kortom in een kader dat uit alle poriën ‘stal’ wasemt: het bewerkstelligt een complete eenwording tussen Vanden Broecke en zijn personage, en als dusdanig maximaliseert dit het emotionele potentieel van de voorstelling.

Als er al sprake zou zijn van een manco, dan misschien de kunstmatige interactie tussen Vanden Broecke’s naturel als speler en het artefact van de podcast, kortom het alibi voor de voorstelling. De klasse van zowel de interpretatie als het doortastende pleidooi om in het schijnbare dispuut tussen natuur en landbouw vooral niet in extremen of in onwrikbare waarheden te denken noch te spreken, maakt dat artificiële uitgangspunt evenwel volledig goed.

‘Wortels’ werd vijf keer geprogrammeerd in Oostende, maar dat had een veelvoud mogen zijn, want theater vult hier de politieke en ideologische lacune – kunst als vertoog waarin vragen en nuance veel wezenlijker zijn dan de rigiditeit van wetten of zogenaamde oplossingen.

Gezien op Theater Aan Zee op 29/07/2023.
Copyright foto: Alexander Daems

Related Images: